Eenstaps knoopsgatvoet 5
1. Markeer de positie van het knoopsgat op uw
werkstuk.
2. Bevestig knoopsgatvoet 5 en trek de knoophouder
(C) uit. Breng de knoop aan. De knoop bepaalt de
lengte van het knoopsgat.
3. Zorg ervoor dat de draad door het gat in de naaivoet
wordt getrokken en onder de naaivoet komt te
liggen.
4. Selecteer het knoopsgat dat u wilt naaien en pas de
lengte en dichtheid naar wens aan (B).
Let op: Naai altijd een testknoopsgat op een proeflapje.
5. Leg uw werkstuk onder de naaivoet zodat de
markering op de stof gelijk ligt met het midden van
de knoopsgatvoet.
6. Breng de knoopsgathendel (A) helemaal omlaag.
Let op: De machine start niet als de knoopsgathendel niet
goed omlaag is gebracht of als het frame van de
knoopsgatvoet niet helemaal vooruit is geplaatst.
7. Houd het uiteinde van de bovendraad vast en begin
te naaien. De knoopsgaten worden vanaf de
voorkant van de naaivoet naar achteren genaaid.
8. Zodra de naaimachine het knoopsgat heeft genaaid,
brengt u de naaivoet omhoog.
Knoopsgat met inlegdraad
Knoopsgaten met inlegdraad die worden genaaid met
contourdraden zijn stabieler, duurzamer en zien er
professioneel uit. Gebruik daarvoor perlé-garen of
normaal contourdraad.
1. Leg een lus van een dikke draad of perlékatoen over
het plastic balkje dat uitsteekt uit het midden van de
achterkant van de eenstaps-knoopsgatvoet 5. Trek
de draaduiteinden onder de naaivoet, naar de
voorkant en maak ze dan vast om het hieltje aan de
voorkant van de naaivoet.
2. Naai een knoopsgat. De cordonsteken van de
kolommen van het knoopsgat worden over de draad
heen genaaid.
3. Wanneer het knoopsgat klaar is, haalt u de draad
van het hieltje af en trekt u de draad strak.
4. Laat de draad kruisen voor de naald en rijg de
uiteinden van de draad in een grote naald, trek ze
naar de verkeerde kant en knoop de uiteinden vast
voordat u de overtollige draad afknipt.
5. Open het knoopsgat voorzichtig met het tornmesje.
54