Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Komfovent RHP STANDARD 400 V Gebruikershandleiding pagina 36

Verberg thumbnails Zie ook voor RHP STANDARD 400 V:
Inhoudsopgave

Advertenties

NL
Code
Bericht
100B-103B
Storing compressor
Waterpomp / batterij
112B
alarm
HP warmtewisselaar niet
113B, 114B
gekalibreerd
123B
Communicatie fout
127B
Service modus
Storing toevoerlucht
1A, 2A
temperatuur sensor
Storing afvoerlucht
3A, 4A
temperatuur sensor
Storing buitenlucht
5A, 6A
temperatuur sensor
Storing uitlaatlucht
7A, 8A
temperatuur sensor
Storing watertemperatuur
9A, 10A
sensor
Temperatuur retourwater
11A
laag
12A
Intern brandalarm
13A
Extern brandalarm
14A
Externe stop
15A
Storing warmtewisselaar
Aanvriezing warmte-
16A
wisselaar
Toevoer luchttemperatuur
17A
te laag
Toevoer luchttemperatuur
18A
te hoog
19A
Laag toevoer luchtdebiet
36
Mogelijke oorzaak
De warmtepomp werkt niet of is defect.
Signaal van de waterstroomsensor of circulatie-
pomp ontvangen (Zie "Bewaking waterdebiet").
Kalibratie van de HP-warmtewisselaar niet uitge-
voerd of niet geslaagd.
Geen communicatie met frequentieomvormer
van de warmtepompcompressor.
Tijdelijke speciale bedrijfsmodus die alleen kan
worden geactiveerd door een onderhoudsspe-
cialist.
Niet aangesloten of defecte toevoerluchttempe-
ratuursensor.
Niet aangesloten of defecte afvoerluchttempe-
ratuursensor.
Niet aangesloten of defecte buitenluchttempe-
ratuursensor.
Niet aangesloten of defecte uitlaatluchttempe-
ratuursensor.
Niet aangesloten of defecte retourwatertempe-
ratuursensor.
De retourwatertemperatuur van waterluchtver-
warmer is onder de toegestane limiet gezakt.
1. De interne temperatuur is hoger dan 50 °C
2. Defecte temperatuursensor.
Een brandalarm ontvangen van het brandbeveili-
gingssysteem van het gebouw.
De kast is gestopt door een extern apparaat
(knop, timer, sensor).
1. Roterende warmtewisselaar draait niet.
2. Temperatuursensoren werken niet goed.
Bevriezen is mogelijk bij lage buitentemperaturen
en een hoge luchtvochtigheid binnenshuis.
1. Geïntegreerde verwarmingstoestellen werken
niet.
2. Extra verwarmings-/koelapparaten zijn defect
of verkeerd geïnstalleerd.
3. Defecte luchttemperatuursensor.
1. Geïntegreerde
verwarmingstoestellen werken niet goed.
2. Extra verwarmings-/koelapparaten
werken niet goed of zijn verkeerd geïnstalleerd.
3. Defecte luchttemperatuursensor.
1. Obstakel in het kanaalsysteem.
2. VAV-luchtstroomregeling geselecteerd, maar
druksensoren zijn niet aangesloten.
3. Defecte toevoerluchtventilator.
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
Acties van de gebruiker
1. Controleer de stroomonderbrekers van de warmtepomp.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
Controleer of er voldoende water in het systeem aanwezig is en
of de circulatiepomp en de watermengkleppen werken.
Controleer de kastdeur op dichtheid, controleer op obstakels in
het kanaalsysteem en controleer of de luchtbehandelingskast
de in de COMFORT 1-modus aangegeven luchthoeveelheid kan
bereiken. Herhaal de kalibratie handmatig.
1. Controleer de stroomonderbrekers van de warmtepomp.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
Als de kast eerder is gerepareerd, neem dan contact op met de
persoon die de kast heeft gerepareerd om er zeker van te zijn
dat de servicemodus kan worden uitgeschakeld. De servicemo-
dus wordt uitgeschakeld door een bericht te verwijderen.
Controleer of de sensor is aangesloten. Als een sensor moet
worden vervangen, neem dan contact op met een bevoegde
servicevertegenwoordiger.
Controleer of de sensor is aangesloten. Als een sensor moet
worden vervangen, neem dan contact op met een bevoegde
servicevertegenwoordiger.
Controleer of de sensor is aangesloten. Als een sensor moet
worden vervangen, neem dan contact op met een bevoegde
servicevertegenwoordiger.
Controleer of de sensor is aangesloten. Als een sensor moet
worden vervangen, neem dan contact op met een bevoegde
servicevertegenwoordiger.
Controleer of de sensor is aangesloten. Als een sensor moet
worden vervangen, neem dan contact op met een bevoegde
servicevertegenwoordiger.
Controleer de toestand van een circulatiepomp en het verwar-
mingssysteem en de werking van een mengklepaandrijving.
Controleer of er warm water beschikbaar is in het systeem.
1. Zoek de warmtebron in het kanaal of de kast.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
Zodra het brandalarm is opgelost, moet de kast worden gestart
met behulp van een bedieningspaneel, computer of een
smartphone.
Zodra het extra apparaat is gestopt, werkt de kast in de
normale modus.
1. Controleer op vreemde voorwerpen of puin dat het draaien
van de rotortrommel verhindert. Controleer of de rotorriem
niet gescheurd is.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
Controleer de aandrijving van de roterende of bypass actuator
van de platen wisselaar. Controleer of een externe voorverwar-
mer werkt, indien gebruikt.
1. Neem contact op met de bevoegde service.
2. Neem contact op met het bedrijf dat extra verwarmings-/
koelapparatuur heeft geïnstalleerd of verkocht.
3. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Neem contact op met de bevoegde service.
2. Neem contact op met het bedrijf dat extra verwarmings-/
koelapparatuur heeft geïnstalleerd of verkocht.
3. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Controleer of de regelkleppen, luchtinlaat- en uitlaatope-
ningen niet geblokkeerd zijn, controleer of de stelkleppen niet
volledig gesloten zijn.
2. Als er VAV-luchtstroomregeling nodig is, installeer dan
druksensoren en verbind kanaalgemonteerde druksensoren.
Als de VAV-modus niet nodig is, selecteer dan CAV of DCV in
de instellingen.
3. Neem contact op met de bevoegde service.
RHP STANDARD_user manual_24-10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave