Karakteristiekparameters van CMT / Puls-karak-
teristieken
Algemeen
OPMERKING!
Het opstellen en bewerken van CMT / pulskarakteristieken (CMT+P) is een com-
plexe opgave en vereist dus kennis van Onderzoek & Ontwikkeling.
Voor het opstellen en bewerken van CMT+P karakteristieken is een speciale
meettechniek (bijv. highspeed camera, oscilloscoop, enz.) evenals een omvangrij-
ke kennis van de achtergrond noodzakelijk.
Het aanpassen van CMT+P-karakteristieken ter plaatse dient alleen voor het opti-
maliseren van de desbetreffende applicatie.
Ontsteking
Bij CMT-processen wordt het starten over het algemeen met SFI (SpatterFree
Ignition) ingeleid. Het verdere ontsteken tijdens het CMT-proces wordt door de
volgende parameters geregeld:
vd_ignition
Richtwaarde draadsnelheid [m/min] voor lasbegin (-30 - +30)
-30
+30
I_ignition
Richtwaarde van de startstroom [A] die bij het starten van het lassen wordt in-
gesteld. De startstroom is afhankelijk van het toevoegmateriaal en de draaddi-
ameter.
t_ignition
Duur [ms], hoelang de parameters Vd_ignition en I_iginition bij het starten ac-
tief zijn.
0
99,98
U_hotstart
Parameter [V] voor verandering van de booglengte bij het starten met lassen
10
40
t_hotstart
Duur [ms], hoe lang bij het starten met lassen de ingestelde verandering van de
booglengte actief is.
0
654,9
8
124
=
Achterwaartse beweging van de elektrode met 30 m/min
=
Voorwaartse beweging van de elektrode met 30 m/min
=
geen startstroom, geen draadsnelheid
=
max. duur voor startstroom en draadsnelheid-richtwaarde
=
korte lichtboog
=
lange lichtboog
=
geen verandering van de booglengte
=
max. duur voor de verandering van de booglengte