Voor inbedrijfstelling Systeemvoorwaarden RCU 5000i aansluiten Startsequentie - Taal instellen Storing “073 (no Host)” - Geen verbinding met de stroombron RCU 5000i met behulp van sleutelkaart afsluiten en openen Voorwaarde Gebruikersadministratie, profielen, Keys RCU 5000i vergrendelen RCU 5000i ontgrendelen RCU 5000i met behulp van unlock-functie “ontgrendelen”...
Pagina 4
Lasparameters instellen Toortsschakelaar modi Proces “CMT" proces Overschakelen op Weergave groot Algemeen Overschakelen op Weergave groot Parameter voor procesinstellingen instellen Parameter voor procesinstellingen instellen Verder leidende parameters instellen: Speciaal-2-Takt, Speciaal-4-Takt, spotlassen Verder leidende parameters voor Speciaal-2-Takt instellen Verder leidende parameters voor Speciaal-4-Takt instellen Verder leidende parameter voor spotlassen instellen SynchroPuls-parameter instellen Algemeen...
Pagina 5
Wisselen van de lasprocedure tijdens het CMT Advanced-lassen Instellingen als Job opslaan Algemeen Aanwijzing bij het opslaan van Jobs Als Job opslaan Interne / externe instelling van geselecteerde parameters Algemeen Interne / externe parameterinstelling Job optimaliseren & beheren Algemeen Menupunt "Job optimaliseren & beheren" oproepen Overzicht Jobs beheren Jobs beheren...
Pagina 6
Menupunt "Karakteristiek optimaliseren & administreren" oproepen Overzicht Karakteristieken beheren Karakteristieken kiezen Karakteristieken benoemen en van naam veranderen Karakteristieken wissen Karakteristiekpunten beheren Karakteristiekpunten selecteren Karakteristiekpunten invoegen Karakteristiekpunten wissen Karakteristiekparameters van standaard karakteristieken Ontsteking Lasboog (statisch) Lasboog, dynamisch Laseinde Richtwaarde Overnemen van spannings- en stroom-richtwaarden Karakteristiekparameters van puls-karakteristieken Ontsteking Pulsparameter...
Pagina 7
Bij de verschillende karakteristieken weergegeven schermen Karakteristiekparameters veranderen Bijeenbrengen van documentatie Algemeen Evalueren van de lasgegevens Menupunt "Documentatie" oproepen Overzicht Basisinstellingen voor bijeenbrengen van documentatie vastleggen Basisinstellingen voor bijeenbrengen van documentatie vastleggen Basisinstellingen bijeenbrengen van documentatie bij het opslaan van Jobs Toelichting op de parameters in het scherm "Basisinstellingen"...
Pagina 8
Draadaanvoer synchroniseren (VR-synchronisatie) PushPull eenheid synchroniseren L/R-synchroniseren - Inductiviteit lascircuit en weerstand lascircuit synchroniseren Algemeen L/R-synchronisatie RCU 5000i - Instellingen terugstellen naar afleveringstoestand Algemeen RCU 5000i terugstellen naar afleveringstoestand RCU 5000i - Software actualiseren Voorwaarden Voor de eerste keer actualiseren - driver LoclNetUSB installeren...
Veiligheidsvoorschriften Verklaring veilig- WAARSCHUWING! heidsaanwijzin- Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar. ▶ Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar licha- melijk letsel tot gevolg. GEVAAR! Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie. ▶ Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar licha- melijk letsel tot gevolg hebben.
Het gaat om uw eigen veiligheid! Gebruik over- Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor gebruik overeenkomstig de bedoeling. eenkomstig de Ieder ander of afwijkend gebruik geldt als gebruik niet overeenkomstig de bedoe- bedoeling ling. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade. Tot gebruik overeenkomstig de bedoeling behoort ook het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen in de handleiding het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen met betrekking tot vei-...
Voordat personen die met het apparaat werken, de werkplek verlaten, dienen zij na te gaan of er ook tijdens hun afwezigheid geen persoonlijk letsel of materiële schade kan ontstaan. EMV-apparaat- Apparaten van emissieklasse A: classificaties zijn uitsluitend bedoeld voor toepassing in industriegebieden; kunnen in andere gebieden leidinggebonden storingen of storingen door stra- ling veroorzaken.
EMF-maatrege- Elektromagnetische velden kunnen nog onbekende schade aan de gezondheid veroorzaken: Gevolgen voor de gezondheid van personen die zich in de nabijheid bevinden, bijvoorbeeld dragers van pacemakers en hoortoestellen. Dragers van pacemakers moeten zich door hun arts laten adviseren voordat zij zich in de onmiddellijke nabijheid van het apparaat en het lasproces bege- ven.
(zoals de relevante productnormen van de normenreeks EN 60 974). Fronius International GmbH verklaart dat het apparaat voldoet aan richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is online be- schikbaar op: http://www.fronius.com Apparaten die zijn voorzien van het CSA-testsymbool voldoen aan de eisen van de relevante Canadese en Amerikaanse normen.
(16 ft. 5 in.), incl. LocalNet-stekker, 10-polig 1 USB-kabel, ca. 1,8 m (5 ft. 11 in.), incl. USB-adapter 1 geheugenkaart, 3,3 V 1 transponderkaart("Key-kaart") 1 cd-rom "Software Tools" Opties Houder RCU 5000i De houder RCU 5000i is voor wandmontage of voor montage op een Remote-...
De afstandsbediening kan in de steun RCU 5000i worden gehangen. Technische ge- Voedingsspanning 24 V DC gevens Stroomopname 170 mA Beschermingsklasse IP 23 Goedkeuringsmerk CE, FCC Frequentieband 134,2 kHz Max. zendvermogen < 65dBµA/m @10m Afmetingen l / b / h 258 / 180 / 48 mm 10,16 / 7,09 / 1,89 in.
(10) (11) (12) (13) (14) Bedieningspaneel RCU 5000i Uitvoeringstoetsen Toets Menu ... voor het oproepen van het hoofdmenu Toets Info ... voor het tonen van contextspecifieke informatie Toets OK ... voor het bevestigen van menudialogen, vragen over veilig- heid, enz.
Functietoetsen met wisselende functies Toets F5 ... Functietoets BELANGRIJK! De betreffende functie wordt op het LCD-scherm direct boven de functietoets weergegeven. Overigen Scherm ... zwart/wit LCD-scherm Leeszone voor de sleutelkaart ... voor het identificeren van de toegangs- rechten, die aan verschillende sleutelkaarten kunnen worden toegekend. Aanwijzingen De toets OK (3) ondersteunt de gebruiker bij het kiezen van de verschillende voor de toets OK...
(18) (21) RCU 5000i vooraanzicht - bedieningselementen, aansluitingen Bevestigingspunt handgreep ... voor het aan de wandsteun of de haak van de stroombron hangen Stelwiel ... Incrementgever voor het instellen van parameters Stekker LocalNet met aansluitkabel ... voor aansluiting op de stroom- bron.
Pagina 19
Opening voor de geheugen- kaart USB-aansluiting ... voor aan- sluiting van een pc, bijv. voor software-updates (25) (24) RCU 5000i Zij-aanzicht - aansluitingen...
Bedieningsconcept Oriëntering op De bediening van de afstandsbediening RCU 5000i is aan de werkomstandighe- lasmethoden den aangepast. De volgende werkomstandigheden worden onderscheiden: Lassen (MIG/MAG Synergic, MIG/MAG standaard, staafelektroden, WIG en Job) Maken van Jobs Samenstellen van eigen karakteristieken en karakteristiekpunten...
De afstandsbediening RCU 5000i gebruikt het "waslijn"-principe als volgt: Alle voor de geselecteerde activiteit benodigde parameters, weergaven en functies zijn overeenkomstig de werkvolgorde in de "waslijn" gesorteerd. Iedere dataset van een "waslijn" wordt in een eigen displayweergave (= scherm) weergegeven.
Beschrijving van displayweergaves Algemeen De afstandsbediening RCU 5000i gebruikt tijdens het werk verschillende display- weergaves. Deze schermen zijn door de menubesturing vastgelegd en dienen als dialoog met de gebruiker. Scherm “Menu” Het scherm "Menu" toont het hoofdmenu. Om het scherm "Menu" op te roepen toets Menu (1) indrukken.
donker kader Bewerkingsstap (3)(4) al afgewerkte bewerkingsstap actuele bewerkingsstap nog open bewerkingsstap F1 toegewezen aan "Terug" (in het eerste scherm grijs weerge- geven) F2 toegewezen aan "Vooruit" (of "Gereed" in het laatste scherm) F5 toegewezen aan “Afbreken” Voorbeeld: Scherm “Wizard” Scherm “Dia- Het scherm “Dialoog”...
actueel scherm, grijs weergege- Symbool Meldingstype donker kader F2 toegewezen aan “Ja” F3 toegewezen aan “Nee” F4 toegewezen aan “Afbreken” Voorbeeld: Scherm “Melding” - Veiligheidscon- trole Scherm “Stro- Schermen “Storing” tonen tijdens het lassen opgetreden storingen (Error). ring” Schermen “Storing” moeten worden beantwoord. Wordt een scherm " Storing" genegeerd, dan wordt deze na 2 minuten opnieuw weergegeven, voor zover de stroring nog bestaat.
Pagina 26
actueel scherm, grijs weergege- Symbool Stroring - Omschrijving donker kader F2 toegewezen aan “Beantwoor- den” F3 toegewezen aan “Negeren” Voorbeeld: Scherm “Storing” met functietoets beantwoorden of negeren...
Använd de beskrivna funktionerna, först när du har läst och förstått samtliga bruksanvisningar till systemkomponenterna, särskilt säkerhetsföreskrifterna, i sin helhet! Systeemvoor- Om afstandsbediening RCU 5000i te kunnen gebruiken, moet op de stroombron waarden de volgende firmware aanwezig zijn: OFFICIAL UST V 3.20.1...
Startsequentie - Tijdens de startsequentie wordt het volgende op het scherm weergegeven: Taal instellen Fronius-logo (in het midden van het scherm) Software-versie (linksonder op het scherm) www.fronius.com (rechtsonder op het scherm) Taal (via functietoets F3) De startsequentie duurt ca. 2 seconden. Tijdens deze tijd kan het voorinstellen van de taal en de norm (metrisch systeem of inch) plaatsvinden.
Hoofdmenu wordt in de geselecteerde taal weergegeven Hoofdmenu in de geselecteerde taal Storing “073 (no De niet te beantwoorden storing “073 Host)” - Geen (no Host)” wordt weergegeven, wan- verbinding met neer de afstandsbediening bij de inge- de stroombron bruikneming geen verbinding met de stroombron tot stand kan brengen.
RCU 5000i met behulp van sleutelkaart afsluiten en openen Voorwaarde OPMERKING! De sleutelkaart kan voor het vergrendelen en ontgrendelen van de afstandsbe- diening worden gebruikt, zolang in het menupunt "Machinevoorinstellingen" geen profielen of keys behalve "Administrator" en "Vergrendeld" zijn opgesla- gen.
(7) worden gekozen en met het in- stelwiel (18) worden veranderd. Menupunt “MIG/MAG synergisch lassen” bij ver- grendelde afstandsbediening, scherm “Laspara- meters” RCU 5000i ont- Sleutelkaart op de leeszone voor grendelen de sleutelkaart (16) houden. (16) Sleutelkaart op de leeszone voor de sleutelkaart...
Scherm “Info sleutel - Afstandsbediening ont- grendeld" RCU 5000i met De afstandsbediening RCU 5000i is vanaf software-versie OFFICIAL RCU behulp van un- V1.14.12 met de unlock-functie uitgerust. lock-functie Deze unlock-functie verandert het profiel "Afgesloten" en maakt de toegang tot “ontgrendelen”...
MIG/MAG synergisch lassen Algemeen MIG/MAG synergisch lassen komt overeen met de Synergic-functie bij de stroombron. Wordt de parameter draadaanvoersnelheid ingesteld, dan worden de parameters lasstroom en plaatdikte aan de ingestelde draadaanvoersnelheid aan- gepast. De actuele waarden voor lasstroom en plaatdikte worden in het visualiseringsge- bied weergegeven.
Lasprogramma oproepen Lasprogramma Menupunt “MIG/MAG synergisch oproepen lassen” oproepen Met toets rechts (8) scherm "Las- programma" selecteren Scherm "Lasprogramma" wordt weergegeven MIG/MAG synergisch lassen: Scherm “Laspro- gramma” Het scherm “Lasprogramma” bevat de volgende gegevens: Toevoegmateriaal Draaddiameter Te gebruiken beschermend gas Referentienummer(s) voor in het lasprogramma vastgelegde karakteris- tiek(en) , bijv.:...
Lasparameters instellen Lasparameters Menupunt “MIG/MAG synergisch instellen lassen” oproepen Met toets rechts (8) scherm "Las- parameters" selecteren: Scherm "Lasparameters" wordt weergegeven Bijbehorende lasparameters met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Waarde van de parameters met be- hulp van instelwiel (18) veranderen De waarde van een parameter kan alleen in het kader van het...
Pagina 36
Afhankelijk van de geselecteerde procedure en het ingestelde lasprogramma worden afzonderlijke parameters verschillend weergegeven: Proces Parameter Puls Pulscorrectie Standaard Dynamiekcorrectie bij CMT-processen Hotstart tijd Pulscorrectie Pulscyclus "hotstart" Boost correctie Dynamiek correctie Parameter “Pulscorrectie” bij Puls-proces Parameter “Pulscorrectie” bij Standaard-proces Parameter “Hotstart tijd” bij "CMT"-proces Parameter “Pulscorrectie”...
Parameter “Pulscyclus "hotstart"” bij "CMT"- Parameter “Boost correctie” bij "CMT"-proces proces Parameter “Dynamiek correctie” bij "CMT"-proces “CMT" proces Het “CMT”-proces is alleen in combinatie met de volgende componenten moge- lijk: CMT-stroombron (bijv. TPS 4000 CMT) CMT-draadaanvoer (bijv. VR 7000 CMT) CMT-aandrijfeenheid met draadbuffer (bijv.
Overschakelen op Weergave groot Algemeen De parameters draadaanvoersnelheid, lasstroom en lasspanning kunnen in Weer- gave groot worden weergegeven. Evenzo worden op het scherm "Weergave groot" de motorstroom van de draadinvoer en de PushPull-eenheid als waarden weerge- geven. Overschakelen Menupunt “MIG/MAG synergisch op Weergave lassen”...
Parameter voor procesinstellingen instellen Parameter voor Menupunt “MIG/MAG synergisch procesinstellin- lassen” oproepen gen instellen Met toets rechts (8) scherm "Pro- cesinstellingen" selecteren Scherm "Procesinstellingen" wordt weergegeven Parameters voor procesinstellingen met behulp van toetsen naar bene- den (6) of naar boven (7) selecte- Waarde van de parameter voor procesinstellingen met instelwiel (18) veranderen...
Verder leidende parameters instellen: Speciaal-2- Takt, Speciaal-4-Takt, spotlassen Verder leidende Wordt op scherm “Lasparameter” bij Toortsschakelaar mode S2-Takt geselec- parameters voor teerd, dan wordt het betreffende scherm aan de waslijn gehangen. Speciaal-2-Takt De volgende verder leidende parameters kunnen worden ingesteld: instellen Startstroom Is Startstroomtijd ts...
Verder leidende Wordt op scherm “Lasparameter” bij Toortsschakelaar mode S4-Takt geselec- parameters voor teerd, dan wordt het betreffende scherm aan de waslijn gehangen. Speciaal-4-Takt De volgende verder leidende parameters kunnen worden ingesteld: instellen Startstroom Is Slope 1 Sl1 Eindkraterstroom Ie Slope 2 Sl2 Menupunt “MIG/MAG synergisch lassen”...
Pagina 42
Menupunt “MIG/MAG synergisch lassen” oproepen Met toets rechts (8) scherm "Las- parameters" selecteren Scherm "Lasparameters" wordt weergegeven Met behulp van toetsen naar bene- den (6) of naar boven (7) parame- ter Toortsschakelaar mode selec- teren Met instelwiel (18) Spotlassen in- stellen Met toets rechts (8) scherm "Spot- lassen"...
SynchroPuls-parameter instellen Algemeen Is de Software-optie SynchroPuls op de stroombron geïnstalleerd, dan is ook het scherm voor de SynchroPuls-parameter beschikbaar. Het scherm wordt aan de waslijn toegevoegd. SynchroPuls-pa- Menupunt “MIG/MAG synergisch rameter instellen lassen” oproepen (software-optie) Met toets rechts (8) scherm "Syn- chroPuls"...
MIG/MAG standaard lassen Algemeen In tegenstelling tot MIG/MAG synergisch lassen worden bij MIG/MAG standaard lassen de lasparameters afzonderlijk ingesteld. Menupunt Toets Menu (1) indrukken: “MIG/MAG stan- Hoofdmenu wordt weergege- daard lassen” oproepen Menupunt “MIG/MAG standaard lassen” met instelwiel (18) selecte- Toets OK (3) indrukken: Het laatst opgeroepen scherm "Gegevens"...
Lasprogramma oproepen Lasprogramma Menupunt “MIG/MAG standaard selecteren lassen” oproepen Met toets rechts (8) scherm "Las- programma" selecteren Scherm "Lasprogramma" wordt weergegeven MIG/MAG standaard lassen: Scherm “Laspro- gramma” Het scherm “Lasprogramma” bevat de volgende gegevens: Toevoegmateriaal Draaddiameter Te gebruiken beschermend gas Referentienummer(s) voor in het lasprogramma vastgelegde karakteris- tiek(en) , bijv.:...
Lasparameters instellen Lasparameters Menupunt “MIG/MAG standaard instellen lassen” oproepen Met toets rechts (8) scherm "Las- parameters" selecteren Scherm "Lasparameters" wordt weergegeven Bijbehorende lasparameters met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Waarde van de parameters met be- hulp van instelwiel (18) veranderen De waarde van de parameter kan alleen in het kader van het...
Overschakelen op Weergave groot Algemeen De parameters draadaanvoersnelheid, lasstroom en lasspanning kunnen in Weer- gave groot worden weergegeven. Evenzo worden op het scherm "Weergave groot" de motorstroom van de draadinvoer en de PushPull-eenheid als waarden weerge- geven. Overschakelen Menupunt “MIG/MAG standaard op Weergave lassen”...
Parameter voor procesinstellingen instellen Parameter voor Menupunt “MIG/MAG standaard procesinstellin- lassen” oproepen gen instellen Met toets rechts (8) scherm "Pro- cesinstellingen" selecteren Scherm "Procesinstellingen" wordt weergegeven Parameters voor procesinstellingen met behulp van toetsen naar bene- den (6) of naar boven (7) selecte- Waarde van de parameter voor procesinstellingen met instelwiel (18) veranderen.
Verder leidende parameter voor spotlassen instel- Verder leidende Wordt op scherm “Lasparameter” bij toortsschakelaar mode spotlassen geselec- parameter voor teerd, dan wordt het betreffende scherm aan de waslijn gehangen. spotlassen in- De volgende parameters kunnen worden ingesteld: stellen Draadaanvoersnelheid Booglengtecorrectie Spotlastijd Menupunt “MIG/MAG standaard lassen”...
Lasprogramma en materiaal instellen Algemeen Lasprogramma en materiaal kunnen in de volgende menupunten worden inge- steld: MIG/MAG synergisch lassen MIG/MAG standaard lassen Jobs optimaliseren & beheren (alleen bij opgeslagen MIG/MAG-jobs) Lasprogramma Op het betreffende scherm “Gege- en materiaal in- vens” toets F4 “Materiaal” indruk- stellen Het eerste scherm “Keuze toe- voegmateriaal”...
Pagina 51
Bijpassend gas met instelwiel (18) selecteren Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Alleen wanneer voor het gese- lecteerde materiaal, de gese- lecteerde draaddiameter en het geselecteerde bescher- mende gas meerdere karakte- ristieken zijn vastgelegd, wordt het scherm "Keuze referentie" weergegeven. De waarde tussen haakjes ach- ter het proces geeft aan, hoe- veel karakteristieken voor dit proces zijn vastgelegd.
Gebruikerskarakteristiek aanleggen - karakteris- tiek aanpassen Algemeen “Gebruikerskarakteristieken aanleggen - karakteristieken aanpassen” kan alleen in menupunt MIG/MAG synergisch lassen plaatsvinden. Grondbeginselen Elk lasprogramma is gebaseerd op een laskarakteristiek. De karakteristieken van voor het aanleg- de geselecteerde lasprogramma's kunnen gebruikerspecifiek worden veranderd. gen van gebrui- Deze veranderingen worden in zogenaamde gebruikerskarakteristieken opgesla- kerskarakteris-...
Pagina 53
Wanneer het bewerken van een karak- ter niet mogelijk is, wordt de informa- tie "Karakteristiek kan niet worden be- werkt" weergegeven. Het eerste scherm “Karakteristiek op- timaliseren” van de wizard wordt weer- gegeven Scherm “Informatie - Karakteristiek kan niet worden bewerkt!” Onderste en bovenste vermogens- waarde met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7)
Pagina 54
Voor het benoemen van de karak- teristiek toets F3 “Karakteristiek benoemen” indrukken: Scherm “Karakteristiek benoe- men” wordt weergegeven Veiligheidsvraag voor het overschrijven van de karakteristiek Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“ indrukken om de vol- gende letter in te voeren Correcties kunnen met de toet- sen F3 “<“...
Pagina 55
Toets F2 “Gereed” indrukken: Het laatst opgeroepen scherm “Gegevens” wordt weergege- ven. Wizard “Karakteristiek aanpassen”: Bevestiging van de aangepaste karakteristiek...
Karakteristiekpunten voor gebruikerskarakteris- tieken aanleggen Algemeen De functie “Karakteristiekpunt aanleggen” kan in de volgende menupunten wor- den uitgevoerd: MIG/MAG synergisch lassen MIG/MAG standaard lassen Grondbeginselen Verschillende parameterinstellingen kunnen in de gebruikerskarakteristiek als ka- voor het aanleg- rakteristiekpunten worden opgeslagen. gen van karakte- ristiekpunten Voor het aanleggen van een karakteristiekpunt zijn nodig: Lasprogramma (materiaal, draaddiameter, beschermgas) waarvoor een karak-...
Pagina 57
Lasprogramma, waarvoor een ka- rakteristiekpunt moet worden op- gesteld, oproepen Draadaanvoer, waarvoor het karak- teristiekpunt moet worden opge- steld, instellen Op het betreffende scherm “Gege- vens” toets F2 “Karakteristiekpunt maken” indrukken Het eerste scherm “Karakteris- tiek maken” van de wizard wordt weergegeven Bijpassende karakteristiek met in- stelwiel (18) selecteren...
Pagina 58
Andere karakteristiek met instel- wiel (18) selecteren Voor het benoemen van de karak- teristiek toets F3 “Karakteristiek benoemen” indrukken: Scherm “Karakteristiek benoe- men” wordt weergegeven Scherm "Karakteristiekpunt aanleggen": Nr. 7 - < lege karakteristiek > geselecteerd Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“...
Pagina 59
Toets F2 “Gereed” indrukken: Het karakteristiekpunt wordt opgeslagen, het bijbehorende scherm "Gegevens" wordt weergegeven. Door op toets F1 "Terug" te drukken kunnen de schermen van reeds afgewerkte stappen opnieuw worden weergegeven. Veranderingen kunnen worden doorgevoerd. Scherm "Karakteristiekpunt aanleggen": Beves- tiging van het opgeslagen karakteristiekpunt...
Gebruikerskarakteristieken selecteren Gebruikerska- Op het betreffende scherm “Gege- rakteristieken vens” toets F4 “Materiaal” indruk- selecteren ken: Het eerste scherm “Keuze toe- voegmateriaal” van de wizard wordt weergegeven Met instelwiel (18) "Gebruikerska- rakteristiek" instellen Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Het tweede scherm “Keuze ge- bruikerskarakteristiek”...
Overschakelen De parameters lasstroom en lasspanning kunnen in Weergave groot worden weer- op Weergave gegeven: groot Menupunt "Elektrode lassen" op- roepen Met toets rechts (8) scherm "Weer- gave groot" selecteren Scherm "Weergave groot" wordt weergegeven De waarde voor de lasstroom kan in het scherm "Weergave groot"...
Overschakelen De parameters lasstroom en lasspanning kunnen in Weergave groot worden weer- op Weergave gegeven: groot Menupunt "TIG lassen" oproepen Met toets rechts (8) scherm "Weer- gave groot" selecteren Scherm "Weergave groot" wordt weergegeven De waarde voor de lasstroom kan in het scherm "Weergave groot"...
Het menupunt CC/CV-mode maakt het mogelijk de stroombron met constante lasspanning of constante lasstroom te gebruiken. Parameterveranderingen in menupunt “CC/CV karakteristiek” kunnen zowel via een robotbesturing als via de afstandsbediening RCU 5000i worden doorgevoerd. “CC/CV-mode” komt bijvoorbeeld bij hittedraad-toepassingen voor. Menupunt Toets Menu (1) indrukken “CC/CV-mode”...
Menupunt “CC/CV-mode” oproe- Met toets rechts (8) scherm "Weer- gave groot" selecteren Scherm "Weergave groot" wordt weergegeven De waarden voor de draadaan- voer, spanningrichtwaarde en stroomrichtwaarde kunnen in het scherm "Weergave groot" 0.6 A 0.35 A met behulp van instelwiel (18) worden veranderd.
Job lassen Menupunt "Job Toets Menu (1) indrukken lassen" oproepen Hoofdmenu wordt weergege- Menupunt “Job lassen” met instel- wiel (18) selecteren Toets OK (3) indrukken Het laatst opgeroepen scherm “Gegevens” wordt weergegeven Hoofdmenu: Menupunt "Job lassen" opgeroepen Lasparameters Worden in menupunt “Job optimaliseren & beheren” correctiegrenzen voor een voor een Job in- geselecteerde Job vastgelegd, dan kunnen in menupunt "Jobs lassen"...
Overschakelen Voor een geselecteerde Job kunnen de parameters draadaanvoersnelheid, las- op Weergave stroom en lasspanning kunnen in Weergave groot worden weergegeven: groot Menupunt "Job lassen" oproepen Met toets rechts (8) scherm "Weer- gave groot" selecteren Scherm "Weergave groot" wordt weergegeven De parameters "Groepnr."...
Instellingen als Job opslaan Algemeen De functie “Als Job opslaan” kan in de volgende menupunten worden uitgevoerd: MIG/MAG synergisch lassen CC/CV-modus Job lassen Job optimaliseren & beheren Aanwijzing bij Alle parameters in alle weergegeven schermen instellen het opslaan van Parameter in scherm A instellen Jobs - Parameter in scherm B instellen Parameter in scherm C instellen, enz.
Pagina 70
Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Het tweede scherm “Als Job opslaan - Geheugenplaats” van de wizard wordt weergegeven Scherm “Als Job opslaan - Groep”: Nr. 6 SR 71 geselecteerd Bijpassende Job met instelwiel (18) selecteren Voor het benoemen van de Job toets F3 “Job benoemen”...
Pagina 71
Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Het derde scherm “Als Job op- slaan” van de wizard wordt als bevestiging weergegeven. Door op toets F1 "Terug" te drukken kunnen de schermen van reeds afgewerkte stappen opnieuw worden weergegeven. Veranderingen kunnen worden doorgevoerd. Scherm “Als Job opslaan - Geheugenplaats”: Job 61 Test geselecteerd Toets F2 “Gereed”...
Interne / externe instelling van geselecteerde pa- rameters Algemeen Met afstandsbediening RCU 5000i is het instellen van geselecteerde parameters als volgt mogelijk: Intern op de afstandsbediening Extern, bijvoorbeeld bij de draadaanvoer, stroombron, andere afstandsbedie- ningen, robotbesturing, enz. Is er een externe bedieningsmogelijkheid in het systeem, dan worden de betref- fende parameters automatisch op externe parameterinvoer ingesteld, bijv.:...
Pagina 73
Voorbeeld voor interne parameterinvoer: zwarte Voorbeeld voor externe parameterinvoer: door- balk met "venster" - boogcorrectie geselecteerd lopende zwarte balk - boogcorrectie BELANGRIJK! Functietoets F5 “Int/Ext” is alleen bij aangesloten afstandsbediening actief. Is de afstandsbediening niet aangesloten, dan wordt functietoets F5 "Int/Ext" grijs weergegeven: Voorbeeld bij een niet aangesloten afstandsbediening: F5 “Int/Ext”...
Job optimaliseren & beheren Algemeen Voor geselecteerde Jobs kunnen in het menupunt "Job optimaliseren & beheren" de volgende functies worden uitgevoerd: Oproepen van "Administratie data" Instellen van lasparameters Instellen van Job-specifieke parameters Afhankelijk van de soort uitgekozen Jobs worden een verschillend aantal scher- men aan de "waslijn"...
Toets F2 “Ja” of F3 “Nee” indruk- Online bewerken - F2 "Ja" De stroombron wisselt in het Job-correctiemenu, onafhan- kelijk van de actuele stroom- broninstellingen. Op de af- standsbediening veranderde gegevens worden ook bij de stroombron weergegeven. Online bewerken - F3 "Nee" De actuele stroombroninstel- lingen blijven gehandhaafd.
Jobs beheren Jobs beheren Menupunt "Job optimaliseren & beheren" opgeroepen Onafhankelijk van het getoonde scherm op toets F1 "Jobs beheren" drukken: Het eerste scherm “Job groe- pen bewerken” van de wizard wordt weergegeven Gewenste groep (0 - 99) met in- stelwiel (18) selecteren Voor het benoemen van een groep toets F3 “Groep benoemen”...
Pagina 77
Gewenste geheugenplaats met in- stelwiel (18) selecteren Voor het benoemen van de Job toets F3 “Job benoemen” indruk- ken: Scherm “Job benoemen” wordt weergegeven Scherm “Jobs beheren - Geheugenplaats” Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“ indrukken om de vol- gende letter in te voeren Correcties kunnen met de toet- sen F3 “<“...
Groepen en Jobs Menupunt "Job optimaliseren & wissen beheren" opgeroepen Onafhankelijk van het getoonde scherm op toets F1 "Jobs beheren" drukken: Het eerste scherm “Job groe- pen bewerken” van de wizard wordt weergegeven Bij het wissen van groepen de te wissen groep (0 - 99) met het in- stelwiel (18) selecteren Toets F4 "Groep wissen"...
Pagina 79
Bij het wissen van Jobs de betref- fende geheugenplaats met het in- stelwiel (18) selecteren Toets F4 "Job wissen" indrukken Veiligheidsvraag "Wilt u werke- lijk Job 3 wissen?" wordt weer- gegeven Scherm “Jobs beheren - Geheugenplaats” Toets F2 “Ja” indrukken De geselecteerde groep wordt gewist, het tweede scherm “Job locatie bewerken”...
Administratiegegevens voor een geselecteerde Job oproepen Administratiege- Menupunt "Job optimaliseren & gevens van een beheren" opgeroepen Job oproepen Met toets rechts (8) scherm "Ad- ministratiegegevens" selecteren Scherm "Administratiegege- vens" wordt weergegeven Parameters "Groepnr." met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Gewenste groep (0 - 99) met in- stelwiel (18) selecteren...
Lasprogramma voor een geselecteerde Job op- roepen en veranderen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort geselecteerde Jobs. Het scherm “Lasprogramma" wordt alleen bij MIG/MAG synergie Jobs weergege- ven. Lasprogramma Menupunt "Job optimaliseren & van een Job op- beheren"...
Pagina 82
Benodigd materiaal met instelwiel (18) selecteren Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Het tweede scherm “Keuze draaddiameter” van de wizard wordt weergegeven Alleen draaddiameters die voor op het eerste scherm gekozen materiaal geschikt zijn worden weergegeven. Scherm “Keuze toevoegmateriaal”: AlMg5 gese- lecteerd Bijpassende draaddiameter met in- stelwiel (18) selecteren Toets F2 “Voorwaarts”...
Pagina 83
Bijbehorend proces met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Bijbehorend referentienummer van de karakteristiek met instelwiel (18) selecteren Bijv.: De karakteristiek C0876 is al- leen voor CMT geschikt Toets F2 “Voorwaarts” indrukken Het vierde scherm “Laspro- gramma”...
Lasparameters voor een geselecteerde Job oproe- pen en veranderen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort geselecteerde Jobs. Lasparameter Menupunt "Job optimaliseren & beheren" opgeroepen van een Job op- Onafhankelijk van het weergegeven scherm de parameter "Groep nr." met be- roepen en veran- hulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren deren...
Aanwijzing bij Wordt bij MIG/MAG synergie Jobs in het veranderen het scherm "Lasparameters" de waarde van de waarde van de draadaanvoer veranderd, dan van de draadaan- veranderen op basis van de synergie- voer functie ook de waarden van de las- stroom en de lasspanning.
Procesinstellingen voor een geselecteerde Job oproepen en veranderen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort geselecteerde Jobs. Procesinstellin- Menupunt "Job optimaliseren & beheren" opgeroepen gen van een Job Onafhankelijk van het weergegeven scherm de parameter "Groep nr." met be- oproepen en ver- hulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren anderen...
Speciaal-2-Takt parameters voor een geselecteer- de Job oproepen en veranderen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort geselecteerde Jobs. Het scherm “Speciaal-2-Takt” wordt weergegeven: Wanneer de toortsschakelaar mode bij de geselecteerde Job op S2-Takt is in- gesteld Bij MIG/MAG synergische Jobs Speciaal-2-Takt...
Speciaal-4-Takt parameters voor een geselec- teerde Job oproepen en veranderen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort geselecteerde Jobs. Het scherm “Speciaal-4-Takt” wordt weergegeven: Wanneer de toortsschakelaar mode bij de geselecteerde Job op S4-Takt is ingesteld Bij MIG/MAG synergische Jobs Speciaal-4-Takt...
Spotlasparameters voor een geselecteerde Job oproepen en veranderen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort geselecteerde Jobs. Het scherm "Spotlassen" wordt alleen weergegeven: Wanneer de toortsschakelaar mode bij de geselecteerde Job op S4-Takt is ingesteld Bij MIG/MAG synergische Jobs Spotlasparame-...
Correctiegrenzen voor een geselecteerde Job vastleggen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort geselecteerde Jobs. Het scherm “Correctiegrenzen" wordt alleen bij MIG/MAG synergische Jobs weergegeven. Doel van correc- Correctiegrenzen kunnen voor iedere Job afzonderlijk worden ingevoerd. tiegrenzen Worden voor een Job correctiegrenzen vastgezet, dan kunnen bij het Joblassen het lasvermogen en de lasbooglengte van de betreffende Job binnen de vastge-...
Toelichting bij de Het correctiebereik voor het lasvermogen is als volgt samengesteld: correctiegrenzen ingestelde draadaanvoer Bijv.: 15,0 Waarde in % voor de bovenste vermo- gensgrens bovenste grens voor het lasvermogen 15,8 ingestelde draadaanvoer Bijv.: 15,0 Waarde in % voor de ondergrens vermo- onderste grens voor het lasvermogen 14,6 Bij Joblassen kan het lasvermogen tussen 14,6 m/min en 15,8 m/min worden ge-...
Documentatie per Job Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort geselecteerde Jobs. Doel van de "Documentatie per Job" is voor de documentatie over actuele laswaarden van een functie "Docu- geselecteerde Job. mentatie per "Documentatie per Job"...
Toelichting bij Parameter Instelling Resultaat Documentatie Bijeenbrengen De actuele laswaarden van de geselecteer- per Job van documen- de Job worden bij het Joblassen overeen- tatie komstig de parameters "Naadinterval" en "Tijdinterval" gedocumenteerd De actuele laswaarden van de geselecteer- de Job worden bij het Joblassen niet gedo- cumenteerd Naadinterval De actuele laswaarden van de geselecteer-...
SynchroPuls-parameters voor een geselecteerde Job oproepen en veranderen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort geselecteerde Jobs. Het scherm "SynchroPuls" wordt alleen weergegeven: Wanneer op de stroombron de optie SynchroPuls is geïnstalleerd Bij MIG/MAG synergische Jobs SynchroPuls-pa- Menupunt "Job optimaliseren &...
Qmaster-waarden voor een geselecteerde Job vastleggen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort geselecteerde Jobs. Doel van Qmas- Qmaster-waarden kunnen voor iedere Job afzonderlijk worden ingevoerd. Worden ter-waarden vastgelegde Qmaster-waarden voor een bepaalde tijd over- of onderschreden, dan vindt één van de volgende reacties plaats: Directe uitschakeling van de stroombron Er klinkt een waarschuwingssignaal...
BELANGRIJK! Wordt bij een geselecteerde Job de waarde van de parameters “Maximale tijd van de spanningsafwijking” en “Maximale tijd van de stroomafwij- king" = “Uit” ingevoerd, dan is de Qmaster-functie voor deze Job uitgeschakeld. Toelichting bij de Richtwaarde stroom Bijv.: 338,0 Qmaster-waar- Waarde in A voor de bovenste stroom-...
Draadaanvoer-Qmaster-waarde voor een geselec- teerde Job vastleggen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort geselecteerde Jobs. Doel van Qmas- Qmaster-waarden kunnen voor iedere Job afzonderlijk worden ingevoerd. Worden ter-waarden vastgelegde Qmaster-waarden voor een bepaalde tijd over- of onderschreden, dan vindt één van de volgende reacties plaats: Directe uitschakeling van de stroombron Er klinkt een waarschuwingssignaal...
BELANGRIJK! Wordt bij een geselecteerde Job de waarde van de parameters “Maximale tijd van de draadaanvoerafwijking” en “Maximale tijd van de lassnelheidafwijking" = “Uit” ingevoerd, dan is de Qmaster-functie voor deze Job uitgeschakeld. Toelichting bij de Bijv.: 15,0 Richtwaarde draadaanvoer draadaanvoer- Qmaster waar- Waarde voor onderste grens draadaan-...
Karakteristiek optimaliseren & beheren Algemeen In menupunt "Karakteristieken optimaliseren & beheren" kunnen gebruikerska- rakteristieken worden beheerd, geoptimaliseerd of van naam worden veranderd. OPMERKING! Het optimaliseren van gebruikerskarakteristieken vereist kennis van de lasboog- en lastechniek. BELANGRIJK! Voor het maken van een gebruikerskarakteristiek zijn minstens twee karakteris- tiekpunten nodig.
Toets F2 “Ja” of F3 “Nee” indruk- Online bewerken - F2 "Ja" De stroombron wisselt in het Setup-menu, onafhankelijk van de actuele stroombroninstel- lingen. Op de afstandsbedie- ning gewijzigde gegevens, waar- voor op de stroombron een weergavemogelijkheid bestaat, worden ook op de stroombron weergegeven (bijv.
Karakteristieken beheren Karakteristieken Menupunt "Karakteristieken opti- kiezen maliseren & beheren" oproepen Het laatst opgeroepen scherm "Gegevens" wordt weergege- ven. Onafhankelijk van het getoonde scherm op toets F1 "Karakteristie- ken beheren" drukken: Het eerste scherm “Karakteris- tieken administreren” van de wizard wordt weergegeven Voorbeeld voor een scherm "Gegevens"...
Karakteristieken Menupunt "Karakteristieken opti- benoemen en maliseren & beheren" oproepen van naam veran- Het laatst opgeroepen scherm deren "Gegevens" wordt weergege- ven. Onafhankelijk van het getoonde scherm op toets F1 "Karakteristie- ken beheren" drukken: Het eerste scherm “Karakteris- tieken administreren” van de wizard wordt weergegeven Voorbeeld voor een scherm "Gegevens"...
Toets F5 “Afbreken” indrukken Scherm “Karakteristieken administreren” Het laatst opgeroepen scherm "Gege- vens" wordt weergegeven. Voorbeeld voor een scherm "Gegevens" van de karakteristiek XYZ Karakteristieken Menupunt "Karakteristieken opti- wissen maliseren & beheren" oproepen Het laatst opgeroepen scherm "Gegevens" wordt weergege- ven.
Pagina 104
Gewenste karakteristiek met in- stelwiel (18) selecteren Toets F2 “Karakteristiek wissen” in- drukken: De veiligheidsvraag "Wilt u ka- rakteristiek ... werkelijk wis- sen?" wordt weergegeven Scherm “Karakteristieken administreren” Toets F2 “Ja” indrukken De karakteristiek wordt gewist, scherm “Karakteristiek admini- streren” wordt weergegeven De veiligheidsvraag "Wilt u karakteristiek ...
Karakteristiekpunten beheren Karakteristiek- Menupunt "Karakteristieken opti- punten selecte- maliseren & beheren" oproepen Het laatst opgeroepen scherm "Gegevens" wordt weergege- ven. Toets F1 "Karakteristieken behe- ren" indrukken, betreffende karak- teristiek selecteren Onafhankelijk van het weergegeven scherm het te veranderen karakte- ristiekpunt met toets F2 of F5 se- lecteren: F2 “vorige punt”...
Pagina 106
Met instelwiel (18) selecteren of de karakteristiekpunt berekend of ge- kopieerd moet worden Karakteristiekpunt berekenen: Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Het tweede scherm “Karakte- ristiekpunt berekenen” van de wizard wordt weergegeven Scherm "Karakteristiekpunt invoegen" - Bereke- nen geselecteerd Draadaanvoer, waarvoor de nieuwe karakteristiekpunt wordt berekend, met behulp van instelwiel (18) in- geven...
Pagina 107
De nieuwe karakteristiekpunt wordt overeenkomstig de draadaanvoer in de karakteristiek ingevoegd, het betref- fende scherm "Gegevens" wordt weer- gegeven Voorbeeld van een scherm "Gegevens" met een nieuw karakteristiekpunt (punt 1) Karakteristiekpunt kopiëren: Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Het tweede scherm “Karakte- ristiekpunt nu gekopieerd”...
De actueel geselecteerde karakteris- tiekpunt wordt in de karakteristiek ge- kopieerd, het bijbehorende scherm "Gegevens" wordt weergegeven. Voorbeeld van een scherm "Gegevens" met ge- kopieerd karakteristiekpunt (punt 3) Karakteristiek- Menupunt "Karakteristieken opti- punten wissen maliseren & beheren" oproepen Het laatst opgeroepen scherm "Gegevens"...
Pagina 109
De geselecteerde karakteristiekpunt wordt gewist, het bijbehorende scherm "Gegevens" wordt weergegeven Voorbeeld voor een scherm "Gegevens" van de karakteristiek XYZ...
Karakteristiekparameters van standaard karakte- ristieken Ontsteking Startsnelheid draad Draadsnelheid [m/min] vóór het lassen (0 - actueel ingestelde draadaanvoer- waarde) Startstroomtijd Duur [ms], hoe lang bij het starten van het lassen de ingestelde startstroom ac- tief is geen startstroom max. duur voor de startstroom Startstroom Hoogte van de startstroom [A] die bij het starten van het lassen is ingesteld.
Gevolgen van een te hoge spanning: Te lange booglengte In de omgeving van de lasnaad kunnen kartels optreden Vastsmelten van de elektrode aan contactbuis is mogelijk Geringe kortsluitfrequentie Gevolgen van een te lage spanning: Te korte lasboog - Lasboog instabiel Draadelektrode wordt niet voldoende opgesmolten - veel spatten door in- dompelen van de draadelektrode in het smeltbad Steilheid karakteristiek...
Stroomafname = 0 Speciaal dynamiek Met de speciaal dynamiek kan een bepaalde stroomwaarde voor de duur van de kortsluiting aan de actuele lasstroom worden toegevoegd. geen speciaal dynamiek (zwakke, naar instabiliteit neigende las- boog) 6553 max. speciaal dynamiek (krachtige, stabiele lasboog) Stroomafname De parameter stroomafname bepaalt met welke snelheid de kortsluitstroomre- geling overgaat in spanningsregeling.
Richtwaarde Materiaal-richtwaarde De richtwaarde voor de materiaaldikte [mm] wordt normaal gesproken door te proberen of aan de hand van een proeflas vastgesteld Spannings-richtwaarde De spannings-richtwaarde [V] wordt normaal gesproken door te proberen of aan de hand van een proeflas vastgesteld. Bij de stroombronnen TS 4000/5000 en TPS 2700/4000/5000 komt de spannings-richtwaarde overeen met de spanning op de contactbuis.
Karakteristiekparameters van puls-karakteristie- Ontsteking Startsnelheid draad Draadsnelheid [m/min] vóór het lassen (0 - actueel ingestelde draadaanvoer- waarde) Startstroomtijd Duur [ms], hoe lang bij het starten van het lassen de ingestelde startstroom ac- tief is geen startstroom max. duur voor de startstroom Startstroom Hoogte van de startstroom [A] die bij het starten van het lassen is ingesteld.
Pagina 115
Stroomtoename Tau Grondstroom Stroomafname pulseinde Pulsstroom Stroomafname Tau Grondstroom De grondstroom [A] heeft als taak de lasboog in de pauze tussen de impulsen (= grondstroomfase) in stand te houden. Gevolgen van een te hoge grondstroom: te sterk aansmelten van draadelektrode Vorming van grote druppels Gevolgen van een te lage grondstroom: ionisatie van lasboogtraject te laag...
Stroomafname pulseinde De parameter [A/ms] beschrijft de lineaire afname van de stroom bij het pul- seinde, bijv. geen stroomafname zwakke lasboog 1000 max. stroomafname (krachtige lasboog) Stroomafname Tau Tijdelijke overgang [ms] van een lineaire helling op de afbreekstroom (0 - 5) harde overgang, hard lasbooglawaai zwakke overgang, zwakker lasbooggeruis Druppelafsplitsstroom...
Pagina 117
Gevolgen van een te hoge spanning: Te lange booglengte In de omgeving van de lasnaad kunnen kartels optreden Vastsmelten van de elektrode aan contactbuis is mogelijk Gevolgen van een te lage spanning: Te korte booglengte Draadelektrode wordt niet voldoende opgesmolten - veel spatten door in- dompelen van de draadelektrode in het smeltbad Fakt-I_b-Regeling(pi) Inwerking van de regelafwijking [%] op de grondstroom (0 - 50)
I (A) I (A) t (s) I (A) t (s) I (A) t (s) t (s) Regelparameter Pulsstroom Fakt-I_b-Regeling (pi) Grondstroom Frequentie = 1/t Fakt-I_p1-Regeling (pi) Fakt-f-Regeling (p) Kortsluiting Stroomstijging kortsluiting De parameter [A/ms] beschrijft, hoe bij kortsluiting de stroom volgens een be- paalde helling toeneemt.
Terugbrandtijd 0,40 maximale terugbrandtijd (gevaar van het vastbranden van de draad aan de contactbuis) Richtwaarde Materiaal-Richtwaarde De richtwaarde voor de materiaaldikte [mm] wordt normaal gesproken door te proberen of aan de hand van een proeflas vastgesteld Spannings-Richtwaarde De spanningsrichtwaarde [V] wordt normaal gesproken door te proberen of aan de hand van een proeflas vastgesteld.
Karakteristiekparameters van CMT-karakteristie- Algemeen OPMERKING! Het opstellen en bewerken van CMT-karakteristieken is een complexe opgave en vereist dus kennis van Onderzoek & Ontwikkeling. Voor het opstellen en bewerken van CMT-karakteristieken is een speciale meet- techniek (bijv. highspeed camera, oscilloscoop, enz.) evenals een omvangrijke kennis van de achtergrond noodzakelijk.
t_hotstart Duur [ms], hoe lang bij het starten met lassen de ingestelde verandering van de booglengte actief is. geen verandering van de booglengte 654,9 max. duur voor de verandering van de booglengte slaghammer On_1/Off_0 Functie voor het verwijderen van slakken aan het einde van de draadelektrode De draadelektrode voert een snelle voor- en achterwaartse beweging uit en raakt daarbij het oppervlak van het werkstuk tot een eventueel aanwezige slak van de draadelektrode afspringt en er een ontsteking plaatsvindt.
Pagina 122
I_sc_wait Stroomrichtwaarde [A] in aansluiting op de boostfase tot het onderdom- pelen van de elektrode in het smeltbad vd_sc_wait Draadsnelheid [m/min] in aansluiting op de boostfase tot het onderdom- pelen van de elektrode in het smeltbad I_sc2 Stroomrichtwaarde bij kortsluiting [A] d_boostup Lineaire stroomtoename-snelheid [A/ms] aan het begin van de boostfase geen stroomtoename...
Laseinde I_drop_melt Stroomrichtwaarde [A] voor kogelvorming bij laseinde (t=10 ms) geen kogelvorming maximale kogelvorming t_burnback Duur van de stroomloze draadterugtrekking [ms], nadat de lasstroom uitge- schakeld werd (v = -6 m/min) Richtwaarde Stroom-Richtwaarde De stroomrichtwaarde [A] wordt normaal gesproken door te proberen of aan de hand van een proeflas vastgesteld.
Karakteristiekparameters van CMT / Puls-karak- teristieken Algemeen OPMERKING! Het opstellen en bewerken van CMT / pulskarakteristieken (CMT+P) is een com- plexe opgave en vereist dus kennis van Onderzoek & Ontwikkeling. Voor het opstellen en bewerken van CMT+P karakteristieken is een speciale meettechniek (bijv.
slaghammer On_1/Off_0 Functie voor het verwijderen van slakken aan het einde van de draadelektrode De draadelektrode voert een snelle voor- en achterwaartse beweging uit en raakt daarbij het oppervlak van het werkstuk tot een eventueel aanwezige slak van de draadelektrode afspringt en er een ontsteking plaatsvindt. Bij aluminium materialen is de ontstekingsparameter slaghammer = 0.
I_sc2 Stroomrichtwaarde [A] bij kortsluiting I_boost Stroomrichtwaarde [A] tijdens de boostfase t_I_boost Duur [ms] van de boostfase, vanaf het begin van de booststroomtoename tot het begin van de booststroomafname geen boostfase 99,98 maximale duur van de boostfase Pulsparameter d_pulsup Lineaire pulsstroom-toenamesnelheid [A/ms] geen pulsstroom-toename 1000 maximale pulsstroom-toename...
t_base Duur [ms], hoelang de parameter “I_base” actief is (grondstroomfase) geen grondstroomfase 99,98 maximale duur van de grondstroomfase BELANGRIJK! De pulsfrequentie kan als volgt worden berekend: (t_base + t_p1) t_p1 Duur van de pulsstroomfase [ms], vanaf de start van de stroomtoename tot de start van de stroomafname geen pulsstroomfase 50,02...
Overnemen van Spannings- en stroomrichtwaarden worden vanaf de afstandsbediening direct spannings- en vanaf de proeflas overgenomen: stroom-richt- waarden Lasspanning en lasstroom op de stroombron instellen Proeflas maken Tijdens het lasproces worden de actuele waarden voor lasspanning en lasstroom als werkelijke waarde op de af- standsbediening weergegeven.
Karakteristiek-parameters van CMT Advanced karakteristieken Algemeen OPMERKING! Het opstellen en bewerken van CMT / pulskarakteristieken (CMT+P) is een com- plexe opgave en vereist dus kennis van Onderzoek & Ontwikkeling. Voor het opstellen en bewerken van CMT+P karakteristieken is een speciale meettechniek (bijv.
Weldstart Positive_weldstart_cycles Aantal positieve lasstartcycli Negative_weldstart_cycles Aantal negatieve lasstartcycli Summary_weldstart_cycles Totaal aantal lasstartcycli Scherm "Weldstart" bij CMT Advanced karakte- ristieken CMT-parameter De CMT-parameters worden in de schermen “CMT - Param1” en “CMT - Param2” en EN-CMT-pa- weergegeven. rameter De EN CMT-parameter in het negatieve cyclusbereik worden in de schermen „EN CMT - Param1“...
Pagina 131
I_sc_wait (-5) EN_I_sc_wait Stroomrichtwaarde [A] in aansluiting op de boostfase tot het onderdom- pelen van de elektrode in het smeltbad vd_sc_wait (-6) EN_vd_sc_wait Draadsnelheid [m/min] in aansluiting op de boostfase tot het onderdom- pelen van de elektrode in het smeltbad I_sc2 (-7) EN_I_sc2...
(13) tau_boostdown (-13) EN_tau_boostdown Niet-lineaire stroomafname-snelheid [ms] aan het einde van de boostfa- se (0,08 - 20) EN/EP CMT Positive_cycles Positieve CMT-cycli Negative_cycles Negatieve CMT-cycli Laseinde I_drop_melt EN_I_drop_melt Stroomrichtwaarde [A] voor kogelvorming bij laseinde (t=10 ms) geen kogelvorming maximale kogelvorming t_burnback Duur van de stroomloze draadterugtrekking [ms], nadat de lasstroom uitge- schakeld werd (v...
Draadaanvoer De richtwaarde voor de draadaanvoer [m/mm] wordt normaal gesproken door te proberen of aan de hand van een proeflas vastgesteld. Overnemen van Spannings- en stroomrichtwaarden worden vanaf de afstandsbediening direct spannings- en vanaf de proeflas overgenomen: stroom-richt- waarden Lasspanning en lasstroom op de stroombron instellen Proeflas maken Tijdens het lasproces worden...
Karakteristiekparameters van CMT / Puls Advan- ced karakteristieken Algemeen OPMERKING! Het opstellen en bewerken van CMT / pulskarakteristieken (CMT+P) is een com- plexe opgave en vereist dus kennis van Onderzoek & Ontwikkeling. Voor het opstellen en bewerken van CMT+P karakteristieken is een speciale meettechniek (bijv.
Overzicht: CMT- De CMT-parameters worden in de schermen “CMT - Param1” en “CMT - Param2” parameter, puls- weergegeven. parameter De Puls-parameters worden in de schermen „Pulsparameter 1“ en „Pulsparame- ter 2“ weergegeven. (m/s) (19) t (s) (14) (13) I (A) (16) (12) (17)
d_boostup 1000 maximale stroomtoename tau_boostup Niet-lineaire stroomtoename-snelheid [ms] bij het begin van de boostfase (0,08 - 5,00) I_boost Stroomrichtwaarde [A] tijdens de boostfase t_I_boost Duur [ms] van de boostfase, vanaf het begin van de booststroomtoename tot het begin van de booststroomafname geen boostfase 99,98 maximale duur van de boostfase...
Pagina 137
t_p1 geen pulsstroomfase 79,50 maximale duur van de pulsstroomfase d_Ip2 Lineaire pulsstroom-afnamesnel- heid [A/ms] t_p2 geen pulsstroom- (14) I_p1 afname 2200 maximale puls- stroom-afname (16) d_Ip2 tau_Ip2 Niet-lineaire pulsstroom-afname- I_p2 (17) tau_Ip2 snelheid [ms] I (A) d_I_Base (18) I_base tau_I_base I_p2 t (s) Afsplitsstroom [A]...
U_set_puls Deze parameter geeft de richtwaarde voor de spanning in [V] voor de booglengteregeling. Gevolgen van een te hoge spanning: Te lange booglengte In de omgeving van de lasnaad kunnen kartels optreden Vastsmelten van de elektrode aan contactbuis is mogelijk Gevolgen van een te lage spanning: Te korte booglengte Draadelektrode wordt niet voldoende opgesmolten - veel spatten door in-...
Laseinde t_burnback Duur van de stroomloze draadterugtrekking [ms], nadat de lasstroom uitge- schakeld werd (v = -6 m/min) Richtwaarde Stroom-Richtwaarde De stroomrichtwaarde [A] wordt normaal gesproken door te proberen of aan de hand van een proeflas vastgesteld. Materiaal-Richtwaarde De richtwaarde voor de materiaaldikte [mm] wordt normaal gesproken door te proberen of aan de hand van een proeflas vastgesteld.
Karakteristiekparameters veranderen De procesrege- In elk scherm van het menupunt "Karakteristieken optimaliseren & beheren" laar wordt de procesregelaar weergegeven. Deze procesregelaar ondersteunt de opti- malisatie van pulskarakteristieken door middel van de regelparameters Fakt-I_b- Regeling (pi), Fakt-I_p1-Regeling (pi) en Fakt-f-Regeling (p) Procesregelaar met instelbereiken optimaal bereik (2) actuele waarde...
Software “RCU Data Receiver”, geïnstalleerd op PC / Laptop Dataverbinding tussen PC / Laptop en de stoombron (bijv met LocalNet / RS 232 interface of met de optie "Ethernet" op de stroombron) Afstandsbediening RCU 5000i Indien geen LocalNet-aansluiting op de stroombron vrij is: LocalNet-ver- deler, passief...
Software “RCU Data Receiver”, geïnstalleerd op PC / Laptop in de handel verkrijgbare Card-Reader voor het uitlezen van gegevens op de geheugenkaart Afstandsbediening RCU 5000i Indien geen LocalNet-aansluiting op de stroombron vrij is: LocalNet-ver- deler, passief Lasgegevens, die direct worden geëvalueerd, kunnen ook parallel op de geheu- genkaart worden opgeslagen.
Overzicht “Documentatie" bestaat uit de volgende rubrieken: Basisinstellingen voor bijeenbrengen van documentatie vastleggen Qmaster-waarden vastleggen Maximale motorstroom instellen Productnummer registratie Las logboek Foutmeldingen logboek Geheugenkaart verwijderen...
Basisinstellingen voor bijeenbrengen van docu- mentatie vastleggen Basisinstellingen Menupunt "Documentatie" oproe- voor bijeenbren- gen van docu- Met toets rechts (8) scherm "Basis- mentatie vast- instellingen" selecteren leggen Scherm "Basisinstellingen" wordt weergegeven Bijbehorende parameter met be- hulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Parameter met instelwiel (18) ver- anderen...
De actuele lasgegevens worden bij iedere honderdste (las)naad gedocumenteerd (= max. naadinterval) Tijdinterval voor het instellen met welke tijdintervallen zal worden gedocumenteerd Bereik Uit / 0,1 - 9,9 Actuele laswaarden worden niet gedocumenteerd; over alle las- werkzaamheden wordt een gemiddelde waarde voor de las- stroom en lasspanning ingevoerd;...
BELANGRIJK! De geheugenkaart mag niet tegen overschrijven zijn beschermd. A.u.b. SM/SD kaart insteken Bevindt zich geen geheugenkaart in het slot voor de geheugenkaart (24), dan wordt het scherm "Waarschuwing - A.u.b. geheugenkaart aanbrengen" getoond. Voor het uitlezen van de gegevens van de geheugenkaart is een in de handel verkrijgbare Card-Reader nodig.
Pagina 148
Bij maximale documentatie (naadinterval = 1, tijdinterval = 0,1, inschakelduur 100%) een volle geheugenkaart binnen max. 4 minuten vervangen. Anders gaan de op afstandsbediening RCU 5000i tussen- tijds opgeslagen gegevens verloren. Afstandsbediening RCU 5000i ondersteunt geheugenkaarten van 32 Mb - 1Gb.
Qmaster-waarden vastleggen Doel van Qmas- In menupunt "Documentatie" kunnen Qmaster-waarden worden vastgelegd. Bij ter-waarden het opslaan van Jobs worden deze Qmaster-waarden als voorinstelling overgeno- men. Worden vastgelegde Qmaster-waarden bij het Joblassen voor een bepaalde tijd over- of onderschreden, dan vindt één van de volgende reacties plaats: Directe uitschakeling van de stroombron Er klinkt een waarschuwingssignaal Geen reactie...
Pagina 150
Maximale tijd van de stroomafwijking Bijv.: sec. Reactie Bijv.: Uitscha- keling Is bij Joblassen de werkelijke lasstroom langer dan 0,8 sec. hoger dan 275 A of lager dan 236 A, dan schakelt de stroombron uit. Lasspanning volgens Job Bijv.: 35,0 Waarde in V voor de bovenste span- ningsgrens onderste lasspanning-grenswaarde...
Maximale motorstroom instellen Algemeen In het menupunt "Documentatie" kan voor draadaanvoermotor en de motor van een PushPull-eenheid de maximale motorstroom worden vastgelegd. Bij het op- slaan van Jobs worden deze maximale motorstroomwaarden als voorinstelling overgenomen. Worden de vastgelegde motorstroomwaarden tijdens het lassen voor een bepaalde tijd overschreden, dan vindt één van de volgende reacties plaats: Directe uitschakeling van de stroombron...
Productnummer registratie Algemeen In het menupunt "Documentatie" is een productnummer registratiefunctie be- schikbaar. Met de productnummer registratie kunnen aan willekeurige onderde- len of werkstukken doorlopende nummers worden toegewezen. Door het toege- wezen nummer is ieder onderdeel exact te identificeren (bijv. bij het optreden van een storing).
Pagina 153
Menupunt "Documentatie" oproe- Met toets rechts (8) scherm "Pro- ductnummer registratie" selecte- Scherm "Productnummer regi- stratie" wordt weergegeven Parameter "Productnummer" met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Toets F3 “Benoemen” indrukken SD-kaart verwijderen Het scherm “Productnummer invoeren”...
Voorbeeld van een productnummer met scheidingsteken: Eindnummer met vier posities (wordt verhoogd tot max. 9999) Scheidingsteken Tekens voor het scheidingste- ken blijven ongewijzigd Zo zijn productnummers van K10-0002 tot K10-9999 mogelijk, Productnummer De verhoging van het productnummer kan handmatig met toetsen F1 en F2 of verhogen per Job plaatsvinden.
Pagina 155
Verhoging per Job Parameter "Verhoging" met instel- wiel (18) op "Job" instellen Bij parameter “Job-Trigger” het nummer van de Job invoeren, waar- van het productnummer moet wor- den verhoogd. Telkens wanneer de in de para- meter “Job-Trigger” ingevoerde Job wordt geselecteerd, wordt het productnummer verhoogd.
Las logboek Algemeen In het Las logboek worden de lasgegevens van alle MIG/MAG laswerkzaamheden (synergisch, standaard, Job) vanaf lasbegin via de rubrieken tot laseinde opgete- kend. Las logboek - Menupunt "Documentatie" oproe- Lasgegevens weergeven Met toets rechts (8) scherm "Las logboek"...
Pagina 157
De lasgegevens van de betreffende ru- briek worden weergegeven. Scherm "Lasinformatie" voor naad 2, rubriek 1...
In het Foutmeldingen logboek worden de volgende gegevens opgetekend: Het aan- en afmelden van gebruikers Het veranderen van Jobs Het optreden en verhelpen van storingen Actualiseringen van de RCU 5000i software Het Foutmeldingen logboek bevat ca. 400 aantekeningen. Foutmeldingen Menupunt "Documentatie" oproe- logboek Met toets rechts (8) scherm "Fout-...
Geheugenkaart verwijderen Algemeen Voor het evalueren van gegevens moet de geheugenkaart uit de afstandsbedie- ning worden genomen, bijv. bij laspauzes. Het verwijderen van de geheugenkaart is te allen tijde mogelijk. Geheugenkaart OPMERKING! verwijderen Bij documentatie op de geheugenkaart vóór het verwijderen van de geheugen- kaart altijd toets F5 “SD-kaart verwijderen”...
Pagina 160
Geheugenkaart verwijderen Scherm "Informatie - Het opslaan is afgesloten"...
Profielen aanleggen en bewer- L/R-afstemmen - Inductiviteit lascircuit en weerstand lascir- cuit afstemmen Voorbeeld profielen Sleutels aanleggen en bewer- Aanmelden en afmelden van RCU 5000i - Instellingen terug- geregistreerde gebruikers op de stellen naar afleveringstoe- afstandsbediening stand...
Machinevoorinstellingen voor het lassen instellen Machinevoorin- Menupunt "Machinevoorinstellin- stellingen voor gen" oproepen "MIG/MAG" in- Met toets rechts (8) scherm "MIG/ stellen MAG" selecteren Scherm “MIG/MAG” wordt weergegeven Bijbehorende voorinstelling met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Waarde van de voorinstellingen met instelwiel (18) veranderen De waarde van een voorinstel-...
Machinevoorin- Menupunt "Machinevoorinstellin- stellingen voor gen" oproepen "Elektrode las- Met toets rechts (8) scherm "Elek- sen" instellen trode lassen" selecteren Scherm "Elektrode lassen" wordt weergegeven Bijbehorende voorinstelling met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Waarde van de voorinstellingen met instelwiel (18) veranderen De waarde van een voorinstel- ling kan alleen in het kader van...
Is de optie ethernet (Print UBST met ethernetaansluiting) op de stroom- bron geïnstalleerd, dan is ook het scherm voor het instellen van de ethernet-pa- rameter op de RCU 5000i beschikbaar. Het scherm wordt aan de waslijn toege- voegd. Als alternatief voor PC of Laptop kunnen ethernetinstellingen voor de betreffen- de stroombron via de RCU 5000i worden uitgevoerd.
Gewenste Ethernet-parameters met behulp van toetsen naar bene- den (6) of naar boven (7) selecte- Gewenste positie met toets F3 "<" of toets F4 ">" selecteren Positie met instelwiel (18) instellen Bij afgesloten instelling de ether- net-parameter toets F2 "Gereed" indrukken Het scherm "Ethernet instellin- gen"...
Datum en tijd instellen Datum en tijd in- Menupunt "Machinevoorinstellin- stellen gen" oproepen Met toets rechts (8) scherm "Tijd/ Datum" selecteren" Scherm "Tijd/Datum" wordt weergegeven Bijbehorende parameter met be- hulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Parameter met instelwiel (18) ver- anderen De waarde van een parameter...
Bij de externe parameterkeuze worden de parameters via de robotbesturing ingevoerd en veranderd. De externe parameterkeuze is de standaardinstelling voor de robotmodus. Bij het opnieuw starten en bij het afsluiten schakelt de afstandsbediening RCU 5000i automatisch over naar externe parameterkeuze. Door een selectieve externe-interne omschakeling kunnen de geselecteerde pa- rameters bij externe parameterkeuze intern op de afstandsbediening worden ver- anderd en ingesteld.
Geselecteerde parameters worden met een zwarte balk met "venster" voor de parameterwaarde weergegeven. In het "venster" kan de waarde van de geselecteerde parameter met het in- stelwiel (18) worden veranderd. Voorbeeld voor interne parameterselectie: zwar- te balk met "venster" - boogcorrectie geselec- teerd Externe parame- Menupunt "Machinevoorinstellin-...
Selectieve ex- Met functietoets F5 “Int / Ext” kan bij externe parameterselectie een selectieve tern-intern om- extern-intern omschakeling van de geselecteerde parameter worden uitgevoerd. schakeling gese- De externe parameters kunnen zo intern op de afstandsbediening worden veran- lecteerde para- derd en ingesteld. meter bij externe De functietoets F5 “Int / Ext”...
MIG/MAG synergisch lassen: Scherm “Lasparameter”, Toortsschakelaar mode geselecteerd - func- tietoets F5 “Int / Ext” geblokkeerd Andere functies Selectie van menupunten in de robotmo- In de robotmodus kunnen de volgende menupunten worden geselecteerd: Lasproces, dat actueel door robot geselecteerd is Job optimaliseren &...
Pagina 171
selt de robot het lasproces, dan wisselt ook de weergave van het scherm "Gege- vens" overeenkomstig het nieuwe lasproces. Bijv.: Robot werkt in "MIG/MAG synergisch lassen" Menupunt “MIG/MAG synergisch lassen" is door de gebruiker geopend, scherm "Procesinstellingen" is geselecteerd Robot wisselt naar "Job lassen" Weergave op de afstandsbediening wisselt automatisch naar het laatst weer- gegeven scherm "Gegevens"...
Profielen / Sleutels Algemeen In het scherm “Profielen / Sleutels” kan het gebruikersbeheer plaatsvinden. Een gebruikersbeheer is zinvol, wanneer meerdere gebruikers met één en dezelfde af- standsbediening werken. Het gebruikersbeheer vindt plaats met behulp van ver- schillende profielen en met de sleutelkaarten (artikelnummer 43,0001.1168). Af- hankelijk van het opleidingsniveau of kwalificatie van een gebruiker, worden ver- schillende profielen aan de gebruiker toegewezen.
Tot zijn taken behoort onder anderen: Maken van Jobs, Aanmaken en beheren van gebruikersgegevens, Verlenen van toegangsrechten, Actualiseren van de RCU 5000i software, Opslaan van gegevens, enz. Gebruikersbeheer Het gebruikersbeheer omvat alle in de afstandsbediening geregistreerde gebrui- kers. Afhankelijk van de scholing of kwalificatie van een gebruiker worden de ge- bruikers verschillende profielen toegekend.
(zie ook de rubriek "RCU 5000i m.b.v. sleutelkaart vergrendelen en ont- grendelen"). Profiel “Admini- Het profiel "Administrator" kan niet worden gewist, geen andere naam geven en strator” niet bewerken. Profiel “Admini- Het profiel "Afgesloten" kan niet worden gewist en geen andere naam worden strator”...
Op grond van foutief of onjuist aangelegde profielen en sleutels kunnen sleutel- kaarten niet herkend of toegelaten worden, de afstandsbediening RCU 5000i sluit af. Lees de volgende punten aandachtig en houdt u zich bij het aanleggen van pro- fielen en sleutels aan dit advies.
Profielen aanleggen en bewerken Voorwaarde Om profielen te kunnen aanleggen moet een administrator-sleutel zijn aange- legd. Administrator- Menupunt "Machinevoorinstellin- sleutel aanleg- gen" oproepen Met toets rechts (8) scherm "Pro- fielen / Sleutels" oproepen Scherm "Profielen / Sleutels" - wordt weergegeven Met instelwiel (18) "Administrator"...
Pagina 177
Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“ indrukken om de vol- gende letter in te voeren Correcties kunnen met de toet- sen F3 “<“ of F2 “< Wissen” worden doorgevoerd Bij afgesloten benoeming op toets F1 “Overnemen” drukken: Bij het aanmaken van de eerste sleutel wordt direct het tweede scherm “Transponder registre-...
Toets F2 “Gereed” indrukken Scherm "Profielen / Sleutels" - wordt weergegeven Scherm “Bevestiging” Profielen aanleg- Menupunt "Machinevoorinstellin- gen" oproepen Met toets rechts (8) scherm "Pro- fielen / Sleutels" oproepen Scherm "Profielen / Sleutels" - wordt weergegeven Toets F3 “Nieuw profiel” indrukken Alleen wanneer nog geen admi- nistratorsleutel is aangemaakt, wordt het scherm "Informatie -...
Pagina 179
Toets F3 “Profiel benoemen” in- drukken Scherm “Profiel benoemen” wordt weergegeven Scherm "Naam van het profiel invoeren" Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“ indrukken om de vol- gende letter in te voeren Correcties kunnen met de toet- sen F3 “<“...
Pagina 180
Toewijzingen aan functietoetsen, die voor het betreffende profiel moeten worden vrijgegeven, met instelwiel (18) selecteren Voor het activeren van de toewij- zingen van functietoetsen toets F4 "Selecteren" indrukken Een geactiveerde toewijzing van functietoetsen is met een X in het controlevakje aangeduid. Scherm “Andere instellingen”...
Toets F2 “Voorwaarts” indrukken Het laatste scherm "Bevesti- ging" van de wizard wordt weergegeven. Toets F2 “Gereed” indrukken Scherm “Bevestiging” Het scherm "Profielen / Sleutels" met het nieuwe profiel wordt weergegeven. Machinevoorinstellingen - scherm "Profielen / Sleutels" met nieuw profiel Profielen ope- Gewenst profiel met instelwiel (18) nen / sluiten...
Voor het sluiten van het profiel toets F2 "Profiel sluiten" indrukken Machinevoorinstellingen - scherm "Profielen / Sleutels", Profiel "Administrator" geopend Het profiel wordt gesloten. Machinevoorinstellingen - scherm "Profielen / Sleutels", Profiel "Administrator" geselecteerd Profiel bewerken Gewenst profiel met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “Profiel bewerken”...
Pagina 183
Voor het veranderen van de profiel- naam toets F3 "Profielnaam veran- deren" in drukken: Scherm “Profiel benoemen” wordt weergegeven. Scherm "Naam van het profiel veranderen" Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“ indrukken om de vol- gende letter in te voeren Correcties kunnen met de toet- sen F3 “<“...
Pagina 184
Menupunten en gegevensschermen die veranderd moeten worden, met instelwiel (18) selecteren BELANGRIJK! Om gegevensschermen te activeren, moet ook het hoger gekwalificeerde menupunt geactiveerd zijn. Voor het activeren van een menu- punt of een gegevensscherm toets F4 "Selecteren" indrukken Een geactiveerd menupunt of gegevensscherm is met een X in het controlevakje aangeduid.
Voorbeeld profielen Algemeen Voor een beter inzicht zijn de keuzelijsten van de volgende voorbeeld-profielen compleet afgebeeld. De weergave van de keuzelijsten op de afstandsbediening wordt door de grootte van het scherm bepaald. De afzonderlijke instellingen van de keuzelijsten kunnen met instelwiel (18) worden geselecteerd. Afgesloten Fabrieksinterne voorinstelling van het profiel "Afgesloten": Scherm “Andere instellingen”...
Pagina 188
Scherm “Andere instellingen” Hoofdmenu in het profiel “Welding Specialist MIG / MAG” Scherm "Menu's en gegevensscreens"...
Robot-Program- Taken: Communicatie tussen robotbesturing en lasapparaat tot stand brengen Controlefunctie Scherm “Andere instellingen” Hoofdmenu in het profiel “Robot-Programmer” Scherm "Menu's en gegevensscreens"...
Sleutels aanleggen en bewerken Sleutelkaarten Met instelwiel (18) het profiel se- van de profielen lecteren, waaraan een sleutelkaart toewijzen (sleu- moet worden toegewezen tels aanleggen) Toets F1 “Nieuwe sleutel” indruk- Het eerste scherm, "Naam ge- ven", van de wizard wordt weer- gegeven Machinevoorinstellingen - scherm "Profielen / Sleutels", profiel "MIG / MAG lassers"...
Pagina 192
Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: het tweede scherm “Transpon- der registreren” van de wizard wordt weergegeven BELANGRIJK! Geen sleutels twee- maal aanmaken. Iedere gebruiker een sleutelkaart toewijzen. Scherm “Naam invoeren” Te registreren sleutelkaart op de leeszone voor de sleutelkaard (16) houden. Alleen wanneer een sleutel- kaart al is geregistreerd, wordt het scherm "Fout - Sleutel be-...
Toets F2 “Gereed” indrukken Scherm "Profielen / Sleutels" - wordt weergegeven Scherm “Bevestiging” Gebruikers / Profiel, dat aan de te veranderen Sleutels bewer- sleutel is toegewezen, openen Bijpassende sleutel met instelwiel (18) selecteren Toets F2 “Sleutel bewerken” in- drukken Het eerste scherm, "Naam ver- anderen", van de wizard wordt weergegeven Scherm "Profielen en sleutels", sleutel "Dhr.
Pagina 194
Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“ indrukken om de vol- gende letter in te voeren Correcties kunnen met de toet- sen F3 “<“ of F2 “< Wissen” worden doorgevoerd Bij afgesloten benoeming op toets F1 “Overnemen” drukken: de nieuwe naam wordt overge- nomen, scherm "Naam veran- deren"...
Toets F3 “OK” indrukken Andere sleutelkaart registreren Anders wordt het laatste scherm "Bevestiging" van de wizard weergegeven Scherm "Fout - Sleutel bestaat al" Toets F2 “Gereed” indrukken Scherm "Profielen / Sleutels" - wordt weergegeven Scherm “Bevestiging” Gebruikers / Profiel, dat aan de te veranderen Sleutels wissen sleutel is toegewezen, openen Bijpassende sleutel met instelwiel...
Pagina 196
Toets F2 “Ja” indrukken De veiligheidsvraag "Wilt u sleutel ... werkelijk wissen?" Het geselecteerde sleutel wordt ge- wist, het scherm "Profielen / Sleutels" wordt weergegeven. Machinevoorinstellingen, scherm "Profielen / Sleutels"...
Met behulp van de sleutelkaarten kan men zich bij de afstandsbediening RCU 5000i aan- en afmelden. Voorwaarde: De sleutelkaart van de gebruiker moet bij de afstandsbediening RCU 5000i gere- gistreerd en aan een profiel toegewezen zijn. Bij het aanmelden van niet-geregistreerde sleutelkaarten wordt een bijbehorend aanwijzingenscherm weergegeven: Scherm "Info sleutel"...
Scherm "Info sleutel - Gebruiker afgemeld" Weergave profiel Is op de afstandsbediening RCU 5000i het profiel "Vergrendeld" geactiveerd, dan "Vergrendeld" wordt dit in de informatieregel van het scherm "Gegevens" weergegeven, bijv.: MIG/MAG synergisch lassen, scherm “Lasprogramma”, profiel "Vergrendeld" geactiveerd...
RCU 5000i - Unlock-functie Algemeen De afstandsbediening RCU 5000i is vanaf software-versie OFFICIAL RCU V1.14.12 met de unlock-functie uitgerust. Deze unlock-functie verandert het profiel "Afgesloten" en maakt de toegang tot de machinevoorinstellingen mogelijk in het scherm "Profielen en sleutels", bij- voorbeeld om een administrator-sleutel aan te maken of het profiel "Afgesloten"...
Pagina 201
“UACCESS.TXT” en verandert het profiel “Afge- sloten”. De informatie "Uw RCU 5000i werd open gesteld ...” wordt weergegeven. Scherm “Informatie - RCU 5000i open gesteld” In menupunt "Machinevoorinstellin- gen"... Hoofdmenu in profiel "Afgesloten"- na verande- ring door de unlock-functie...
Pagina 202
kan het scherm "Profielen en sleutels" worden geselecteerd. Scherm "Profielen / Sleutels" - na verandering van het profiel "Afgesloten" door de unlock-func- Scherm "Andere instellingen" in het profiel "Af- gesloten" na verandering door de unlock-functie Bij geselecteerd profiel "Afgesloten" kunnen door het indrukken van toets F4 "Profiel veranderen"...
Verdere wijze Nieuwe Administrator-sleutel aanleggen (zie "Aanbevelingen voor het aanleg- van handelen gen van profielen en sleutels" en "Sleutels aanleggen en bewerken") Profiel "Afgesloten" conform "Voorbeeld-profielen" naar de fabrieksinterne voorinstelling terugstellen (zie "Profielen aanleggen en bewerken")
Taal en norm instellen Algemeen Bij de machinevoorinstellingen kunnen in het scherm "Taal en normen" op dit mo- ment de volgende gebruikerstalen worden ingesteld: Nederlands Nederlands Engels Chinees Frans Japans Italiaans Koreaans Spaans Sloveens Tsjechisch Pools Zweeds Fins Portugees (Brazilië) Russisch Bovendien kan tussen metrische eenheden (mm, kg, m/min, l, enz.) en Engelse eenheden (in, lb, ipm, gal, enz.) worden omgeschakeld.
Versie-gegevens bekijken Algemeen Indien de afstandsbediening RCU 5000i op een stroombron is aangesloten, wor- den op het scherm "Versie" naast de versiegegevens van de afstandsbediening ook de versiegegevens van de stroombron (UST), Digitale Signaal Processor (DSP) en draadaanvoer (SR 41) weergegeven.
Backup maken Algemeen Met de functie "Backup" kunnen alle gegevens van de afstandsbediening worden opgeslagen: Actuele parameterinstellingen Jobs Aangepaste karakteristieken Ingestelde lasprogramma's Machinevoorinstellingen Documentatie-instellingen Ingestelde lasgegevens, enz. De backup wordt op de geheugenkaart opgeslagen. Het hierbij gebruikte formaat "*.FBC" kan gewoonlijk niet worden bekeken. Backup maken BELANGRIJK! De geheugenkaart mag niet tegen overschrijven zijn be-...
Pagina 207
Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“ indrukken om de vol- gende letter in te voeren Correcties kunnen met de toet- sen F3 “<“ of F2 “< Wissen” worden doorgevoerd Bij afgesloten benoeming op toets F1 “Overnemen” drukken: Scherm "Backup benoemen”...
Gegevens herstellen Algemeen Met de functie "Restore" kunnen bestaande backups weer op de afstandsbedie- ning worden opgeslagen: De backup wordt van de geheugenkaart op de afstandsbediening gekopieerd. Gegevens weer Geheugenkaart, waarop de weer te herstellen - Res- herstellen backup is opgeslagen, in tore de sleuf voor de geheugenkaart (24) aanbrengen...
Pagina 209
De gegevens, die weer moeten wor- den hersteld, met instelwiel (18) Restore vanaf geheugenkaart selecteren Voor het selecteren van de betref- fende gegevens toets F4 "Selecte- ren" indrukken (X in controlevakje = geselecteerd) Indien "compleet" wordt gese- lecteerd, worden de gegevens "Gebruikerskarakteristieken", "Jobs"...
Draadaanvoer of PushPull-eenheid afstemmen Draadaanvoer Bij iedere verandering van de draadaanvoer (bijv. kern van draadvoering vervan- synchroniseren gen), is het synchroniseren van de draadaanvoer noodzakelijk. (VR-synchroni- satie) Menupunt "Machinevoorinstellin- gen" oproepen Met toets rechts (8) scherm "MIG/ MAG" selecteren Scherm “MIG/MAG” wordt weergegeven Toets F3 "VR-synchronisatie”...
Toets F2 “Gereed” indrukken: Scherm “Bevestiging” Scherm “MIG/MAG” wordt weergege- ven. Machinevoorinstellingen: Scherm “MIG/MAG” PushPull een- De synchronisatie van de PushPull eenheid moet voor iedere eerste inbedrijfna- heid synchroni- me en na iedere update van de draadaanvoer software plaatsvinden. Wordt het seren synchroniseren van de PushPull-eenheid niet uitgevoerd, dan worden de stan- daard parameters gebruikt - het lasresultaat kan onder bepaalde omstandighe-...
Pagina 212
Betreffende PushPull motor met instelwiel (18) selecteren Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Het tweede scherm, "Draad on- belast“, van de wizard wordt weergegeven Scherm “Push/Pull motor selecteren” Aanwijzingen op het scherm "Draad loskoppelen" opvolgen Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: De VR-synchronisatie wordt gestart, het derde scherm, "Onbelast synchroniseren", van de wizard wordt weergegeven...
Pagina 213
Aanwijzingen op het scherm "Draad aankoppelen" opvolgen VOORZICHTIG! Risico op lichamelijk letsel door naar buiten komende elektrode. Lasbrander van gezicht en lichaam weghouden. Toets F2 “Gereed” indrukken: De VR-synchronisatie wordt opnieuw gestart, het vijfde scherm, "Belast synchronise- ren", van de wizard wordt weer- gegeven Scherm "Draad aankoppelen"...
Pagina 214
Scherm “MIG/MAG” wordt weergege- ven. Machinevoorinstellingen: Scherm “MIG/MAG”...
L/R-synchroniseren - Inductiviteit lascircuit en weerstand lascircuit synchroniseren Algemeen Bij verandering van de volgende componenten van de lasinstallatie moeten de in- ductie (L) en de weerstand (R) van het lascircuit worden gesynchroniseerd: Branderslangenpakket verbindingsleidingpakketten Massakabel, laskabel draadtoevoer Lasbrander, elektrodenhouder Push/Pull-eenheden OPMERKING! De L/R-synchronisatie moet voor ieder lasproces afzonderlijk plaatsvinden.
Pagina 216
Toets F2 “Voorwaarts” indrukken Het tweede scherm, "Voorbe- reidingen", van de wizard wordt weergegeven Scherm “Actuele waarden" BELANGRIJK! Het contact tussen de massaklem en het werkstuk moet op een gereinigd oppervlak van het werk- stuk plaatsvinden. Aanwijzingen op het scherm "Voor- bereiding"...
Pagina 217
Toets F2 “Gereed” indrukken: Scherm “Bevestiging” Het laatst opgeroepen scherm "Gege- vens" wordt weergegeven. Machinevoorinstellingen: bijv. scherm "MIG/ MAG"...
RCU 5000i - Instellingen terugstellen naar afle- veringstoestand Algemeen De machinevoorinstellingen van de afstandsbediening kunnen te allen tijde naar de afleveringstoestand worden teruggezet. Daarbij worden alle gegevens gewist. Voor het terugzetten van de afstandsbediening is het raadzaam een backup van de gegevens te maken.
RCU 5000i - Software actualiseren Voorwaarden Voor het actualiseren van de RCU 5000i software zijn de volgende programma's benodigd: driver LocalNetUSB (op cd-rom "Software Tools") Software BASICLoad V2.83.2 of hoger (op de CD-ROM “Software Tools”) Actuele Firmware RCU 5000i (voor geregistreerde TechGuide User op Tech- Guide Online: http://www.fronius.com/techguide, of via Fronius-klantenservice)
Pagina 220
Taal kiezen Pagina “Download Information” wordt weergegeven CD-ROM “Software Tools” - Pagina “Download Information” “Firmware RCU 5000i” selecteren Pagina “Firmware RCU 5000i” wordt weergegeven CD-ROM “Software Tools” - Pagina “Firmware RCU 5000i” Download “LocalNetUSB”, bestand lokaal op uw PC opslaan...
Pagina 221
„LocalNetUSB.exe“ uitvoeren Venster “WinZip Self-Extractor - LocalNetUSB.exe” wordt weergegeven Venster “WinZip Self-Extractor - LocalNetUSB.exe” Met "Browse" de gewenste opslagplaats selecteren Klikken op knop "Unzip" Bevestiging “WinZip Self-Extractor” wordt weergegeven, de driver Treiber LocalNetUSB is op de PC geïnstalleerd Bevestiging “WinZip Self-Extractor” Bijgeleverde USB kabel op de PC aansluiten...
Pagina 222
USB kabel op USB aansluiting (25) van de afstandsbediening aansluiten Venster "Nieuwe hardware gevonden" wordt weergegeven Venster "Nieuwe hardware gevonden" Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - welkom" wordt weergegeven Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - welkom" Op vlak "Verder >"...
Pagina 223
Op vlak "Verder >" klikken Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - naar drivergege- vens zoeken" wordt weergegeven Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - naar drivergegevens zoeken" "Andere bron aangeven" selecteren Op vlak "Verder >" klikken Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - leg ..."...
Pagina 224
Op vlak "OK" klikken Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - drivergegevens - zoekresultaten" wordt weergegeven Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - drivergegevens - zoekresultaten" Op vlak "Verder >" klikken Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - Klaarzetten van as- sistent"...
“BSL-Tool” selecteren keer actualise- ren - software BASICLoad in- stalleren CD-ROM “Software Tools” - Pagina “Firmware RCU 5000i” Pagina “BSL-Tool” wordt weergegeven CD-ROM “BSL Tool” Download de actuele versie van “BASICLoad”, bestand lokaal op uw PC op- slaan “BASICLoad_V ..exe” uitvoeren Venster “InstallShield Self-extracting EXE”...
Pagina 226
Venster bevestigen De setup wordt voorbereid, venster "Setup" wordt weergegeven Venster “Setup” Na het afsluiten van de setup voorbereidingen wordt de pagina “BASICLoad V2.83.2”, venster “Welcome” weergegeven Pagina “BASICLoad V2.83.2”, venster “Welcome” Op vlak "Volgende >" klikken Venster “Software License Agreement” wordt weergegeven Pagina “BASICLoad V2.83.2”, venster “Software License Agreement”...
Pagina 227
Inhoud van “Software License Agreement” lezen en venster bevestigen Pagina “User Information” wordt weergegeven Pagina “BASICLoad V2.83.2”, venster “User Information” Naam en bedrijfsnaam invoeren Op vlak "Volgende >" klikken Venster “Choose Destination Location” wordt weergegeven Pagina “BASICLoad V2.83.2”, venster “Choose Destination Location” Met "Browse"...
Pagina 228
Op vlak "Volgende >" klikken Venster “Select Program Folder” wordt weergegeven Pagina “BASICLoad V2.83.2”, venster “Select Program Folder” Gewenste directorynaam invoeren (reeds bestaande directories worden weer- gegeven) Op vlak "Volgende >" klikken De setup wordt voorbereid, venster "Setup Complete" wordt weergegeven Pagina “BASICLoad V2.83.2”, venster “Setup Complete”...
Venster “BASICLoad-Setup V2.83.2 (c) FRONIUS ...” wordt weergegeven Venster “BASICLoad-Setup V2.83.2 (c) FRONIUS ...” Venster bevestigen, de installatie is afgesloten RCU 5000i - Actuele RCU 5000i-software lokaal op uw PC opslaan Software actua- liseren BELANGRIJK! Denk om de betreffende versie van de gegevensbank van het lasprogramma!
Pagina 230
Tijdens de update blijft het LCD-scherm van de afstandsbediening donker. USB kabel van USB aansluiting (25) van de afstandsbediening loskoppelen De actuele versie van de RCU 5000i-software evenals de gegevens van het lasprogramma kunnen in het menupunt “Machinevoorinstellingen”, scherm “Versie” worden gecontroleerd: 1.03.47...
Alfabetisch overzicht van de instelbare parame- ters Toelichting Instelbare parameter (weergave op de stroombron) Verklaring, of functie van parameter Eenheid [eenheid van de parameter, bijv.: m/min] Bereik Instelbereik van de parameter, bijv.: 0,5 - max. De informatie "min" en "max" wordt bij instelbereiken gebruikt, die afhankelijk van de stroombron, draadtoevoer, lasprogramma, enz.
Pagina 232
Boogcorrectie (AL.1) voor correctie van de booglengte; brengt als SynchroPuls pa- rameter de correctie van de booglengte in het onderste las- punt tot stand (= draadaanvoer gemiddelde waarde minus draadsnelheidsvariatie) Eenheid Bereik -30 - +30 Boogcorrectie 2 (AL.2) voor correctie van de boogcorrectie bij SynchroPuls in het bovenste laspunt (= draadaanvoer gemiddelde waarde plus draadsnelheidsvariatie) Eenheid...
Pagina 233
Bovenste stroomgrens voor het instellen van de bovenste stroomgrens afhankelijk van de richtwaarde Eenheid Bereik 0 - max. CMT-cycli voor het instellen van de CMT-cycli bij een CMT / Puls-karakteristiek Eenheid Bereik 1 - 500 Comfort Stop-gevoeligheid (CSS) voor het voorinstellen van de Comfort Stop-gevoeligheid Eenheid Bereik Uit / 0,5 - 5...
Pagina 234
voor de voorinstelling van de dag in de datumaanduiding Eenheid Bereik 1 - 31 Default Gateway Netwerk specifieke parameter van een lokaal netwerk; overdracht geschiedt via een bevoegde lokale netwerktechnicus Eenheid Bereik 0 - 255 (per positie) Documentatie voor het activeren / deactiveren van de documentatiefunctie Eenheid Bereik Aan / Uit...
Pagina 235
Bereik 0 - max. Druppelafsplitsstroomtijd Duur, hoelang de druppelafsplitsstroom actief is Eenheid [ms] Bereik 0 - 50 Dynamiek (dYn) voor de correctie van de dynamiek bij standaard booglassen (MIG/MAG standaard lassen) of bij het elektrode lassen Eenheid Bereik 0 - 10 Dynamiekcorrectie (dYn) voor de correctie van de dynamiekwaarde bij standaard bogen...
Pagina 236
EN_I_sc_wait negatieve stroomrichtwaarde in aansluiting op de boostfase tot het onderdom- pelen van de elektrode in het smeltbad bij CMT Advanced karakteristieken Eenheid Bereik 5,0 - 600,0 EN_I_sc2 negatieve stroomrichtwaarde bij kortsluiting (CMT Advanced karakteristieken en CMT / Puls Advanced karakteristieken) Eenheid Bereik 5,0 - 300,0...
Pagina 237
Bereik 0 - 50 Fact-I_p1-correctie inwerking van de booglengtecorrectie op de grondstroom Eenheid Bereik 0 - 50 Fact-I_p1-regeling (pi) inwerking op de regelafwijking op de grondstroom Eenheid Bereik 0 - 50 Filtertijd-doorstroombeveiliging voor het voorinstellen van de tijd tussen het aanspreken van de filterdoor- stroombeveiliging en uitgave van de servicecode "no | H2O”...
Pagina 238
Gemiddelde waarde draadaanvoer komt overeen met de ingestelde waarde voor de draadaanvoersnelheid (zie ook draadsnelheid) Eenheid [m/min] Bereik min. - max. Groepsnummer verschillende jobs worden in groepen samengevat Eenheid Bereik 0 - 99 Grondstroom karakteristiek-parameter voor het instellen van de grond- stroomwaarde, die onafhankelijk van de spanning wordt ge- houden Eenheid...
Pagina 239
HotStroom-tijd Hti (Hti) Hot-current-time - voor het instellen van de tijd, hoelang de HotStart-stroom actief is Eenheid Bereik 0 - 2 I_base stroomrichtwaarde in de grondstroomfase bij CMT / Puls- en CMT / Puls Ad- vanced karakteristieken Eenheid Bereik 5,0 - 300,0 I_boost stroomrichtwaarde tijdens de boostfase bij CMT-karakteristieken Eenheid...
Pagina 240
Invoersnelheid (Fdi) voor het instellen van de invoersnelheid waarmee de lasdraad in het branderslangenpakket wordt ingevoerd Eenheid [m/min] Bereik min. - max. IP-adres voor het instellen van het IP-adres voor een bepaalde stroombron in een lokaal netwerk. Het IP-adres dient als eenduidige identificatie van de stroombron Eenheid Bereik 0 - 255 (per positie)
Pagina 241
Eenheid Bereik 0 - max. k_I_p1_reg_gain inwerking van de regelafwijking op de pulsstroom bij CMT / Puls Advanced karakteristieken Eenheid Bereik 0 - 100 k_Vd_reg_gain inwerking van de regelafwijking op de pulsstroom bij CMT / Puls Advanced ka- rakteristieken Eenheid Bereik 0 - 100 Karakteristiek...
Pagina 242
Materiaalrichtwaarde de richtwaarde voor de materiaalsterkte wordt gewoonlijk proefondervindelijk of aan de hand van een proeflas vastgesteld; heeft geen invloed op de laspara- meters Eenheid [mm] Bereik 0 - max. Maximale hoofdmotorstroom voor het instellen van de maximaal toegestane motorstroom bij hoofddraad- aanvoer Eenheid Bereik...
Pagina 243
Naadinterval oor het instellen, met welke lasnaadintervallen zal worden gedocumenteerd Eenheid Bereik 1 - 100 Negative_weldstart_cycles Aantal negatieve lasstartcycli Eenheid Bereik Norm (SEt) voor het voorinstellen van de door de afstandsbediening te gebruiken norm voor de eenheden Eenheid Bereik metrisch / Inch / lb / gallon Onderste capaciteitsgrens (PcL) voor het instellen van de onderste capaciteitsgrens...
Pagina 244
Bereik Powersharing-controle (P-C) voor het voorinstellen of de Powersharing-controle uit- of in- geschakeld moet worden Eenheid Bereik Uit / Aan Proces voor het selecteren van het lasproces voor de boog Eenheid Bereik Standaard / Puls / CMT Productnummer voor het opgeven van het productnummer Eenheid Bereik iedere willekeurige alfanumerieke uitdrukking met een maximale...
Pagina 245
Bereik 0 - 50 Reactie voor het instellen van de reactie, wanneer Q-masterwaarden overschreden wor- Eenheid Bereik geen / waarschuwing / uitschakeling Richtwaarde stroom de richtwaarde stroom wordt bij MIG/MAG standaard lassen gewoonlijk proef- ondervindelijk of aan de hand van een proeflas vastgesteld; heeft geen invloed op de parameters Eenheid Bereik...
Pagina 246
Speciale 2-takt-modus (S2t) voor het voorinstellen van de speciale 2-takt-modus (= selec- teren van jobs en groepen via de brandertoets van de lasbran- der) Eenheid Bereik normaal / 1 Speciale 4-takt-modus (S4t) voor het voorinstellen van de speciale 4-takt-modus (= door- schakelen van jobs met behulp van de lasbrander "JobMas- ter") Eenheid...
Pagina 247
Stroomafname pulseinde de parameter beschrijft de lineaire afname van de stroom bij het pulseinde. Eenheid [A/ms] Bereik 0 - 1000 Stroomafname Tau tijdelijke overgang van een lineaire helling op de druppelafsplitsstroom. Eenheid [ms] Bereik 0 - 5 Stroomtoename de parameter stroomtoename bepaalt bij standaard bogen met welke snelheid de lasstroom voor de duur van de kortsluiting wordt verhoogd.
Pagina 248
t_hotstart voor het instellen van de duur van het stroomloze draad terugtrekken na uit- schakeling van de lasstroom Eenheid [ms] Bereik 0,00 - 654,98 t_I_boost voor het instellen van de duur van de boostfase (hoelang de streefwaarde stroom in de boostfase actief is) Eenheid [ms] Bereik...
Pagina 249
Eenheid Bereik tau_Ip2 niet lineaire pulsstroomtoenamesnelheid [ms] bij CMT / Puls Advanced-karak- teristieken Eenheid Bereik tau_pulsdown voor het instellen van de niet lineaire pulsstroomafnamesnelheid bij bei CMT / Puls-karakteristieken Eenheid [ms] Bereik 0,08 - 5,00 tau_pulsup voor het instellen van de niet lineaire pulsstroomtoenamesnelheid bij bei CMT / Puls-karakteristieken Eenheid [ms]...
Pagina 250
Eenheid Bereik Uit / 0,1 - 9,9 Toorts-modus voor het instellen van de toortsschakelaar modus Eenheid Bereik 2-takt, Speciale 2-takt, 4-takt, Speciale 4-takt, Spotlassen (MIG/MAG synergisch lassen) 2-takt, 4-takt, spotlassen (MIG/MAG standaard lassen) Toortsspanningsbegrenzing (Toortsspanningsbegrenzing) (Uco) voor het voorinstellen van de spanningsbegrenzing bij elek- trode lassen Eenheid Bereik...