Er klinkt een korte tune. Het apparaat stelt
automatisch een standaardprogramma voor.
Het relevante indicatielampje gaat branden.
Het display toont het standaard programma,
Eco 40-60, programmaduur, de maximale
lading (enkele seconden), de
standaardtemperatuur, de
standaardcentrifugeersnelheid en de
aanduidingen van de fasen waaruit het
programma bestaat.
11.2 Wasgoed in de machine doen
• Open de deur van het apparaat.
• Schud de artikelen goed door elkaar
voordat je ze in de machine stopt.
• Doe het wasgoed een voor een in de
trommel.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel doet.
• Sluit de deur stevig.
LET OP!
- Controleer of er geen wasgoed tussen
het deurrubber en de deur blijft zitten.
Hierdoor kan waterlekkage en/of schade
aan het wasgoed ontstaan.
- Het wassen van zwaar geoliede, vettige
vlekken kan leiden tot beschadiging van
rubberen onderdelen van het apparaat.
30
NEDERLANDS
11.3 Wasmiddel en aanvullende
middelen vullen
Vakje voor het voorwasmiddel,
weekprogramma of de
vlekkenverwijderaar.
Vakje voor de wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegingen
(wasverzachter, stijfsel).
Maximaal niveau voor vloeibare
toevoegingen.
Klep voor waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.
Volg altijd de instructies op die u op de
verpakking van het wasmiddel aantreft.
We raden u wel aan het maximaal
aangegeven niveau niet te overschrijden
(
). Deze hoeveelheid zal u echter de
beste wasresultaten geven.
Verwijder na de wascyclus indien vereist
achtergebleven wasmiddel uit het
wasmiddelvakje.
11.4 De stand van de klep
controleren
1. Trek de wasmiddeldispenserlade zo ver
mogelijk naar buiten.