Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Fronius RCU 5000i Bedieningshandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor RCU 5000i:
Inhoudsopgave

Advertenties

/ Perfect Charging / Perfect Welding / Solar Energy
Bedieningshandleiding
RCU 5000i
42,0426,0021,NL 005-12102021
Fronius prints on elemental chlorine free paper (ECF) sourced from certified sustainable forests (FSC).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Fronius RCU 5000i

  • Pagina 1 / Perfect Charging / Perfect Welding / Solar Energy Bedieningshandleiding RCU 5000i 42,0426,0021,NL 005-12102021 Fronius prints on elemental chlorine free paper (ECF) sourced from certified sustainable forests (FSC).
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Voor inbedrijfstelling Systeemvoorwaarden RCU 5000i aansluiten Startsequentie - Taal instellen Storing “073 (no Host)” - Geen verbinding met de stroombron RCU 5000i met behulp van sleutelkaart afsluiten en openen Voorwaarde Gebruikersadministratie, profielen, Keys RCU 5000i vergrendelen RCU 5000i ontgrendelen RCU 5000i met behulp van unlock-functie “ontgrendelen”...
  • Pagina 4 Lasparameters instellen Toortsschakelaar modi Proces “CMT" proces Overschakelen op Weergave groot Algemeen Overschakelen op Weergave groot Parameter voor procesinstellingen instellen Parameter voor procesinstellingen instellen Verder leidende parameters instellen: Speciaal-2-Takt, Speciaal-4-Takt, spotlassen Verder leidende parameters voor Speciaal-2-Takt instellen Verder leidende parameters voor Speciaal-4-Takt instellen Verder leidende parameter voor spotlassen instellen SynchroPuls-parameter instellen Algemeen...
  • Pagina 5 Wisselen van de lasprocedure tijdens het CMT Advanced-lassen Instellingen als Job opslaan Algemeen Aanwijzing bij het opslaan van Jobs Als Job opslaan Interne / externe instelling van geselecteerde parameters Algemeen Interne / externe parameterinstelling Job optimaliseren & beheren Algemeen Menupunt "Job optimaliseren & beheren" oproepen Overzicht Jobs beheren Jobs beheren...
  • Pagina 6 Menupunt "Karakteristiek optimaliseren & administreren" oproepen Overzicht Karakteristieken beheren Karakteristieken kiezen Karakteristieken benoemen en van naam veranderen Karakteristieken wissen Karakteristiekpunten beheren Karakteristiekpunten selecteren Karakteristiekpunten invoegen Karakteristiekpunten wissen Karakteristiekparameters van standaard karakteristieken Ontsteking Lasboog (statisch) Lasboog, dynamisch Laseinde Richtwaarde Overnemen van spannings- en stroom-richtwaarden Karakteristiekparameters van puls-karakteristieken Ontsteking Pulsparameter...
  • Pagina 7 Bij de verschillende karakteristieken weergegeven schermen Karakteristiekparameters veranderen Bijeenbrengen van documentatie Algemeen Evalueren van de lasgegevens Menupunt "Documentatie" oproepen Overzicht Basisinstellingen voor bijeenbrengen van documentatie vastleggen Basisinstellingen voor bijeenbrengen van documentatie vastleggen Basisinstellingen bijeenbrengen van documentatie bij het opslaan van Jobs Toelichting op de parameters in het scherm "Basisinstellingen"...
  • Pagina 8 Draadaanvoer synchroniseren (VR-synchronisatie) PushPull eenheid synchroniseren L/R-synchroniseren - Inductiviteit lascircuit en weerstand lascircuit synchroniseren Algemeen L/R-synchronisatie RCU 5000i - Instellingen terugstellen naar afleveringstoestand Algemeen RCU 5000i terugstellen naar afleveringstoestand RCU 5000i - Software actualiseren Voorwaarden Voor de eerste keer actualiseren - driver LoclNetUSB installeren...
  • Pagina 9: Veiligheidsvoorschriften

    Veiligheidsvoorschriften Verklaring veilig- WAARSCHUWING! heidsaanwijzin- Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar. ▶ Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar lichamelijk let- sel tot gevolg. GEVAAR! Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie. ▶ Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar lichamelijk let- sel tot gevolg hebben.
  • Pagina 10: Gebruik Overeenkomstig De Bedoeling

    Het gaat om uw eigen veiligheid! Gebruik overeen- Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor gebruik overeenkomstig de bedoeling. komstig de be- Ieder ander of afwijkend gebruik geldt als gebruik niet overeenkomstig de bedoeling. De doeling fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade. Tot gebruik overeenkomstig de bedoeling behoort ook het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen in de handleiding het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en...
  • Pagina 11: Emv-Apparaatclassificaties

    Voordat personen die met het apparaat werken, de werkplek verlaten, dienen zij na te gaan of er ook tijdens hun afwezigheid geen persoonlijk letsel of materiële schade kan ontstaan. EMV-apparaat- Apparaten van emissieklasse A: classificaties zijn uitsluitend bedoeld voor toepassing in industriegebieden; kunnen in andere gebieden leidinggebonden storingen of storingen door straling ver- oorzaken.
  • Pagina 12: Emf-Maatregelen

    EMF-maatregelen Elektromagnetische velden kunnen nog onbekende schade aan de gezondheid veroor- zaken: Gevolgen voor de gezondheid van personen die zich in de nabijheid bevinden, bij- voorbeeld dragers van pacemakers en hoortoestellen. Dragers van pacemakers moeten zich door hun arts laten adviseren, voordat zij zich in de onmiddellijke nabijheid van het apparaat en het lasproces begeven.
  • Pagina 13: Veiligheidssymbolen

    (zoals de rele- vante productnormen van de normenreeks EN 60 974). Fronius International GmbH verklaart dat het apparaat voldoet aan richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is online beschikbaar op: http:// www.fronius.com Apparaten die zijn voorzien van het CSA-testsymbool, voldoen aan de eisen van de rele- vante Canadese en Amerikaanse normen.
  • Pagina 14: Algemeen

    1 USB-kabel, ca. 1,8 m (5 ft. 11 in.), incl. USB-adapter 1 geheugenkaart, 3,3 V 1 transponderkaart("Key-kaart") 1 cd-rom "Software Tools" Opties Houder RCU 5000i De houder RCU 5000i is voor wandmontage of voor montage op een Remote-stroom- bron bestemd. De afstandsbediening kan in de steun RCU 5000i worden gehangen.
  • Pagina 15: Technische Gegevens

    Gewicht 1,5 kg 3,31 lb. Aanwijzingen De afstandsbediening RCU 5000i is met een RFID-module (Radio Frequency Identificati- voor radiografi- on) uitgerust. De RFID-module dient voor kabel- en draadloze data-overdracht met de sche aanduidin- sleutelkaart (transponderkaart). De data-overdracht geschiedt via een magnetisch veld.
  • Pagina 16: Bedieningselementen En Aansluitingen

    (10) (11) (12) (13) (14) Bedieningspaneel RCU 5000i Uitvoeringstoetsen Toets Menu ... voor het oproepen van het hoofdmenu Toets Info ... voor het tonen van contextspecifieke informatie Toets OK ... voor het bevestigen van menudialogen, vragen over veiligheid, enz. Toets draadinvoeren ... voor het gas- en stroomloos invoeren van de lasdraad Toets gas controleren ...
  • Pagina 17: Aanwijzingen Voor De Toets Ok

    Overigen (15) Scherm ... zwart/wit LCD-scherm (16) Leeszone voor de sleutelkaart ... voor het identificeren van de toegangsrechten, die aan verschillende sleutelkaarten kunnen worden toegekend. Aanwijzingen De toets OK (3) ondersteunt de gebruiker bij het kiezen van de verschillende functies voor de toets OK van de functietoetsen.
  • Pagina 18: Andere Bedieningselementen, Aansluitingen, Mechanische Componenten

    (17) aansluitingen, mechanische componenten (18) (21) RCU 5000i vooraanzicht - bedieningselementen, aansluitingen (17) Bevestigingspunt handgreep ... voor het aan de wandsteun of de haak van de stroombron hangen (18) Stelwiel ... Incrementgever voor het instellen van parameters (19) Stekker LocalNet met aansluitkabel ... voor aansluiting op de stroombron. De...
  • Pagina 19 (24) Opening voor de geheugen- kaart (25) USB-aansluiting ... voor aanslui- ting van een pc, bijv. voor softwa- re-updates (25) (24) RCU 5000i Zij-aanzicht - aansluitingen...
  • Pagina 20: Bedieningsconcept

    Bedieningsconcept Oriëntering op De bediening van de afstandsbediening RCU 5000i is aan de werkomstandigheden aan- lasmethoden gepast. De volgende werkomstandigheden worden onderscheiden: Lassen (MIG/MAG Synergic, MIG/MAG standaard, staafelektroden, WIG en Job) Maken van Jobs Samenstellen van eigen karakteristieken en karakteristiekpunten...
  • Pagina 21: Overnemen Van Waarden

    De afstandsbediening RCU 5000i gebruikt het "waslijn"-principe als volgt: Alle voor de geselecteerde activiteit benodigde parameters, weergaven en functies zijn overeenkomstig de werkvolgorde in de "waslijn" gesorteerd. Iedere dataset van een "waslijn" wordt in een eigen displayweergave (= scherm) weergegeven.
  • Pagina 22: Beschrijving Van Displayweergaves

    Beschrijving van displayweergaves Algemeen De afstandsbediening RCU 5000i gebruikt tijdens het werk verschillende displayweerga- ves. Deze schermen zijn door de menubesturing vastgelegd en dienen als dialoog met de gebruiker. Scherm “Menu” Het scherm "Menu" toont het hoofdmenu. Om het scherm "Menu" op te roepen toets Me- nu (1) indrukken.
  • Pagina 23: Scherm "Wizard

    (4) (5) (6)(7) (10) (11) (12) (13) (14) (15) Voorbeeld: Scherm “Gegevens” Identificatieletter van het scherm Tijd Activiteit (10) Materiaal, draaddiameter, be- schermgas Lasstroom (11) Informatieregel Gebruiker (12) Waslijn met scherm A-E Titel van het scherm (13) Visualiseringsgebied Lasspanning (14) Lijst met parameters Plaatdikte (15)
  • Pagina 24: Scherm "Dialoog

    donker kader Bewerkingsstap (3)(4) al afgewerkte bewerkingsstap actuele bewerkingsstap nog open bewerkingsstap F1 toegewezen aan "Terug" (in het eerste scherm grijs weergegeven) F2 toegewezen aan "Vooruit" (of "Gereed" in het laatste scherm) F5 toegewezen aan “Afbreken” Voorbeeld: Scherm “Wizard” Scherm “Dia- Het scherm “Dialoog”...
  • Pagina 25: Scherm "Stroring

    actueel scherm, grijs weergegeven Symbool Meldingstype donker kader F2 toegewezen aan “Ja” F3 toegewezen aan “Nee” F4 toegewezen aan “Afbreken” Voorbeeld: Scherm “Melding” - Veiligheidscontrole Scherm “Stro- Schermen “Storing” tonen tijdens het lassen opgetreden storingen (Error). Schermen ring” “Storing” moeten worden beantwoord. Wordt een scherm " Storing" genegeerd, dan wordt deze na 2 minuten opnieuw weergegeven, voor zover de stroring nog bestaat.
  • Pagina 26 actueel scherm, grijs weergegeven Symbool Stroring - Omschrijving donker kader F2 toegewezen aan “Beantwoor- den” F3 toegewezen aan “Negeren” Voorbeeld: Scherm “Storing” met functietoets beant- woorden of negeren...
  • Pagina 27: Inbedrijfstelling

    Använd de beskrivna funktionerna, först när du har läst och förstått samtliga bruks- anvisningar till systemkomponenterna, särskilt säkerhetsföreskrifterna, i sin helhet! Systeemvoor- Om afstandsbediening RCU 5000i te kunnen gebruiken, moet op de stroombron de vol- waarden gende firmware aanwezig zijn: OFFICIAL UST V 3.20.1...
  • Pagina 28: Startsequentie - Taal Instellen

    Startsequentie - Tijdens de startsequentie wordt het volgende op het scherm weergegeven: Taal instellen Fronius-logo (in het midden van het scherm) Software-versie (linksonder op het scherm) www.fronius.com (rechtsonder op het scherm) Taal (via functietoets F3) De startsequentie duurt ca. 2 seconden. Tijdens deze tijd kan het voorinstellen van de taal en de norm (metrisch systeem of inch) plaatsvinden.
  • Pagina 29: Storing "073 (No Host)" - Geen Verbinding Met De Stroombron

    Hoofdmenu wordt in de geselecteerde taal weergegeven Hoofdmenu in de geselecteerde taal Storing “073 (no De niet te beantwoorden storing “073 (no Host)” - Geen Host)” wordt weergegeven, wanneer de af- verbinding met standsbediening bij de ingebruikneming de stroombron geen verbinding met de stroombron tot stand kan brengen.
  • Pagina 30: Rcu 5000I Met Behulp Van Sleutelkaart Afsluiten En Openen

    RCU 5000i met behulp van sleutelkaart afsluiten en openen Voorwaarde OPMERKING! De sleutelkaart kan voor het vergrendelen en ontgrendelen van de afstandsbedie- ning worden gebruikt, zolang in het menupunt "Machinevoorinstellingen" geen profielen of keys behalve "Administrator" en "Vergrendeld" zijn opgeslagen.
  • Pagina 31: Belangrijk

    (6) en naar boven (7) wor- den gekozen en met het instelwiel (18) worden veranderd. Menupunt “MIG/MAG synergisch lassen” bij vergren- delde afstandsbediening, scherm “Lasparameters” RCU 5000i ont- Sleutelkaart op de leeszone voor de grendelen sleutelkaart (16) houden. (16)
  • Pagina 32: Rcu 5000I Met Behulp Van Unlock-Functie "Ontgrendelen

    Scherm “Info sleutel - Afstandsbediening ontgren- deld" RCU 5000i met De afstandsbediening RCU 5000i is vanaf software-versie OFFICIAL RCU V1.14.12 met behulp van un- de unlock-functie uitgerust. lock-functie “ont- Deze unlock-functie verandert het profiel "Afgesloten" en maakt de toegang tot de machi- grendelen”...
  • Pagina 33: Mig/Mag Synergisch Lassen

    MIG/MAG synergisch lassen Algemeen MIG/MAG synergisch lassen komt overeen met de Synergic-functie bij de stroombron. Wordt de parameter draadaanvoersnelheid ingesteld, dan worden de parameters las- stroom en plaatdikte aan de ingestelde draadaanvoersnelheid aangepast. De actuele waarden voor lasstroom en plaatdikte worden in het visualiseringsgebied weergegeven.
  • Pagina 34: Lasprogramma Oproepen

    Lasprogramma oproepen Lasprogramma Menupunt “MIG/MAG synergisch las- oproepen sen” oproepen Met toets rechts (8) scherm "Laspro- gramma" selecteren Scherm "Lasprogramma" wordt weergegeven MIG/MAG synergisch lassen: Scherm “Lasprogram- ma” Het scherm “Lasprogramma” bevat de volgende gegevens: Toevoegmateriaal Draaddiameter Te gebruiken beschermend gas Referentienummer(s) voor in het lasprogramma vastgelegde karakteristiek(en) , bijv.: Voor AlSi5 met Ø...
  • Pagina 35: Lasparameters Instellen

    Lasparameters instellen Lasparameters Menupunt “MIG/MAG synergisch las- instellen sen” oproepen Met toets rechts (8) scherm "Laspara- meters" selecteren: Scherm "Lasparameters" wordt weergegeven Bijbehorende lasparameters met be- hulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Waarde van de parameters met be- hulp van instelwiel (18) veranderen De waarde van een parameter kan alleen in het kader van het...
  • Pagina 36 Afhankelijk van de geselecteerde procedure en het ingestelde lasprogramma worden af- zonderlijke parameters verschillend weergegeven: Proces Parameter Puls Pulscorrectie Standaard Dynamiekcorrectie bij CMT-processen Hotstart tijd Pulscorrectie Pulscyclus "hotstart" Boost correctie Dynamiek correctie Parameter “Pulscorrectie” bij Puls-proces Parameter “Pulscorrectie” bij Standaard-proces Parameter “Hotstart tijd”...
  • Pagina 37: Cmt" Proces

    Parameter “Pulscyclus "hotstart"” bij "CMT"-proces Parameter “Boost correctie” bij "CMT"-proces Parameter “Dynamiek correctie” bij "CMT"-proces “CMT" proces Het “CMT”-proces is alleen in combinatie met de volgende componenten mogelijk: CMT-stroombron (bijv. TPS 4000 CMT) CMT-draadaanvoer (bijv. VR 7000 CMT) CMT-aandrijfeenheid met draadbuffer (bijv. Robacta Drive CMT) CMT-verbindingsleidingpakket Voor CMT Advanced is de las-gegevensbank M0842 noodzakelijk.
  • Pagina 38: Overschakelen Op Weergave Groot

    Overschakelen op Weergave groot Algemeen De parameters draadaanvoersnelheid, lasstroom en lasspanning kunnen in Weergave groot worden weergegeven. Evenzo worden op het scherm "Weergave groot" de motor- stroom van de draadinvoer en de PushPull-eenheid als waarden weergegeven. Overschakelen Menupunt “MIG/MAG synergisch las- op Weergave sen”...
  • Pagina 39: Parameter Voor Procesinstellingen Instellen

    Parameter voor procesinstellingen instellen Parameter voor Menupunt “MIG/MAG synergisch las- procesinstellin- sen” oproepen gen instellen Met toets rechts (8) scherm "Procesin- stellingen" selecteren Scherm "Procesinstellingen" wordt weergegeven Parameters voor procesinstellingen met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Waarde van de parameter voor pro- cesinstellingen met instelwiel (18) ver- anderen...
  • Pagina 40: Verder Leidende Parameters Instellen: Speciaal-2-Takt, Speciaal-4-Takt, Spotlassen

    Verder leidende parameters instellen: Speciaal-2- Takt, Speciaal-4-Takt, spotlassen Verder leidende Wordt op scherm “Lasparameter” bij Toortsschakelaar mode S2-Takt geselecteerd, dan parameters voor wordt het betreffende scherm aan de waslijn gehangen. Speciaal-2-Takt De volgende verder leidende parameters kunnen worden ingesteld: instellen Startstroom Is Startstroomtijd ts Slope 1 Sl1...
  • Pagina 41: Verder Leidende Parameters Voor Speciaal-4-Takt Instellen

    Verder leidende Wordt op scherm “Lasparameter” bij Toortsschakelaar mode S4-Takt geselecteerd, dan parameters voor wordt het betreffende scherm aan de waslijn gehangen. Speciaal-4-Takt De volgende verder leidende parameters kunnen worden ingesteld: instellen Startstroom Is Slope 1 Sl1 Eindkraterstroom Ie Slope 2 Sl2 Menupunt “MIG/MAG synergisch las- sen”...
  • Pagina 42 Menupunt “MIG/MAG synergisch las- sen” oproepen Met toets rechts (8) scherm "Laspara- meters" selecteren Scherm "Lasparameters" wordt weergegeven Met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) parameter Toortsschakelaar mode selecteren Met instelwiel (18) Spotlassen instel- Met toets rechts (8) scherm "Spotlas- sen"...
  • Pagina 43: Synchropuls-Parameter Instellen

    SynchroPuls-parameter instellen Algemeen Is de Software-optie SynchroPuls op de stroombron geïnstalleerd, dan is ook het scherm voor de SynchroPuls-parameter beschikbaar. Het scherm wordt aan de waslijn toege- voegd. SynchroPuls-pa- Menupunt “MIG/MAG synergisch las- rameter instellen sen” oproepen (software-optie) Met toets rechts (8) scherm "Syn- chroPuls"...
  • Pagina 44: Mig/Mag Standaard Lassen

    MIG/MAG standaard lassen Algemeen In tegenstelling tot MIG/MAG synergisch lassen worden bij MIG/MAG standaard lassen de lasparameters afzonderlijk ingesteld. Menupunt Toets Menu (1) indrukken: “MIG/MAG stan- Hoofdmenu wordt weergegeven daard lassen” op- Menupunt “MIG/MAG standaard las- roepen sen” met instelwiel (18) selecteren Toets OK (3) indrukken: Het laatst opgeroepen scherm "Gegevens"...
  • Pagina 45: Lasprogramma Oproepen

    Lasprogramma oproepen Lasprogramma Menupunt “MIG/MAG standaard las- selecteren sen” oproepen Met toets rechts (8) scherm "Laspro- gramma" selecteren Scherm "Lasprogramma" wordt weergegeven MIG/MAG standaard lassen: Scherm “Lasprogram- ma” Het scherm “Lasprogramma” bevat de volgende gegevens: Toevoegmateriaal Draaddiameter Te gebruiken beschermend gas Referentienummer(s) voor in het lasprogramma vastgelegde karakteristiek(en) , bijv.: Voor AlSi5 met Ø...
  • Pagina 46: Lasparameters Instellen

    Lasparameters instellen Lasparameters Menupunt “MIG/MAG standaard las- instellen sen” oproepen Met toets rechts (8) scherm "Laspara- meters" selecteren Scherm "Lasparameters" wordt weergegeven Bijbehorende lasparameters met be- hulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Waarde van de parameters met be- hulp van instelwiel (18) veranderen De waarde van de parameter kan alleen in het kader van het gedefi-...
  • Pagina 47: Overschakelen Op Weergave Groot

    Overschakelen op Weergave groot Algemeen De parameters draadaanvoersnelheid, lasstroom en lasspanning kunnen in Weergave groot worden weergegeven. Evenzo worden op het scherm "Weergave groot" de motor- stroom van de draadinvoer en de PushPull-eenheid als waarden weergegeven. Overschakelen Menupunt “MIG/MAG standaard las- op Weergave sen”...
  • Pagina 48: Parameter Voor Procesinstellingen Instellen

    Parameter voor procesinstellingen instellen Parameter voor Menupunt “MIG/MAG standaard las- procesinstellin- sen” oproepen gen instellen Met toets rechts (8) scherm "Procesin- stellingen" selecteren Scherm "Procesinstellingen" wordt weergegeven Parameters voor procesinstellingen met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Waarde van de parameter voor pro- cesinstellingen met instelwiel (18) ver- anderen.
  • Pagina 49: Verder Leidende Parameter Voor Spotlassen Instellen

    Verder leidende parameter voor spotlassen instel- Verder leidende Wordt op scherm “Lasparameter” bij toortsschakelaar mode spotlassen geselecteerd, parameter voor dan wordt het betreffende scherm aan de waslijn gehangen. spotlassen instel- De volgende parameters kunnen worden ingesteld: Draadaanvoersnelheid Booglengtecorrectie Spotlastijd Menupunt “MIG/MAG standaard las- sen”...
  • Pagina 50: Lasprogramma En Materiaal Instellen

    Lasprogramma en materiaal instellen Algemeen Lasprogramma en materiaal kunnen in de volgende menupunten worden ingesteld: MIG/MAG synergisch lassen MIG/MAG standaard lassen Jobs optimaliseren & beheren (alleen bij opgeslagen MIG/MAG-jobs) Lasprogramma Op het betreffende scherm “Gege- en materiaal in- vens” toets F4 “Materiaal” indrukken stellen Het eerste scherm “Keuze toe- voegmateriaal”...
  • Pagina 51 Bijpassend gas met instelwiel (18) se- lecteren Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Alleen wanneer voor het geselec- teerde materiaal, de geselecteer- de draaddiameter en het geselec- teerde beschermende gas meer- dere karakteristieken zijn vastge- legd, wordt het scherm "Keuze re- ferentie" weergegeven. De waarde tussen haakjes achter het proces geeft aan, hoeveel ka- rakteristieken voor dit proces zijn...
  • Pagina 52: Gebruikerskarakteristiek Aanleggen - Karakteristiek Aanpassen

    Gebruikerskarakteristiek aanleggen - karakteristiek aanpassen Algemeen “Gebruikerskarakteristieken aanleggen - karakteristieken aanpassen” kan alleen in me- nupunt MIG/MAG synergisch lassen plaatsvinden. Grondbeginselen Elk lasprogramma is gebaseerd op een laskarakteristiek. De karakteristieken van de ge- voor het aanleg- selecteerde lasprogramma's kunnen gebruikerspecifiek worden veranderd. Deze veran- gen van gebrui- deringen worden in zogenaamde gebruikerskarakteristieken opgeslagen.
  • Pagina 53 Wanneer het bewerken van een karakter niet mogelijk is, wordt de informatie "Ka- rakteristiek kan niet worden bewerkt" weergegeven. Het eerste scherm “Karakteristiek optimali- seren” van de wizard wordt weergegeven Scherm “Informatie - Karakteristiek kan niet worden bewerkt!” Onderste en bovenste vermogens- waarde met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecte- Onderste en bovenste vermogens-...
  • Pagina 54 Voor het benoemen van de karakteris- tiek toets F3 “Karakteristiek benoe- men” indrukken: Scherm “Karakteristiek benoe- men” wordt weergegeven Veiligheidsvraag voor het overschrijven van de karak- teristiek Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“ indrukken om de volgen- de letter in te voeren Correcties kunnen met de toetsen F3 “<“...
  • Pagina 55 Toets F2 “Gereed” indrukken: Het laatst opgeroepen scherm “Gegevens” wordt weergegeven. Wizard “Karakteristiek aanpassen”: Bevestiging van de aangepaste karakteristiek...
  • Pagina 56: Karakteristiekpunten Voor Gebruikerskarakteristieken Aanleggen

    Karakteristiekpunten voor gebruikerskarakteristie- ken aanleggen Algemeen De functie “Karakteristiekpunt aanleggen” kan in de volgende menupunten worden uitge- voerd: MIG/MAG synergisch lassen MIG/MAG standaard lassen Grondbeginselen Verschillende parameterinstellingen kunnen in de gebruikerskarakteristiek als karakteris- voor het aanleg- tiekpunten worden opgeslagen. gen van karakte- ristiekpunten Voor het aanleggen van een karakteristiekpunt zijn nodig: Lasprogramma (materiaal, draaddiameter, beschermgas) waarvoor een karakteris-...
  • Pagina 57 Lasprogramma, waarvoor een karak- teristiekpunt moet worden opgesteld, oproepen Draadaanvoer, waarvoor het karakte- ristiekpunt moet worden opgesteld, in- stellen Op het betreffende scherm “Gege- vens” toets F2 “Karakteristiekpunt ma- ken” indrukken Het eerste scherm “Karakteristiek maken” van de wizard wordt weer- gegeven Bijpassende karakteristiek met instel- wiel (18) selecteren...
  • Pagina 58 Andere karakteristiek met instelwiel (18) selecteren Voor het benoemen van de karakteris- tiek toets F3 “Karakteristiek benoe- men” indrukken: Scherm “Karakteristiek benoe- men” wordt weergegeven Scherm "Karakteristiekpunt aanleggen": Nr. 7 - < lege karakteristiek > geselecteerd Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“...
  • Pagina 59 Toets F2 “Gereed” indrukken: Het karakteristiekpunt wordt opge- slagen, het bijbehorende scherm "Gegevens" wordt weergegeven. Door op toets F1 "Terug" te druk- ken kunnen de schermen van reeds afgewerkte stappen op- nieuw worden weergegeven. Ver- anderingen kunnen worden door- gevoerd. Scherm "Karakteristiekpunt aanleggen": Bevestiging van het opgeslagen karakteristiekpunt...
  • Pagina 60: Gebruikerskarakteristieken Selecteren

    Gebruikerskarakteristieken selecteren Gebruikerskarak- Op het betreffende scherm “Gege- teristieken selec- vens” toets F4 “Materiaal” indrukken: teren Het eerste scherm “Keuze toe- voegmateriaal” van de wizard wordt weergegeven Met instelwiel (18) "Gebruikerskarak- teristiek" instellen Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Het tweede scherm “Keuze ge- bruikerskarakteristiek”...
  • Pagina 61: Elektrode Lassen

    Elektrode lassen Menupunt "Elek- Toets Menu (1) indrukken trode lassen" op- Hoofdmenu wordt weergegeven roepen Menupunt “Elektrode lassen” met in- stelwiel (18) selecteren Toets OK (3) indrukken Het laatst opgeroepen scherm “Gegevens” wordt weergegeven Hoofdmenu: Menupunt “Elektrode lassen" opgeroe- Lasparameters Menupunt "Elektrode lassen"...
  • Pagina 62: Overschakelen Op Weergave Groot

    Overschakelen De parameters lasstroom en lasspanning kunnen in Weergave groot worden weergege- op Weergave ven: groot Menupunt "Elektrode lassen" oproe- Met toets rechts (8) scherm "Weerga- ve groot" selecteren Scherm "Weergave groot" wordt weergegeven De waarde voor de lasstroom kan in het scherm "Weergave groot"...
  • Pagina 63: Tig Lassen

    TIG lassen Menupunt "TIG Toets Menu (1) indrukken lassen" oproepen Hoofdmenu wordt weergegeven Menupunt “TIG lassen” met instelwiel (18) selecteren Toets OK (3) indrukken Het laatst opgeroepen scherm “Gegevens” wordt weergegeven Hoofdmenu: Menupunt "TIG lassen" opgeroepen Lasparameters Menupunt "TIG lassen" oproepen instellen Met toets rechts (8) scherm "Laspara- meters"...
  • Pagina 64: Overschakelen Op Weergave Groot

    Overschakelen De parameters lasstroom en lasspanning kunnen in Weergave groot worden weergege- op Weergave ven: groot Menupunt "TIG lassen" oproepen Met toets rechts (8) scherm "Weerga- ve groot" selecteren Scherm "Weergave groot" wordt weergegeven De waarde voor de lasstroom kan in het scherm "Weergave groot"...
  • Pagina 65: Cc/Cv-Modus

    Het menupunt CC/CV-mode maakt het mogelijk de stroombron met constante lasspan- ning of constante lasstroom te gebruiken. Parameterveranderingen in menupunt “CC/CV karakteristiek” kunnen zowel via een ro- botbesturing als via de afstandsbediening RCU 5000i worden doorgevoerd. “CC/CV-mode” komt bijvoorbeeld bij hittedraad-toepassingen voor. Menupunt Toets Menu (1) indrukken “CC/CV-mode”...
  • Pagina 66: Parameter Voor Procesinstellingen Instellen

    Menupunt “CC/CV-mode” oproepen Met toets rechts (8) scherm "Weerga- ve groot" selecteren Scherm "Weergave groot" wordt weergegeven De waarden voor de draadaan- voer, spanningrichtwaarde en stroomrichtwaarde kunnen in het scherm "Weergave groot" met be- hulp van instelwiel (18) worden 0.6 A 0.35 A veranderd.
  • Pagina 67: Job Lassen

    Job lassen Menupunt "Job Toets Menu (1) indrukken lassen" oproepen Hoofdmenu wordt weergegeven Menupunt “Job lassen” met instelwiel (18) selecteren Toets OK (3) indrukken Het laatst opgeroepen scherm “Gegevens” wordt weergegeven Hoofdmenu: Menupunt "Job lassen" opgeroepen Lasparameters Worden in menupunt “Job optimaliseren & beheren” correctiegrenzen voor een geselec- voor een Job in- teerde Job vastgelegd, dan kunnen in menupunt "Jobs lassen"...
  • Pagina 68: Overschakelen Op Weergave Groot

    Overschakelen Voor een geselecteerde Job kunnen de parameters draadaanvoersnelheid, lasstroom en op Weergave lasspanning kunnen in Weergave groot worden weergegeven: groot Menupunt "Job lassen" oproepen Met toets rechts (8) scherm "Weerga- ve groot" selecteren Scherm "Weergave groot" wordt weergegeven De parameters "Groepnr." en "Jobnr."...
  • Pagina 69: Instellingen Als Job Opslaan

    Instellingen als Job opslaan Algemeen De functie “Als Job opslaan” kan in de volgende menupunten worden uitgevoerd: MIG/MAG synergisch lassen CC/CV-modus Job lassen Job optimaliseren & beheren Aanwijzing bij het Alle parameters in alle weergegeven schermen instellen opslaan van Jobs Parameter in scherm A instellen - Parameter in scherm B instellen Parameter in scherm C instellen, enz.
  • Pagina 70 Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Het tweede scherm “Als Job op- slaan - Geheugenplaats” van de wizard wordt weergegeven Scherm “Als Job opslaan - Groep”: Nr. 6 SR 71 gese- lecteerd Bijpassende Job met instelwiel (18) selecteren Voor het benoemen van de Job toets F3 “Job benoemen”...
  • Pagina 71 Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Het derde scherm “Als Job op- slaan” van de wizard wordt als be- vestiging weergegeven. Door op toets F1 "Terug" te druk- ken kunnen de schermen van reeds afgewerkte stappen op- nieuw worden weergegeven. Ver- anderingen kunnen worden door- gevoerd.
  • Pagina 72: Interne / Externe Instelling Van Geselecteerde Parameters

    "Draadaanvoer" bij de draadaanvoer worden ingesteld. Moet de waarde van de parameter op de afstandsbe- diening RCU 5000i worden ingesteld, dan moet de parameter "Draadaanvoer" op exter- ne parameterinvoer worden omgezet.
  • Pagina 73: Belangrijk

    Voorbeeld voor interne parameterinvoer: zwarte balk Voorbeeld voor externe parameterinvoer: doorlopen- met "venster" - boogcorrectie geselecteerd de zwarte balk - boogcorrectie BELANGRIJK! Functietoets F5 “Int/Ext” is alleen bij aangesloten afstandsbediening actief. Is de afstandsbediening niet aangesloten, dan wordt functietoets F5 "Int/Ext" grijs weer- gegeven: Voorbeeld bij een niet aangesloten afstandsbediening: F5 “Int/Ext”...
  • Pagina 74: Job Optimaliseren & Beheren

    Job optimaliseren & beheren Algemeen Voor geselecteerde Jobs kunnen in het menupunt "Job optimaliseren & beheren" de vol- gende functies worden uitgevoerd: Oproepen van "Administratie data" Instellen van lasparameters Instellen van Job-specifieke parameters Afhankelijk van de soort uitgekozen Jobs worden een verschillend aantal schermen aan de "waslijn"...
  • Pagina 75: Overzicht

    Toets F2 “Ja” of F3 “Nee” indrukken Online bewerken - F2 "Ja" De stroombron wisselt in het Job- correctiemenu, onafhankelijk van de actuele stroombroninstellingen. Op de afstandsbediening veran- derde gegevens worden ook bij de stroombron weergegeven. Online bewerken - F3 "Nee" De actuele stroombroninstellingen blijven gehandhaafd.
  • Pagina 76: Jobs Beheren

    Jobs beheren Jobs beheren Menupunt "Job optimaliseren & behe- ren" opgeroepen Onafhankelijk van het getoonde scherm op toets F1 "Jobs beheren" drukken: Het eerste scherm “Job groepen bewerken” van de wizard wordt weergegeven Gewenste groep (0 - 99) met instelwiel (18) selecteren Voor het benoemen van een groep toets F3 “Groep benoemen”...
  • Pagina 77 Gewenste geheugenplaats met instel- wiel (18) selecteren Voor het benoemen van de Job toets F3 “Job benoemen” indrukken: Scherm “Job benoemen” wordt weergegeven Scherm “Jobs beheren - Geheugenplaats” Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“ indrukken om de volgen- de letter in te voeren Correcties kunnen met de toetsen F3 “<“...
  • Pagina 78: Groepen En Jobs Wissen

    Groepen en Jobs Menupunt "Job optimaliseren & behe- wissen ren" opgeroepen Onafhankelijk van het getoonde scherm op toets F1 "Jobs beheren" drukken: Het eerste scherm “Job groepen bewerken” van de wizard wordt weergegeven Bij het wissen van groepen de te wis- sen groep (0 - 99) met het instelwiel (18) selecteren Toets F4 "Groep wissen"...
  • Pagina 79 Bij het wissen van Jobs de betreffende geheugenplaats met het instelwiel (18) selecteren Toets F4 "Job wissen" indrukken Veiligheidsvraag "Wilt u werkelijk Job 3 wissen?" wordt weergege- Scherm “Jobs beheren - Geheugenplaats” Toets F2 “Ja” indrukken De geselecteerde groep wordt ge- wist, het tweede scherm “Job lo- catie bewerken”...
  • Pagina 80: Administratiegegevens Voor Een Geselecteerde Job Oproepen

    Administratiegegevens voor een geselecteerde Job oproepen Administratiege- Menupunt "Job optimaliseren & behe- gevens van een ren" opgeroepen Job oproepen Met toets rechts (8) scherm "Admini- stratiegegevens" selecteren Scherm "Administratiegegevens" wordt weergegeven Parameters "Groepnr." met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Gewenste groep (0 - 99) met instelwiel (18) selecteren...
  • Pagina 81: Lasprogramma Voor Een Geselecteerde Job Oproepen En Veranderen

    Lasprogramma voor een geselecteerde Job oproe- pen en veranderen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort gese- lecteerde Jobs. Het scherm “Lasprogramma" wordt alleen bij MIG/MAG synergie Jobs weergegeven. Lasprogramma Menupunt "Job optimaliseren & behe- van een Job op- ren"...
  • Pagina 82 Benodigd materiaal met instelwiel (18) selecteren Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Het tweede scherm “Keuze draad- diameter” van de wizard wordt weergegeven Alleen draaddiameters die voor op het eerste scherm gekozen mate- riaal geschikt zijn worden weerge- geven. Scherm “Keuze toevoegmateriaal”: AlMg5 geselec- teerd Bijpassende draaddiameter met instel- wiel (18) selecteren...
  • Pagina 83 Bijbehorend proces met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar bo- ven (7) selecteren Bijbehorend referentienummer van de karakteristiek met instelwiel (18) se- lecteren Bijv.: De karakteristiek C0876 is alleen voor CMT geschikt Toets F2 “Voorwaarts” indrukken Het vierde scherm “Lasprogram- ma”...
  • Pagina 84: Lasparameters Voor Een Geselecteerde Job Oproepen En Veranderen

    Lasparameters voor een geselecteerde Job oproe- pen en veranderen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort gese- lecteerde Jobs. Lasparameter Menupunt "Job optimaliseren & beheren" opgeroepen van een Job op- Onafhankelijk van het weergegeven scherm de parameter "Groep nr." met behulp roepen en veran- van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren deren...
  • Pagina 85: Aanwijzing Bij Het Veranderen Van De Waarde Van De Draadaanvoer

    Aanwijzing bij het Wordt bij MIG/MAG synergie Jobs in het veranderen van scherm "Lasparameters" de waarde van de waarde van de de draadaanvoer veranderd, dan verande- draadaanvoer ren op basis van de synergiefunctie ook de waarden van de lasstroom en de lasspanning.
  • Pagina 86: Procesinstellingen Voor Een Geselecteerde Job Oproepen En Veranderen

    Procesinstellingen voor een geselecteerde Job op- roepen en veranderen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort gese- lecteerde Jobs. Procesinstellin- Menupunt "Job optimaliseren & beheren" opgeroepen gen van een Job Onafhankelijk van het weergegeven scherm de parameter "Groep nr." met behulp oproepen en ver- van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren anderen...
  • Pagina 87: Speciaal-2-Takt Parameters Voor Een Geselecteerde Job Oproepen En Veranderen

    Speciaal-2-Takt parameters voor een geselecteerde Job oproepen en veranderen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort gese- lecteerde Jobs. Het scherm “Speciaal-2-Takt” wordt weergegeven: Wanneer de toortsschakelaar mode bij de geselecteerde Job op S2-Takt is ingesteld Bij MIG/MAG synergische Jobs Speciaal-2-Takt Menupunt "Job optimaliseren &...
  • Pagina 88: Speciaal-4-Takt Parameters Voor Een Geselecteerde Job Oproepen En Veranderen

    Speciaal-4-Takt parameters voor een geselecteerde Job oproepen en veranderen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort gese- lecteerde Jobs. Het scherm “Speciaal-4-Takt” wordt weergegeven: Wanneer de toortsschakelaar mode bij de geselecteerde Job op S4-Takt is ingesteld Bij MIG/MAG synergische Jobs Speciaal-4-Takt Menupunt "Job optimaliseren &...
  • Pagina 89: Spotlasparameters Voor Een Geselecteerde Job Oproepen En Veranderen

    Spotlasparameters voor een geselecteerde Job op- roepen en veranderen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort gese- lecteerde Jobs. Het scherm "Spotlassen" wordt alleen weergegeven: Wanneer de toortsschakelaar mode bij de geselecteerde Job op S4-Takt is ingesteld Bij MIG/MAG synergische Jobs Spotlasparame- Menupunt "Job optimaliseren &...
  • Pagina 90: Correctiegrenzen Voor Een Geselecteerde Job Vastleggen

    Correctiegrenzen voor een geselecteerde Job vast- leggen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort gese- lecteerde Jobs. Het scherm “Correctiegrenzen" wordt alleen bij MIG/MAG synergische Jobs weergege- ven. Doel van correc- Correctiegrenzen kunnen voor iedere Job afzonderlijk worden ingevoerd. tiegrenzen Worden voor een Job correctiegrenzen vastgezet, dan kunnen bij het Joblassen het las- vermogen en de lasbooglengte van de betreffende Job binnen de vastgelegde grenzen...
  • Pagina 91: Toelichting Bij De Correctiegrenzen

    Toelichting bij de Het correctiebereik voor het lasvermogen is als volgt samengesteld: correctiegrenzen ingestelde draadaanvoer Bijv.: 15,0 m/mi Waarde in % voor de bovenste vermogens- grens bovenste grens voor het lasvermogen 15,8 m/mi ingestelde draadaanvoer Bijv.: 15,0 m/mi Waarde in % voor de ondergrens vermogen onderste grens voor het lasvermogen 14,6 m/mi...
  • Pagina 92: Documentatie Per Job

    Documentatie per Job Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort gese- lecteerde Jobs. Doel van de func- "Documentatie per Job" is voor de documentatie over actuele laswaarden van een gese- tie "Documenta- lecteerde Job.
  • Pagina 93: Toelichting Bij Documentatie Per Job

    Toelichting bij Parameter Instelling Resultaat Documentatie per Bijeenbrengen De actuele laswaarden van de geselecteerde van documenta- Job worden bij het Joblassen overeenkomstig de parameters "Naadinterval" en "Tijdinterval" gedocumenteerd De actuele laswaarden van de geselecteerde Job worden bij het Joblassen niet gedocumen- teerd Naadinterval De actuele laswaarden van de geselecteerde...
  • Pagina 94: Synchropuls-Parameters Voor Een Geselecteerde Job Oproepen En Veranderen

    SynchroPuls-parameters voor een geselecteerde Job oproepen en veranderen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort gese- lecteerde Jobs. Het scherm "SynchroPuls" wordt alleen weergegeven: Wanneer op de stroombron de optie SynchroPuls is geïnstalleerd Bij MIG/MAG synergische Jobs SynchroPuls-pa- Menupunt "Job optimaliseren &...
  • Pagina 95: Qmaster-Waarden Voor Een Geselecteerde Job Vastleggen

    Qmaster-waarden voor een geselecteerde Job vast- leggen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort gese- lecteerde Jobs. Doel van Qmas- Qmaster-waarden kunnen voor iedere Job afzonderlijk worden ingevoerd. Worden vast- ter-waarden gelegde Qmaster-waarden voor een bepaalde tijd over- of onderschreden, dan vindt één van de volgende reacties plaats: Directe uitschakeling van de stroombron Er klinkt een waarschuwingssignaal...
  • Pagina 96: Toelichting Bij De Qmaster-Waarden

    BELANGRIJK! Wordt bij een geselecteerde Job de waarde van de parameters “Maxi- male tijd van de spanningsafwijking” en “Maximale tijd van de stroomafwijking" = “Uit” in- gevoerd, dan is de Qmaster-functie voor deze Job uitgeschakeld. Toelichting bij de Richtwaarde stroom Bijv.: 338,0 Qmaster-waarden...
  • Pagina 97: Draadaanvoer-Qmaster-Waarde Voor Een Geselecteerde Job Vastleggen

    Draadaanvoer-Qmaster-waarde voor een geselec- teerde Job vastleggen Algemeen De volgorde van de aan de "waslijn" opgehangen schermen hangt af van de soort gese- lecteerde Jobs. Doel van Qmas- Qmaster-waarden kunnen voor iedere Job afzonderlijk worden ingevoerd. Worden vast- ter-waarden gelegde Qmaster-waarden voor een bepaalde tijd over- of onderschreden, dan vindt één van de volgende reacties plaats: Directe uitschakeling van de stroombron Er klinkt een waarschuwingssignaal...
  • Pagina 98: Toelichting Bij De Draadaanvoer-Qmaster Waarden

    BELANGRIJK! Wordt bij een geselecteerde Job de waarde van de parameters “Maximale tijd van de draadaanvoerafwijking” en “Maximale tijd van de lassnelheidafwijking" = “Uit” ingevoerd, dan is de Qmaster-functie voor deze Job uitgeschakeld. Toelichting bij de Bijv.: 15,0 m/mi Richtwaarde draadaanvoer draadaanvoer- Qmaster waarden Waarde voor onderste grens draadaanvoer...
  • Pagina 99: Karakteristiek Optimaliseren & Beheren

    Karakteristiek optimaliseren & beheren Algemeen In menupunt "Karakteristieken optimaliseren & beheren" kunnen gebruikerskarakteristie- ken worden beheerd, geoptimaliseerd of van naam worden veranderd. OPMERKING! Het optimaliseren van gebruikerskarakteristieken vereist kennis van de lasboog- en lastechniek. BELANGRIJK! Voor het maken van een gebruikerskarakteristiek zijn minstens twee karakteris- tiekpunten nodig.
  • Pagina 100: Overzicht

    Toets F2 “Ja” of F3 “Nee” indrukken Online bewerken - F2 "Ja" De stroombron wisselt in het Setup-menu, onafhankelijk van de actuele stroombroninstellingen. Op de afstandsbediening gewijzig- de gegevens, waarvoor op de stroombron een weergavemoge- lijkheid bestaat, worden ook op de stroombron weergegeven (bijv.
  • Pagina 101: Karakteristieken Beheren

    Karakteristieken beheren Karakteristieken Menupunt "Karakteristieken optimali- kiezen seren & beheren" oproepen Het laatst opgeroepen scherm "Gegevens" wordt weergegeven. Onafhankelijk van het getoonde scherm op toets F1 "Karakteristieken beheren" drukken: Het eerste scherm “Karakteristie- ken administreren” van de wizard wordt weergegeven Voorbeeld voor een scherm "Gegevens"...
  • Pagina 102: Karakteristieken Benoemen En Van Naam Veranderen

    Karakteristieken Menupunt "Karakteristieken optimali- benoemen en van seren & beheren" oproepen naam veranderen Het laatst opgeroepen scherm "Gegevens" wordt weergegeven. Onafhankelijk van het getoonde scherm op toets F1 "Karakteristieken beheren" drukken: Het eerste scherm “Karakteristie- ken administreren” van de wizard wordt weergegeven Voorbeeld voor een scherm "Gegevens"...
  • Pagina 103: Karakteristieken Wissen

    Toets F5 “Afbreken” indrukken Scherm “Karakteristieken administreren” Het laatst opgeroepen scherm "Gegevens" wordt weergegeven. Voorbeeld voor een scherm "Gegevens" van de ka- rakteristiek XYZ Karakteristieken Menupunt "Karakteristieken optimali- wissen seren & beheren" oproepen Het laatst opgeroepen scherm "Gegevens" wordt weergegeven. Onafhankelijk van het getoonde scherm op toets F1 "Karakteristieken beheren"...
  • Pagina 104 Gewenste karakteristiek met instelwiel (18) selecteren Toets F2 “Karakteristiek wissen” in- drukken: De veiligheidsvraag "Wilt u karak- teristiek ... werkelijk wissen?" wordt weergegeven Scherm “Karakteristieken administreren” Toets F2 “Ja” indrukken De karakteristiek wordt gewist, scherm “Karakteristiek administre- ren” wordt weergegeven De veiligheidsvraag "Wilt u karakteristiek ...
  • Pagina 105: Karakteristiekpunten Beheren

    Karakteristiekpunten beheren Karakteristiek- Menupunt "Karakteristieken optimali- punten selecte- seren & beheren" oproepen Het laatst opgeroepen scherm "Gegevens" wordt weergegeven. Toets F1 "Karakteristieken beheren" indrukken, betreffende karakteristiek selecteren Onafhankelijk van het weergegeven scherm het te veranderen karakteris- tiekpunt met toets F2 of F5 selecteren: F2 “vorige punt”...
  • Pagina 106 Met instelwiel (18) selecteren of de ka- rakteristiekpunt berekend of gekopi- eerd moet worden Karakteristiekpunt berekenen: Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Het tweede scherm “Karakteris- tiekpunt berekenen” van de wizard wordt weergegeven Scherm "Karakteristiekpunt invoegen" - Berekenen geselecteerd Draadaanvoer, waarvoor de nieuwe karakteristiekpunt wordt berekend, met behulp van instelwiel (18) ingeven Toets F2 “Voorwaarts”...
  • Pagina 107 De nieuwe karakteristiekpunt wordt over- eenkomstig de draadaanvoer in de karak- teristiek ingevoegd, het betreffende scherm "Gegevens" wordt weergegeven Voorbeeld van een scherm "Gegevens" met een nieuw karakteristiekpunt (punt 1) Karakteristiekpunt kopiëren: Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Het tweede scherm “Karakteris- tiekpunt nu gekopieerd”...
  • Pagina 108: Karakteristiekpunten Wissen

    De actueel geselecteerde karakteristiek- punt wordt in de karakteristiek gekopieerd, het bijbehorende scherm "Gegevens" wordt weergegeven. Voorbeeld van een scherm "Gegevens" met gekopi- eerd karakteristiekpunt (punt 3) Karakteristiek- Menupunt "Karakteristieken optimali- punten wissen seren & beheren" oproepen Het laatst opgeroepen scherm "Gegevens"...
  • Pagina 109 De geselecteerde karakteristiekpunt wordt gewist, het bijbehorende scherm "Gege- vens" wordt weergegeven Voorbeeld voor een scherm "Gegevens" van de ka- rakteristiek XYZ...
  • Pagina 110: Karakteristiekparameters Van Standaard Karakteristieken

    Karakteristiekparameters van standaard karakteris- tieken Ontsteking Startsnelheid draad Draadsnelheid [m/min] vóór het lassen (0 - actueel ingestelde draadaanvoerwaarde) Startstroomtijd Duur [ms], hoe lang bij het starten van het lassen de ingestelde startstroom actief is geen startstroom max. duur voor de startstroom Startstroom Hoogte van de startstroom [A] die bij het starten van het lassen is ingesteld.
  • Pagina 111: Lasboog, Dynamisch

    Gevolgen van een te hoge spanning: Te lange booglengte In de omgeving van de lasnaad kunnen kartels optreden Vastsmelten van de elektrode aan contactbuis is mogelijk Geringe kortsluitfrequentie Gevolgen van een te lage spanning: Te korte lasboog - Lasboog instabiel Draadelektrode wordt niet voldoende opgesmolten - veel spatten door indompelen van de draadelektrode in het smeltbad Steilheid karakteristiek...
  • Pagina 112: Laseinde

    Speciaal dynamiek Met de speciaal dynamiek kan een bepaalde stroomwaarde voor de duur van de kort- sluiting aan de actuele lasstroom worden toegevoegd. geen speciaal dynamiek (zwakke, naar instabiliteit neigende lasboog) 65535 max. speciaal dynamiek (krachtige, stabiele lasboog) Stroomafname De parameter stroomafname bepaalt met welke snelheid de kortsluitstroomregeling overgaat in spanningsregeling.
  • Pagina 113: Richtwaarde

    Richtwaarde Materiaal-richtwaarde De richtwaarde voor de materiaaldikte [mm] wordt normaal gesproken door te probe- ren of aan de hand van een proeflas vastgesteld Spannings-richtwaarde De spannings-richtwaarde [V] wordt normaal gesproken door te proberen of aan de hand van een proeflas vastgesteld. Bij de stroombronnen TS 4000/5000 en TPS 2700/4000/5000 komt de spannings-richtwaarde overeen met de spanning op de con- tactbuis.
  • Pagina 114: Karakteristiekparameters Van Puls-Karakteristieken

    Karakteristiekparameters van puls-karakteristieken Ontsteking Startsnelheid draad Draadsnelheid [m/min] vóór het lassen (0 - actueel ingestelde draadaanvoerwaarde) Startstroomtijd Duur [ms], hoe lang bij het starten van het lassen de ingestelde startstroom actief is geen startstroom max. duur voor de startstroom Startstroom Hoogte van de startstroom [A] die bij het starten van het lassen is ingesteld.
  • Pagina 115 Grondstroom De grondstroom [A] heeft als taak de lasboog in de pauze tussen de impulsen (= grondstroomfase) in stand te houden. Gevolgen van een te hoge grondstroom: te sterk aansmelten van draadelektrode Vorming van grote druppels Gevolgen van een te lage grondstroom: ionisatie van lasboogtraject te laag Onderbreken van de lasboog tijdens de basisstroomfase Stroomtoename pulsbegin...
  • Pagina 116: Pulsfrequentie

    Stroomafname pulseinde zwakke lasboog 1000 max. stroomafname (krachtige lasboog) Stroomafname Tau Tijdelijke overgang [ms] van een lineaire helling op de afbreekstroom (0 - 5) harde overgang, hard lasbooglawaai zwakke overgang, zwakker lasbooggeruis Druppelafsplitsstroom De druppelafsplitsstroom [A] is in de dalende impulsflank werkzaam en dient voor het optimaliseren van de druppelafsplitsing.
  • Pagina 117: Fakt-F-Correctie

    Gevolgen van een te lage spanning: Te korte booglengte Draadelektrode wordt niet voldoende opgesmolten - veel spatten door indompelen van de draadelektrode in het smeltbad Fakt-I_b-Regeling(pi) Inwerking van de regelafwijking [%] op de grondstroom (0 - 50) Fakt-I_p1-Regeling(pi) Inwerking van de regelafwijking [%] op de pulsstroom (0 - 50) Fakt-f-Regeling(p) Inwerking van de regelafwijking [%] op de frequentie (0 - 50) Fakt-I_b-Correctie...
  • Pagina 118: Stroomstijging Kortsluiting

    I (A) I (A) t (s) I (A) t (s) I (A) t (s) t (s) Regelparameter Pulsstroom Fakt-I_b-Regeling (pi) Grondstroom Frequentie = 1/t Fakt-I_p1-Regeling (pi) Fakt-f-Regeling (p) Kortsluiting Stroomstijging kortsluiting De parameter [A/ms] beschrijft, hoe bij kortsluiting de stroom volgens een bepaalde hel- ling toeneemt.
  • Pagina 119: Richtwaarde

    Terugbrandtijd 0,40 maximale terugbrandtijd (gevaar van het vastbranden van de draad aan de contactbuis) Richtwaarde Materiaal-Richtwaarde De richtwaarde voor de materiaaldikte [mm] wordt normaal gesproken door te proberen of aan de hand van een proeflas vastgesteld Spannings-Richtwaarde De spanningsrichtwaarde [V] wordt normaal gesproken door te proberen of aan de hand van een proeflas vastgesteld.
  • Pagina 120: Karakteristiekparameters Van Cmt-Karakteristieken

    Karakteristiekparameters van CMT-karakteristieken Algemeen OPMERKING! Het opstellen en bewerken van CMT-karakteristieken is een complexe opgave en vereist dus kennis van Onderzoek & Ontwikkeling. Voor het opstellen en bewerken van CMT-karakteristieken is een speciale meettechniek (bijv. highspeed camera, oscilloscoop, enz.) evenals een omvangrijke kennis van de ach- tergrond noodzakelijk.
  • Pagina 121: Cmt- Parameters

    t_hotstart geen verandering van de booglengte 654,9 max. duur voor de verandering van de booglengte slaghammer On_1/Off_0 Functie voor het verwijderen van slakken aan het einde van de draadelektrode De draadelektrode voert een snelle voor- en achterwaartse beweging uit en raakt daarbij het oppervlak van het werkstuk tot een eventueel aanwezige slak van de draadelektro- de afspringt en er een ontsteking plaatsvindt.
  • Pagina 122: Laseinde

    vd_sc_wait Draadsnelheid [m/min] in aansluiting op de boostfase tot het onderdompelen van de elektrode in het smeltbad I_sc2 Stroomrichtwaarde bij kortsluiting [A] d_boostup Lineaire stroomtoename-snelheid [A/ms] aan het begin van de boostfase geen stroomtoename 1000 maximale stroomtoename (10) tau_boostup Niet-lineaire stroomtoename-snelheid [ms] bij het begin van de boostfase (0,08 - 5,00) (11) I_boost...
  • Pagina 123: Richtwaarde

    t_burnback Duur van de stroomloze draadterugtrekking [ms], nadat de lasstroom uitgeschakeld werd (v = -6 m/min) Richtwaarde Stroom-Richtwaarde De stroomrichtwaarde [A] wordt normaal gesproken door te proberen of aan de hand van een proeflas vastgesteld. Materiaal-Richtwaarde De richtwaarde voor de materiaaldikte [mm] wordt normaal gesproken door te proberen of aan de hand van een proeflas vastgesteld.
  • Pagina 124: Karakteristiekparameters Van Cmt / Puls-Karakteristieken

    Karakteristiekparameters van CMT / Puls-karakte- ristieken Algemeen OPMERKING! Het opstellen en bewerken van CMT / pulskarakteristieken (CMT+P) is een com- plexe opgave en vereist dus kennis van Onderzoek & Ontwikkeling. Voor het opstellen en bewerken van CMT+P karakteristieken is een speciale meettech- niek (bijv.
  • Pagina 125: Overzicht: Cmt-Parameter, Pulsparameter

    slaghammer On_1/Off_0 Functie voor het verwijderen van slakken aan het einde van de draadelektrode De draadelektrode voert een snelle voor- en achterwaartse beweging uit en raakt daarbij het oppervlak van het werkstuk tot een eventueel aanwezige slak van de draadelektrode afspringt en er een ontsteking plaatsvindt. Bij aluminium materialen is de ontstekingsparameter slaghammer = 0.
  • Pagina 126: Pulsparameter

    I_sc2 Stroomrichtwaarde [A] bij kortsluiting I_boost Stroomrichtwaarde [A] tijdens de boostfase t_I_boost Duur [ms] van de boostfase, vanaf het begin van de booststroomtoename tot het begin van de booststroomafname geen boostfase 99,98 maximale duur van de boostfase Pulsparameter d_pulsup Lineaire pulsstroom-toenamesnelheid [A/ms] geen pulsstroom-toename 1000 maximale pulsstroom-toename...
  • Pagina 127: Cmt / Puls

    BELANGRIJK! De pulsfrequentie kan als volgt worden berekend: (t_base + t_p1) (17) t_p1 Duur van de pulsstroomfase [ms], vanaf de start van de stroomtoename tot de start van de stroomafname geen pulsstroomfase 50,02 maximale duur van de pulsstroomfase CMT / Puls CMT_cycles Aantal CMT-cycli (0 - 500) Puls_cycles...
  • Pagina 128 Lasspanning en lasstroom op de stroombron instellen Proeflas maken Tijdens het lasproces worden de actuele waarden voor lasspanning en lasstroom als werkelijke waar- de op de afstandsbediening weer- gegeven. Deze waarden kunnen tijdens het lasproces niet worden gewijzigd, de keuzebalk wordt ge- heel zwart weergegeven.
  • Pagina 129: Karakteristiek-Parameters Van Cmt Advanced Karakteristieken

    Karakteristiek-parameters van CMT Advanced ka- rakteristieken Algemeen OPMERKING! Het opstellen en bewerken van CMT / pulskarakteristieken (CMT+P) is een com- plexe opgave en vereist dus kennis van Onderzoek & Ontwikkeling. Voor het opstellen en bewerken van CMT+P karakteristieken is een speciale meettech- niek (bijv.
  • Pagina 130: Weldstart

    Weldstart Positive_weldstart_cycles Aantal positieve lasstartcycli Negative_weldstart_cycles Aantal negatieve lasstartcycli Summary_weldstart_cycles Totaal aantal lasstartcycli Scherm "Weldstart" bij CMT Advanced karakteristie- CMT-parameter De CMT-parameters worden in de schermen “CMT - Param1” en “CMT - Param2” weer- en EN-CMT-para- gegeven. meter De EN CMT-parameter in het negatieve cyclusbereik worden in de schermen „EN CMT - Param1“...
  • Pagina 131 I_sc_wait (-5) EN_I_sc_wait Stroomrichtwaarde [A] in aansluiting op de boostfase tot het onderdompelen van de elektrode in het smeltbad vd_sc_wait (-6) EN_vd_sc_wait Draadsnelheid [m/min] in aansluiting op de boostfase tot het onderdompelen van de elektrode in het smeltbad I_sc2 (-7) EN_I_sc2 Stroomrichtwaarde bij kortsluiting [A] d_boostup...
  • Pagina 132: En/Ep Cmt

    (13) tau_boostdown (-13) EN_tau_boostdown Niet-lineaire stroomafname-snelheid [ms] aan het einde van de boostfase (0,08 - 20) EN/EP CMT Positive_cycles Positieve CMT-cycli Negative_cycles Negatieve CMT-cycli Laseinde I_drop_melt EN_I_drop_melt Stroomrichtwaarde [A] voor kogelvorming bij laseinde (t=10 ms) geen kogelvorming maximale kogelvorming t_burnback Duur van de stroomloze draadterugtrekking [ms], nadat de lasstroom uitgeschakeld werd (v = -6 m/min)
  • Pagina 133: Overnemen Van Spannings- En Stroom-Richtwaarden

    Draadaanvoer De richtwaarde voor de draadaanvoer [m/mm] wordt normaal gesproken door te probe- ren of aan de hand van een proeflas vastgesteld. Overnemen van Spannings- en stroomrichtwaarden worden vanaf de afstandsbediening direct vanaf de spannings- en proeflas overgenomen: stroom-richtwaar- Lasspanning en lasstroom op de stroombron instellen Proeflas maken Tijdens het lasproces worden de...
  • Pagina 134: Karakteristiekparameters Van Cmt / Puls Advanced Karakteristieken

    Karakteristiekparameters van CMT / Puls Advanced karakteristieken Algemeen OPMERKING! Het opstellen en bewerken van CMT / pulskarakteristieken (CMT+P) is een com- plexe opgave en vereist dus kennis van Onderzoek & Ontwikkeling. Voor het opstellen en bewerken van CMT+P karakteristieken is een speciale meettech- niek (bijv.
  • Pagina 135: Overzicht: Cmt-Parameter, Pulsparameter

    Overzicht: CMT- De CMT-parameters worden in de schermen “CMT - Param1” en “CMT - Param2” weer- parameter, puls- gegeven. parameter De Puls-parameters worden in de schermen „Pulsparameter 1“ en „Pulsparameter 2“ weergegeven. (m/s) (19) t (s) (14) (13) I (A) (16) (12) (17)
  • Pagina 136: Pulsparameter

    d_boostup 1000 maximale stroomtoename tau_boostup Niet-lineaire stroomtoename-snelheid [ms] bij het begin van de boostfase (0,08 - 5,00) I_boost Stroomrichtwaarde [A] tijdens de boostfase t_I_boost Duur [ms] van de boostfase, vanaf het begin van de booststroomtoename tot het begin van de booststroomafname geen boostfase 99,98 maximale duur van de boostfase...
  • Pagina 137 (16) d_Ip2 Lineaire pulsstroom-afnamesnelheid [A/ms] t_p2 geen pulsstroom-af- (14) I_p1 name 2200 maximale puls- stroom-afname (16) d_Ip2 (17) tau_Ip2 Niet-lineaire pulsstroom-afnamesnel- heid [ms] I_p2 (17) tau_Ip2 I (A) d_I_Base I_p2 (18) I_base tau_I_base t (s) Afsplitsstroom [A] (moet groter zijn dan I_base, omdat Parameter aan de afvallende pulsflank anders het gevaar van het afbreken van de lasboog bestaat)
  • Pagina 138: Puls/Cmt Cycles

    Gevolgen van een te lage spanning: Te korte booglengte Draadelektrode wordt niet voldoende opgesmolten - veel spatten door indompelen van de draadelektrode in het smeltbad k_I_p1_reg_gain Inwerking op de regelafwijking [%] op de pulsstroom k_Vd_reg_gain Inwerking op de regelafwijking [%] op de draadsnelheid k_I_b_reg_gain Inwerking van de booglengtecorrectie [%] op de grondstroom I_p1_reg_delta_min...
  • Pagina 139 Materiaal-Richtwaarde De richtwaarde voor de materiaaldikte [mm] wordt normaal gesproken door te proberen of aan de hand van een proeflas vastgesteld. Spannings-Richtwaarde De spanningsrichtwaarde [V] wordt normaal gesproken door te proberen of aan de hand van een proeflas vastgesteld. Bij de stroombronnen TS 4000/5000 en TPS 2700/4000/5000 komt de spannings-richtwaarde overeen met de spanning op de con- tactbuis.
  • Pagina 140: Karakteristiekparameters Veranderen

    Karakteristiekparameters veranderen De procesrege- In elk scherm van het menupunt "Karakteristieken optimaliseren & beheren" wordt de laar procesregelaar weergegeven. Deze procesregelaar ondersteunt de optimalisatie van pulskarakteristieken door middel van de regelparameters Fakt-I_b-Regeling (pi), Fakt- I_p1-Regeling (pi) en Fakt-f-Regeling (p) Procesregelaar met instelbereiken (1) optimaal bereik (2) actuele waarde Onder ideale omstandigheden zou de voor een regelparameter ingestelde waarde bin-...
  • Pagina 141: Karakteristiekparameters Veranderen

    Karakteristiekpa- Menupunt "Karakteristieken optimaliseren & beheren" oproepen rameters veran- Het laatst opgeroepen scherm "Gegevens" wordt weergegeven. deren Toets F1 "Karakteristieken beheren" indrukken, betreffende karakteristiek selecteren Onafhankelijk van het weergegeven scherm met behulp van toets rechts (8) het scherm "Gegevens" selecteren, waarop zich de te veranderen karakteristiekparame- ter bevindt Met behulp van toetsen F2 of F5 de karakteristiekpunt selecteren waarvan de karak- teristiekparameter moet worden veranderd:...
  • Pagina 142: Bijeenbrengen Van Documentatie

    Software “RCU Data Receiver”, geïnstalleerd op PC / Laptop Dataverbinding tussen PC / Laptop en de stoombron (bijv met LocalNet / RS 232 interface of met de optie "Ethernet" op de stroombron) Afstandsbediening RCU 5000i Indien geen LocalNet-aansluiting op de stroombron vrij is: LocalNet-verdeler, pas- sief...
  • Pagina 143: Menupunt "Documentatie" Oproepen

    Software “RCU Data Receiver”, geïnstalleerd op PC / Laptop in de handel verkrijgbare Card-Reader voor het uitlezen van gegevens op de ge- heugenkaart Afstandsbediening RCU 5000i Indien geen LocalNet-aansluiting op de stroombron vrij is: LocalNet-verdeler, pas- sief Lasgegevens, die direct worden geëvalueerd, kunnen ook parallel op de geheugenkaart worden opgeslagen.
  • Pagina 144: Overzicht

    Overzicht “Documentatie" bestaat uit de volgende rubrieken: Basisinstellingen voor bijeenbrengen van documentatie vastleggen Qmaster-waarden vastleggen Maximale motorstroom instellen Productnummer registratie Las logboek Foutmeldingen logboek Geheugenkaart verwijderen...
  • Pagina 145: Basisinstellingen Voor Bijeenbrengen Van Documentatie Vastleggen

    Basisinstellingen voor bijeenbrengen van docu- mentatie vastleggen Basisinstellingen Menupunt "Documentatie" oproepen voor bijeenbren- Met toets rechts (8) scherm "Basisin- gen van docu- stellingen" selecteren mentatie vastleg- Scherm "Basisinstellingen" wordt weergegeven Bijbehorende parameter met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Parameter met instelwiel (18) veran- deren...
  • Pagina 146: Documentatie Op De Geheugenkaart

    Tijdinterval voor het instellen met welke tijdintervallen zal worden gedocumenteerd Bereik Uit / 0,1 - 9,9 Actuele laswaarden worden niet gedocumenteerd; over alle laswerk- zaamheden wordt een gemiddelde waarde voor de lasstroom en lasspanning ingevoerd; storingen en over- / onderschrijdingen worden gedocumenteerd De actuele lasgegevens worden iedere 0,1 sec.
  • Pagina 147: Belangrijk

    BELANGRIJK! De geheugenkaart mag niet tegen over- schrijven zijn beschermd. A.u.b. SM/SD kaart insteken Bevindt zich geen geheugenkaart in het slot voor de geheugenkaart (24), dan wordt het scherm "Waarschuwing - A.u.b. geheugenkaart aanbrengen" getoond. Voor het uitlezen van de gegevens van de geheugenkaart is een in de handel ver- krijgbare Card-Reader nodig.
  • Pagina 148 Bij maximale documentatie (naadinterval = 1, tijdinterval = 0,1, inschakelduur 100%) een volle geheugenkaart binnen max. 4 minuten vervangen. Anders gaan de op afstandsbediening RCU 5000i tussentijds op- geslagen gegevens verloren. Afstandsbediening RCU 5000i ondersteunt geheugenkaarten van 32 Mb - 1Gb.
  • Pagina 149: Qmaster-Waarden Vastleggen

    Qmaster-waarden vastleggen Doel van Qmas- In menupunt "Documentatie" kunnen Qmaster-waarden worden vastgelegd. Bij het op- ter-waarden slaan van Jobs worden deze Qmaster-waarden als voorinstelling overgenomen. Worden vastgelegde Qmaster-waarden bij het Joblassen voor een bepaalde tijd over- of onder- schreden, dan vindt één van de volgende reacties plaats: Directe uitschakeling van de stroombron Er klinkt een waarschuwingssignaal Geen reactie...
  • Pagina 150 Reactie Bijv.: Uitschake- ling Is bij Joblassen de werkelijke lasstroom langer dan 0,8 sec. hoger dan 275 A of lager dan 236 A, dan schakelt de stroombron uit. Lasspanning volgens Job Bijv.: 35,0 Waarde in V voor de bovenste spannings- grens onderste lasspanning-grenswaarde 37,1...
  • Pagina 151: Maximale Motorstroom Instellen

    Maximale motorstroom instellen Algemeen In het menupunt "Documentatie" kan voor draadaanvoermotor en de motor van een PushPull-eenheid de maximale motorstroom worden vastgelegd. Bij het opslaan van Jobs worden deze maximale motorstroomwaarden als voorinstelling overgenomen. Wor- den de vastgelegde motorstroomwaarden tijdens het lassen voor een bepaalde tijd over- schreden, dan vindt één van de volgende reacties plaats: Directe uitschakeling van de stroombron Er klinkt een waarschuwingssignaal...
  • Pagina 152: Productnummer Registratie

    Productnummer registratie Algemeen In het menupunt "Documentatie" is een productnummer registratiefunctie beschikbaar. Met de productnummer registratie kunnen aan willekeurige onderdelen of werkstukken doorlopende nummers worden toegewezen. Door het toegewezen nummer is ieder on- derdeel exact te identificeren (bijv. bij het optreden van een storing). Productnummer Menupunt "Documentatie"...
  • Pagina 153 Menupunt "Documentatie" oproepen Met toets rechts (8) scherm "Product- nummer registratie" selecteren Scherm "Productnummer registra- tie" wordt weergegeven Parameter "Productnummer" met be- hulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Toets F3 “Benoemen” indrukken Het scherm “Productnummer in- voeren”...
  • Pagina 154: Productnummer Verhogen

    Voorbeeld van een productnummer met scheidingsteken: Eindnummer met vier posities (wordt verhoogd tot max. 9999) Scheidingsteken Tekens voor het scheidingsteken blijven ongewijzigd Zo zijn productnummers van K10-0002 tot K10-9999 mogelijk, Productnummer De verhoging van het productnummer kan handmatig met toetsen F1 en F2 of per Job verhogen plaatsvinden.
  • Pagina 155 Verhoging per Job Parameter "Verhoging" met instelwiel (18) op "Job" instellen Bij parameter “Job-Trigger” het num- mer van de Job invoeren, waarvan het productnummer moet worden ver- hoogd. Telkens wanneer de in de para- meter “Job-Trigger” ingevoerde Job wordt geselecteerd, wordt het productnummer verhoogd.
  • Pagina 156: Las Logboek

    Las logboek Algemeen In het Las logboek worden de lasgegevens van alle MIG/MAG laswerkzaamheden (syn- ergisch, standaard, Job) vanaf lasbegin via de rubrieken tot laseinde opgetekend. Las logboek - Menupunt "Documentatie" oproepen Lasgegevens Met toets rechts (8) scherm "Las log- weergeven boek"...
  • Pagina 157 De lasgegevens van de betreffende ru- briek worden weergegeven. Scherm "Lasinformatie" voor naad 2, rubriek 1...
  • Pagina 158: Foutmeldingen Logboek

    In het Foutmeldingen logboek worden de volgende gegevens opgetekend: Het aan- en afmelden van gebruikers Het veranderen van Jobs Het optreden en verhelpen van storingen Actualiseringen van de RCU 5000i software Het Foutmeldingen logboek bevat ca. 400 aantekeningen. Foutmeldingen Menupunt "Documentatie" oproepen logboek Met toets rechts (8) scherm "Foutmel-...
  • Pagina 159: Geheugenkaart Verwijderen

    Geheugenkaart verwijderen Algemeen Voor het evalueren van gegevens moet de geheugenkaart uit de afstandsbediening wor- den genomen, bijv. bij laspauzes. Het verwijderen van de geheugenkaart is te allen tijde mogelijk. Geheugenkaart OPMERKING! verwijderen Bij documentatie op de geheugenkaart vóór het verwijderen van de geheugenkaart altijd toets F5 “SD-kaart verwijderen”...
  • Pagina 160 Geheugenkaart verwijderen Scherm "Informatie - Het opslaan is afgesloten"...
  • Pagina 161: Machinevoorinstellingen

    “Machinevoorinstellingen" bestaat uit de volgende rubrieken: Machinevoorinstellingen voor het RCU 5000i - Unlock-functie lassen instellen Taal en norm instellen Ethernet instelling RCU 5000i - Versiegegevens be- kijken Datum en tijd instellen Robotinterface - Robotmodus Backup maken Profielen / Sleutels Gegevens herstellen...
  • Pagina 162: Machinevoorinstellingen Voor Het Lassen Instellen

    Machinevoorinstellingen voor het lassen instellen Machinevoorin- Menupunt "Machinevoorinstellingen" stellingen voor oproepen "MIG/MAG" in- Met toets rechts (8) scherm "MIG/ stellen MAG" selecteren Scherm “MIG/MAG” wordt weer- gegeven Bijbehorende voorinstelling met be- hulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Waarde van de voorinstellingen met instelwiel (18) veranderen De waarde van een voorinstelling...
  • Pagina 163: Machinevoorinstellingen Voor "Elektrode Lassen" Instellen

    Machinevoorin- Menupunt "Machinevoorinstellingen" stellingen voor oproepen "Elektrode las- Met toets rechts (8) scherm "Elektrode sen" instellen lassen" selecteren Scherm "Elektrode lassen" wordt weergegeven Bijbehorende voorinstelling met be- hulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Waarde van de voorinstellingen met instelwiel (18) veranderen De waarde van een voorinstelling kan alleen in het kader van het...
  • Pagina 164: Ethernet Instelling

    Ethernet is een optie voor het inbinden van een stroombron in een locaal netwerk. Is de optie ethernet (Print UBST met ethernetaansluiting) op de stroombron geïnstalleerd, dan is ook het scherm voor het instellen van de ethernet-parameter op de RCU 5000i be- schikbaar. Het scherm wordt aan de waslijn toegevoegd.
  • Pagina 165: Ethernet-Parameters

    Ethernet-parame- IP-adres ters Aan iedere stroombron in een lokaal netwerk is een eigen IP-adres toegekend. Via de- ze IP-adressen kan de betreffende stroombron geïdentificeerd en aangesproken wor- den. Subnet mask Subnet mask is een netwerkspecifieke parameter van het lokale netwerk. Het verstrek- ken van de parameter "Subnet mask"...
  • Pagina 166: Datum En Tijd Instellen

    Datum en tijd instellen Datum en tijd in- Menupunt "Machinevoorinstellingen" stellen oproepen Met toets rechts (8) scherm "Tijd/ Datum" selecteren" Scherm "Tijd/Datum" wordt weer- gegeven Bijbehorende parameter met behulp van toetsen naar beneden (6) of naar boven (7) selecteren Parameter met instelwiel (18) veran- deren De waarde van een parameter kan alleen in het kader van het...
  • Pagina 167: Robotinterface - Robotmodus

    De externe parameterkeuze is de standaardinstelling voor de robotmodus. Bij het op- nieuw starten en bij het afsluiten schakelt de afstandsbediening RCU 5000i automatisch over naar externe parameterkeuze. Door een selectieve externe-interne omschakeling kunnen de geselecteerde parameters bij externe parameterkeuze intern op de afstandsbediening worden veranderd en inge- steld.
  • Pagina 168: Externe Parameterkeuze In De Robotmodus

    Met toets rechts (8) scherm "Robotin- terface" selecteren" Scherm "Robotinterface" wordt weergegeven Parameter "alg. parameter reg." met instelwiel (18) op "Extern" instellen De afstandsbediening RCU 5000i verandert in externe parameterse- lectie. De in te stellen parameters wor- den via de robotbesturing inge- voerd en veranderd.
  • Pagina 169: Selectieve Extern-Intern Omschakeling Geselecteerde Parameter Bij Externe Parameterselectie

    Selectieve ex- Met functietoets F5 “Int / Ext” kan bij externe parameterselectie een selectieve extern- tern-intern om- intern omschakeling van de geselecteerde parameter worden uitgevoerd. De externe pa- schakeling gese- rameters kunnen zo intern op de afstandsbediening worden veranderd en ingesteld. lecteerde para- De functietoets F5 “Int / Ext”...
  • Pagina 170: Andere Functies In De Robotmodus

    MIG/MAG synergisch lassen: Scherm “Lasparameter”, Toortsschakelaar mode geselecteerd - functietoets F5 “Int / Ext” geblokkeerd Andere functies Selectie van menupunten in de robotmodus In de robotmodus kunnen de volgende menupunten worden geselecteerd: Lasproces, dat actueel door robot geselecteerd is Job optimaliseren & beheren Karakteristiek optimaliseren &...
  • Pagina 171 Bijv.: Robot werkt in "MIG/MAG synergisch lassen" Menupunt “MIG/MAG synergisch lassen" is door de gebruiker geopend, scherm "Procesinstellingen" is geselecteerd Robot wisselt naar "Job lassen" Weergave op de afstandsbediening wisselt automatisch naar het laatst weergege- ven scherm "Gegevens" van het menupunt "Job lassen" Signaal "Robot extern"...
  • Pagina 172: Profielen / Sleutels

    Profielen / Sleutels Algemeen In het scherm “Profielen / Sleutels” kan het gebruikersbeheer plaatsvinden. Een gebrui- kersbeheer is zinvol, wanneer meerdere gebruikers met één en dezelfde afstandsbedie- ning werken. Het gebruikersbeheer vindt plaats met behulp van verschillende profielen en met de sleutelkaarten (artikelnummer 43,0001.1168). Afhankelijk van het opleidingsni- veau of kwalificatie van een gebruiker, worden verschillende profielen aan de gebruiker toegewezen.
  • Pagina 173: Begripsverklaringen

    Zijn geen andere profielen behalve "Administrator" en "Afgesloten" en geen sleutels aan- gelegd, dan dient een willekeurige sleutelkaart voor het vergrendelen en ontgrendelen van de afstandsbediening. Bij een vergrendelde afstandsbediening wordt het profiel "Afgesloten" geactiveerd (zie ook de rubriek "RCU 5000i m.b.v. sleutelkaart vergrendelen en ontgrendelen").
  • Pagina 174: Profiel "Administrator

    Profiel “Admini- Het profiel "Administrator" kan niet worden gewist, geen andere naam geven en niet be- strator” werken. Profiel “Admini- Het profiel "Afgesloten" kan niet worden gewist en geen andere naam worden gege- strator” ven. Het profiel "Afgesloten" kan niet worden bewerkt om naar behoeft verschillende schermen en functies vrij te geven.
  • Pagina 175: Aanbeveling Voor Het Aanleggen Van Profielen En Sleutels

    Op grond van foutief of onjuist aangelegde profielen en sleutels kunnen sleutelkaarten niet herkend of toegelaten worden, de afstandsbediening RCU 5000i sluit af. Lees de volgende punten aandachtig en houdt u zich bij het aanleggen van profielen en sleutels aan dit advies.
  • Pagina 176: Profielen Aanleggen En Bewerken

    Profielen aanleggen en bewerken Voorwaarde Om profielen te kunnen aanleggen moet een administrator-sleutel zijn aangelegd. Administrator- Menupunt "Machinevoorinstellingen" sleutel aanleggen oproepen Met toets rechts (8) scherm "Profie- len / Sleutels" oproepen Scherm "Profielen / Sleutels" - wordt weergegeven Met instelwiel (18) "Administrator" se- lecteren Toets F1 “Nieuwe sleutel”...
  • Pagina 177 Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“ indrukken om de volgen- de letter in te voeren Correcties kunnen met de toetsen F3 “<“ of F2 “< Wissen” worden doorgevoerd Bij afgesloten benoeming op toets F1 “Overnemen” drukken: Bij het aanmaken van de eerste sleutel wordt direct het tweede scherm “Transponder registreren”...
  • Pagina 178: Profielen Aanleggen

    Toets F2 “Gereed” indrukken Scherm "Profielen / Sleutels" - wordt weergegeven Scherm “Bevestiging” Profielen aanleg- Menupunt "Machinevoorinstellingen" oproepen Met toets rechts (8) scherm "Profie- len / Sleutels" oproepen Scherm "Profielen / Sleutels" - wordt weergegeven Toets F3 “Nieuw profiel” indrukken Alleen wanneer nog geen admini- stratorsleutel is aangemaakt, wordt het scherm "Informatie - Ad-...
  • Pagina 179 Toets F3 “Profiel benoemen” indruk- Scherm “Profiel benoemen” wordt weergegeven Scherm "Naam van het profiel invoeren" Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“ indrukken om de volgen- de letter in te voeren Correcties kunnen met de toetsen F3 “<“ of F2 “< Wissen” worden doorgevoerd Bij afgesloten benoeming op toets F1 “Overnemen”...
  • Pagina 180 Toewijzingen aan functietoetsen, die voor het betreffende profiel moeten worden vrijgegeven, met instelwiel (18) selecteren Voor het activeren van de toewijzingen van functietoetsen toets F4 "Selecte- ren" indrukken Een geactiveerde toewijzing van functietoetsen is met een X in het controlevakje aangeduid. Scherm “Andere instellingen”...
  • Pagina 181: Profielen Openen / Sluiten

    Toets F2 “Voorwaarts” indrukken Het laatste scherm "Bevestiging" van de wizard wordt weergege- ven. Toets F2 “Gereed” indrukken Scherm “Bevestiging” Het scherm "Profielen / Sleutels" met het nieuwe profiel wordt weergegeven. Machinevoorinstellingen - scherm "Profielen / Sleu- tels" met nieuw profiel Profielen ope- Gewenst profiel met instelwiel (18) se- nen / sluiten...
  • Pagina 182: Profiel Bewerken

    Voor het sluiten van het profiel toets F2 "Profiel sluiten" indrukken Machinevoorinstellingen - scherm "Profielen / Sleu- tels", Profiel "Administrator" geopend Het profiel wordt gesloten. Machinevoorinstellingen - scherm "Profielen / Sleu- tels", Profiel "Administrator" geselecteerd Profiel bewerken Gewenst profiel met instelwiel (18) se- lecteren Toets F4 “Profiel bewerken”...
  • Pagina 183 Voor het veranderen van de profiel- naam toets F3 "Profielnaam verande- ren" in drukken: Scherm “Profiel benoemen” wordt weergegeven. Scherm "Naam van het profiel veranderen" Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“ indrukken om de volgen- de letter in te voeren Correcties kunnen met de toetsen F3 “<“...
  • Pagina 184 Menupunten en gegevensschermen die veranderd moeten worden, met in- stelwiel (18) selecteren BELANGRIJK! Om gegevensschermen te activeren, moet ook het hoger gekwalificeerde menupunt geactiveerd zijn. Voor het activeren van een menupunt of een gegevensscherm toets F4 "Se- lecteren" indrukken Een geactiveerd menupunt of ge- gevensscherm is met een X in het controlevakje aangeduid.
  • Pagina 185 Toewijzing functietoets Hoger gekwalificeerd menupunt Int/Ext-omschakeling MIG/MAG synergisch lassen, MIG/MAG stan- daard lassen, elektrode lassen, TIG lassen, CC/CV mode, Job lassen, Job optimaliseren & beheren Parametertoegang Backup Machinevoorinstellingen Restore Machinevoorinstellingen VR-/LR-synchronisatie Machinevoorinstellingen Fabriek Machinevoorinstellingen Veranderen (UBST-IP) Machinevoorinstellingen Jobs beheren Job optimaliseren & beheren Karakteristieken beheren Karakteristiek optimaliseren &...
  • Pagina 186: Profiel Wissen

    Profiel wissen Gewenst profiel met instelwiel (18) se- lecteren Toets F5 “Profiel wissen” indrukken Veiligheidsvraag "Wilt u het pro- fiel ... en de bijbehorende sleutels werkelijk wissen?" wordt weerge- geven. Machinevoorinstellingen - scherm "Profielen / Sleu- tels", profiel "TIG lassers" geselecteerd Toets F2 “Ja”...
  • Pagina 187: Voorbeeld Profielen

    Voorbeeld profielen Algemeen Voor een beter inzicht zijn de keuzelijsten van de volgende voorbeeld-profielen compleet afgebeeld. De weergave van de keuzelijsten op de afstandsbediening wordt door de grootte van het scherm bepaald. De afzonderlijke instellingen van de keuzelijsten kunnen met instelwiel (18) worden geselecteerd.
  • Pagina 188 Scherm “Andere instellingen” Hoofdmenu in het profiel “Welding Specialist MIG / MAG” Scherm "Menu's en gegevensscreens"...
  • Pagina 189: Robot-Programmer

    Robot-Program- Taken: Communicatie tussen robotbesturing en lasapparaat tot stand brengen Controlefunctie Scherm “Andere instellingen” Hoofdmenu in het profiel “Robot-Programmer” Scherm "Menu's en gegevensscreens"...
  • Pagina 190: Welder / Worker

    Welder / Worker Taken: lassen Maken van backups Eenvoudige onderhoudswerkzaamheden zoals bijv. lasbrander-slijtdelen (gassproei- er, contactbuis, enz.) vervangen, draadaanvoerrollen vervangen, draadspoel vervan- Scherm “Andere instellingen” Hoofdmenu in het profiel “Welder / Worker” Scherm "Menu's en gegevensscreens"...
  • Pagina 191: Sleutels Aanleggen En Bewerken

    Sleutels aanleggen en bewerken Sleutelkaarten Met instelwiel (18) het profiel selecte- van de profielen ren, waaraan een sleutelkaart moet toewijzen (sleu- worden toegewezen tels aanleggen) Toets F1 “Nieuwe sleutel” indrukken Het eerste scherm, "Naam ge- ven", van de wizard wordt weerge- geven Machinevoorinstellingen - scherm "Profielen / Sleu- tels", profiel "MIG / MAG lassers"...
  • Pagina 192 Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: het tweede scherm “Transponder registreren” van de wizard wordt weergegeven BELANGRIJK! Geen sleutels tweemaal aanmaken. Iedere gebruiker een sleutel- kaart toewijzen. Scherm “Naam invoeren” Te registreren sleutelkaart op de lees- zone voor de sleutelkaard (16) hou- den.
  • Pagina 193: Gebruikers / Sleutels Bewerken

    Toets F2 “Gereed” indrukken Scherm "Profielen / Sleutels" - wordt weergegeven Scherm “Bevestiging” Gebruikers / Profiel, dat aan de te veranderen sleu- Sleutels bewer- tel is toegewezen, openen Bijpassende sleutel met instelwiel (18) selecteren Toets F2 “Sleutel bewerken” indrukken Het eerste scherm, "Naam veran- deren", van de wizard wordt weer- gegeven Scherm "Profielen en sleutels", sleutel "Dhr.
  • Pagina 194 Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“ indrukken om de volgen- de letter in te voeren Correcties kunnen met de toetsen F3 “<“ of F2 “< Wissen” worden doorgevoerd Bij afgesloten benoeming op toets F1 “Overnemen” drukken: de nieuwe naam wordt overgeno- men, scherm "Naam veranderen"...
  • Pagina 195: Gebruikers / Sleutels Wissen

    Toets F3 “OK” indrukken Andere sleutelkaart registreren Anders wordt het laatste scherm "Bevestiging" van de wizard weer- gegeven Scherm "Fout - Sleutel bestaat al" Toets F2 “Gereed” indrukken Scherm "Profielen / Sleutels" - wordt weergegeven Scherm “Bevestiging” Gebruikers / Profiel, dat aan de te veranderen sleu- Sleutels wissen tel is toegewezen, openen Bijpassende sleutel met instelwiel (18)
  • Pagina 196 Toets F2 “Ja” indrukken De veiligheidsvraag "Wilt u sleutel ... werkelijk wis- sen?" Het geselecteerde sleutel wordt gewist, het scherm "Profielen / Sleutels" wordt weergegeven. Machinevoorinstellingen, scherm "Profielen / Sleu- tels"...
  • Pagina 197: Aanmelden En Afmelden Van Geregistreerde Gebruikers Op De Afstandsbediening

    Aanmelden en afmelden van geregistreerde gebrui- kers op de afstandsbediening Algemeen Met behulp van de sleutelkaarten kan men zich bij de afstandsbediening RCU 5000i aan- en afmelden. Voorwaarde: De sleutelkaart van de gebruiker moet bij de afstandsbediening RCU 5000i geregistreerd en aan een profiel toegewezen zijn.
  • Pagina 198: Weergave Aangemelde Gebruiker

    Het laatst door de gebruiker opgeroepen scherm "Gegevens" wordt weergegeven. Scherm "Info sleutel - Gebruiker aangemeld" Weergave aange- Op de afstandsbediening RCU 5000i aangemelde gebruikers worden in de informatiere- melde gebruiker gel van het scherm "Gegevens" weergegeven, bijv.: Machinevoorinstellingen - scherm "Profielen / Sleu- Job lassen, scherm "Lasparameters", gebruiker "Dhr.
  • Pagina 199: Gebruiker Afmelden

    Scherm "Info sleutel - Gebruiker afgemeld" Weergave profiel Is op de afstandsbediening RCU 5000i het profiel "Vergrendeld" geactiveerd, dan wordt "Vergrendeld" dit in de informatieregel van het scherm "Gegevens" weergegeven, bijv.: MIG/MAG synergisch lassen, scherm “Lasprogramma”, profiel "Vergrendeld" geactiveerd...
  • Pagina 200: Rcu 5000I - Unlock-Functie

    RCU 5000i - Unlock-functie Algemeen De afstandsbediening RCU 5000i is vanaf software-versie OFFICIAL RCU V1.14.12 met de unlock-functie uitgerust. Deze unlock-functie verandert het profiel "Afgesloten" en maakt de toegang tot de machi- nevoorinstellingen mogelijk in het scherm "Profielen en sleutels", bijvoorbeeld om een administrator-sleutel aan te maken of het profiel "Afgesloten"...
  • Pagina 201 “Afgesloten”. De informatie "Uw RCU 5000i werd open gesteld ...” wordt weer- gegeven. Scherm “Informatie - RCU 5000i open gesteld” In menupunt "Machinevoorinstellingen"... Hoofdmenu in profiel "Afgesloten"- na verandering door de unlock-functie kan het scherm "Profielen en sleutels"...
  • Pagina 202: Verdere Wijze Van Handelen

    Scherm "Andere instellingen" in het profiel "Afgeslo- ten" na verandering door de unlock-functie Bij geselecteerd profiel "Afgesloten" kun- nen door het indrukken van toets F4 "Pro- fiel veranderen" en aansluitend het indruk- ken van toets F2 "Voorwaarts" de verande- ringen worden geselecteerd Scherm "Menu's en gegevensscreens"...
  • Pagina 203: Taal En Norm Instellen

    Taal en norm instellen Algemeen Bij de machinevoorinstellingen kunnen in het scherm "Taal en normen" op dit moment de volgende gebruikerstalen worden ingesteld: Nederlands Nederlands Engels Chinees Frans Japans Italiaans Koreaans Spaans Sloveens Tsjechisch Pools Zweeds Fins Portugees (Brazilië) Russisch Bovendien kan tussen metrische eenheden (mm, kg, m/min, l, enz.) en Engelse eenhe- den (in, lb, ipm, gal, enz.) worden omgeschakeld.
  • Pagina 204: Versie-Gegevens Bekijken

    Versie-gegevens bekijken Algemeen Indien de afstandsbediening RCU 5000i op een stroombron is aangesloten, worden op het scherm "Versie" naast de versiegegevens van de afstandsbediening ook de versie- gegevens van de stroombron (UST), Digitale Signaal Processor (DSP) en draadaanvoer (SR 41) weergegeven.
  • Pagina 205: Backup Maken

    Backup maken Algemeen Met de functie "Backup" kunnen alle gegevens van de afstandsbediening worden opge- slagen: Actuele parameterinstellingen Jobs Aangepaste karakteristieken Ingestelde lasprogramma's Machinevoorinstellingen Documentatie-instellingen Ingestelde lasgegevens, enz. De backup wordt op de geheugenkaart opgeslagen. Het hierbij gebruikte formaat "*.FBC" kan gewoonlijk niet worden bekeken. Backup maken BELANGRIJK! De geheugenkaart mag niet tegen overschrijven zijn beschermd.
  • Pagina 206 Bijpassende letter met instelwiel (18) selecteren Toets F4 “>“ indrukken om de volgen- de letter in te voeren Correcties kunnen met de toetsen F3 “<“ of F2 “< Wissen” worden doorgevoerd Bij afgesloten benoeming op toets F1 “Overnemen” drukken: Scherm "Backup benoemen” Alle gegevens over de afstandsbediening worden op de geheugenkaart opgeslagen Voor de actuele stand van...
  • Pagina 207: Gegevens Herstellen

    Gegevens herstellen Algemeen Met de functie "Restore" kunnen bestaande backups weer op de afstandsbediening wor- den opgeslagen: De backup wordt van de geheugenkaart op de afstandsbediening gekopieerd. Gegevens weer Geheugenkaart, waarop de weer te herstellen - Res- herstellen backup is opgeslagen, in de tore sleuf voor de geheugenkaart (24) aan- brengen...
  • Pagina 208 De gegevens, die weer moeten wor- den hersteld, met instelwiel (18) selec- Restore vanaf geheugenkaart teren Voor het selecteren van de betreffen- de gegevens toets F4 "Selecteren" in- drukken (X in controlevakje = geselec- teerd) Indien "compleet" wordt geselec- teerd, worden de gegevens "Ge- bruikerskarakteristieken", "Jobs"...
  • Pagina 209: Draadaanvoer Of Pushpull-Eenheid Afstemmen

    Draadaanvoer of PushPull-eenheid afstemmen Draadaanvoer Bij iedere verandering van de draadaanvoer (bijv. kern van draadvoering vervangen), is synchroniseren het synchroniseren van de draadaanvoer noodzakelijk. (VR-synchronisa- tie) Menupunt "Machinevoorinstellingen" oproepen Met toets rechts (8) scherm "MIG/ MAG" selecteren Scherm “MIG/MAG” wordt weer- gegeven Toets F3 "VR-synchronisatie”...
  • Pagina 210: Pushpull Eenheid Synchroniseren

    Toets F2 “Gereed” indrukken: Scherm “Bevestiging” Scherm “MIG/MAG” wordt weergegeven. Machinevoorinstellingen: Scherm “MIG/MAG” PushPull eenheid De synchronisatie van de PushPull eenheid moet voor iedere eerste inbedrijfname en na synchroniseren iedere update van de draadaanvoer software plaatsvinden. Wordt het synchroniseren van de PushPull-eenheid niet uitgevoerd, dan worden de standaard parameters gebruikt - het lasresultaat kan onder bepaalde omstandigheden niet bevredigend zijn.
  • Pagina 211 Betreffende PushPull motor met instel- wiel (18) selecteren Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: Het tweede scherm, "Draad onbe- last“, van de wizard wordt weerge- geven Scherm “Push/Pull motor selecteren” Aanwijzingen op het scherm "Draad loskoppelen" opvolgen Toets F2 “Voorwaarts” indrukken: De VR-synchronisatie wordt ge- start, het derde scherm, "Onbelast synchroniseren", van de wizard wordt weergegeven...
  • Pagina 212 Aanwijzingen op het scherm "Draad aankoppelen" opvolgen VOORZICHTIG! Risico op lichamelijk letsel door naar buiten komende elektrode. Lasbrander van gezicht en lichaam weg- houden. Toets F2 “Gereed” indrukken: De VR-synchronisatie wordt op- nieuw gestart, het vijfde scherm, "Belast synchroniseren", van de wizard wordt weergegeven Scherm "Draad aankoppelen"...
  • Pagina 213 Scherm “MIG/MAG” wordt weergegeven. Machinevoorinstellingen: Scherm “MIG/MAG”...
  • Pagina 214: L/R-Synchroniseren - Inductiviteit Lascircuit En Weerstand Lascircuit Synchroniseren

    L/R-synchroniseren - Inductiviteit lascircuit en weerstand lascircuit synchroniseren Algemeen Bij verandering van de volgende componenten van de lasinstallatie moeten de inductie (L) en de weerstand (R) van het lascircuit worden gesynchroniseerd: Branderslangenpakket verbindingsleidingpakketten Massakabel, laskabel draadtoevoer Lasbrander, elektrodenhouder Push/Pull-eenheden OPMERKING! De L/R-synchronisatie moet voor ieder lasproces afzonderlijk plaatsvinden.
  • Pagina 215 BELANGRIJK! Het contact tussen de massaklem en het werkstuk moet op een gereinigd oppervlak van het werkstuk plaatsvinden. Aanwijzingen op het scherm "Voorbe- reiding" opvolgen Bij TIG lassen in plaats van de contactbuis de Wolfram elektrode stevig aanbrengen. Bij elektrode lassen in plaats van de contactbuis de elektrodehou- der stevig aanbrengen.
  • Pagina 216 Het laatst opgeroepen scherm "Gegevens" wordt weergegeven. Machinevoorinstellingen: bijv. scherm "MIG/MAG"...
  • Pagina 217: Rcu 5000I - Instellingen Terugstellen Naar Afleveringstoestand

    RCU 5000i - Instellingen terugstellen naar afleve- ringstoestand Algemeen De machinevoorinstellingen van de afstandsbediening kunnen te allen tijde naar de afle- veringstoestand worden teruggezet. Daarbij worden alle gegevens gewist. Voor het terugzetten van de afstandsbediening is het raadzaam een backup van de ge- gevens te maken.
  • Pagina 218: Rcu 5000I - Software Actualiseren

    RCU 5000i - Software actualiseren Voorwaarden Voor het actualiseren van de RCU 5000i software zijn de volgende programma's beno- digd: driver LocalNetUSB (op cd-rom "Software Tools") Software BASICLoad V2.83.2 of hoger (op de CD-ROM “Software Tools”) Actuele Firmware RCU 5000i (voor geregistreerde TechGuide User op TechGuide Online: http://www.fronius.com/techguide, of via Fronius-klantenservice)
  • Pagina 219 “Firmware RCU 5000i” selecteren Pagina “Firmware RCU 5000i” wordt weergegeven CD-ROM “Software Tools” - Pagina “Firmware RCU 5000i” Download “LocalNetUSB”, bestand lokaal op uw PC opslaan „LocalNetUSB.exe“ uitvoeren Venster “WinZip Self-Extractor - LocalNetUSB.exe” wordt weergegeven Venster “WinZip Self-Extractor - LocalNetUSB.exe”...
  • Pagina 220 Klikken op knop "Unzip" Bevestiging “WinZip Self-Extractor” wordt weergegeven, de driver Treiber LocalNe- tUSB is op de PC geïnstalleerd Bevestiging “WinZip Self-Extractor” Bijgeleverde USB kabel op de PC aansluiten USB kabel op USB aansluiting (25) van de afstandsbediening aansluiten Venster "Nieuwe hardware gevonden" wordt weergegeven Venster "Nieuwe hardware gevonden"...
  • Pagina 221 Op vlak "Verder >" klikken Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - driver installeren" wordt weergegeven Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - driver installeren" "Naar een geschikte driver voor het apparaat zoeken (aanbevolen)" selecteren Op vlak "Verder >" klikken Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - naar drivergegevens zoe- ken"...
  • Pagina 222 Op vlak "Verder >" klikken Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - leg ..." wordt weergege- Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - leg ..." Met vlak "Doorzoeken" de in punt 7 aangegeven opslagplaats selecteren Op vlak "OK" klikken Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - drivergegevens - zoekre- sultaten"...
  • Pagina 223 Op vlak "Verder >" klikken Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - Klaarzetten van assis- tent" wordt weergegeven Venster "Assistent voor het zoeken van nieuwe hardware - Klaarzetten van assistent" Op vlak "Klaarzetten" klikken De installatie van de driver LocalNetUSB is afgesloten...
  • Pagina 224: Voor De Eerste Keer Actualiseren - Software Basicload Installeren

    “BSL-Tool” selecteren keer actualiseren - software BASI- CLoad installeren CD-ROM “Software Tools” - Pagina “Firmware RCU 5000i” Pagina “BSL-Tool” wordt weergegeven CD-ROM “BSL Tool” Download de actuele versie van “BASICLoad”, bestand lokaal op uw PC opslaan “BASICLoad_V ..exe” uitvoeren Venster “InstallShield Self-extracting EXE”...
  • Pagina 225 Venster bevestigen De setup wordt voorbereid, venster "Setup" wordt weergegeven Venster “Setup” Na het afsluiten van de setup voorbereidingen wordt de pagina “BASICLoad V2.83.2”, venster “Welcome” weergegeven Pagina “BASICLoad V2.83.2”, venster “Welcome” Op vlak "Volgende >" klikken Venster “Software License Agreement” wordt weergegeven Pagina “BASICLoad V2.83.2”, venster “Software License Agreement”...
  • Pagina 226 Inhoud van “Software License Agreement” lezen en venster bevestigen Pagina “User Information” wordt weergegeven Pagina “BASICLoad V2.83.2”, venster “User Information” Naam en bedrijfsnaam invoeren Op vlak "Volgende >" klikken Venster “Choose Destination Location” wordt weergegeven Pagina “BASICLoad V2.83.2”, venster “Choose Destination Location” Met "Browse"...
  • Pagina 227 Op vlak "Volgende >" klikken Venster “Select Program Folder” wordt weergegeven Pagina “BASICLoad V2.83.2”, venster “Select Program Folder” Gewenste directorynaam invoeren (reeds bestaande directories worden weergege- ven) Op vlak "Volgende >" klikken De setup wordt voorbereid, venster "Setup Complete" wordt weergegeven Pagina “BASICLoad V2.83.2”, venster “Setup Complete”...
  • Pagina 228: Rcu 5000I - Software Actualiseren

    Venster “BASICLoad-Setup V2.83.2 (c) FRONIUS ...” wordt weergegeven Venster “BASICLoad-Setup V2.83.2 (c) FRONIUS ...” Venster bevestigen, de installatie is afgesloten RCU 5000i - Soft- Actuele RCU 5000i-software lokaal op uw PC opslaan ware actualiseren BELANGRIJK! Denk om de betreffende versie van de gegevensbank van het lasprogramma!
  • Pagina 229 Tijdens de update blijft het LCD-scherm van de afstandsbediening donker. USB kabel van USB aansluiting (25) van de afstandsbediening loskoppelen De actuele versie van de RCU 5000i-software evenals de gegevens van het laspro- gramma kunnen in het menupunt “Machinevoorinstellingen”, scherm “Versie” worden gecontroleerd: 1.03.47...
  • Pagina 230: Alfabetisch Overzicht Van De Instelbare Parameters

    Alfabetisch overzicht van de instelbare parameters Toelichting Instelbare parameter (weergave op de stroombron) Verklaring, of functie van parameter Eenheid [eenheid van de parameter, bijv.: m/min] Bereik Instelbereik van de parameter, bijv.: 0,5 - max. De informatie "min" en "max" wordt bij instelbereiken gebruikt, die afhankelijk van de stroombron, draadtoevoer, lasprogramma, enz.
  • Pagina 231 Eenheid Bereik -30 - +30 Boogcorrectie 2 (AL.2) voor correctie van de boogcorrectie bij SynchroPuls in het bovenste laspunt (= draadaanvoer gemiddelde waarde plus draadsnelheids- variatie) Eenheid Bereik -30 - +30 Boogdoofbewaking (Arc) voor voorinstelling, of de boogdoofbewaking geactiveerd is of hoe lang het doven van de boog maximaal mag duren.
  • Pagina 232 Eenheid Bereik 1 - 500 Comfort Stop-gevoeligheid (CSS) voor het voorinstellen van de Comfort Stop-gevoeligheid Eenheid Bereik Uit / 0,5 - 5 d_boostdown >voor het instellen van de lineaire stroomafnamesnelheid in aansluiting op de boostfa- se bij CMT-karakteristieken Eenheid [A/ms] Bereik 0 - 1000 d_boostup...
  • Pagina 233 Eenheid Bereik 0 - 255 (per positie) Documentatie voor het activeren / deactiveren van de documentatiefunctie Eenheid Bereik Aan / Uit Documentatie op de SD-kaart (geheugenkaart) voor het activeren / deactiveren van de documentatie op de geheugenkaart Eenheid Bereik Aan / Uit Draadaanvoer voor het instellen van de draadaanvoersnelheid bij MIG/MAG synergisch lassen, bij MIG/MAG standaard lassen en in de CC/CV modus...
  • Pagina 234: Dynamiekcorrectie

    Bereik 0 - 10 Dynamiekcorrectie (dYn) voor de correctie van de dynamiekwaarde bij standaard bogen Eenheid Bereik -0,5 - +5 Eindkraterstroom Ie (I-E) voor het instellen van de eindkraterstroom (eindstroom), om a) een hittestuwing bij de lasstop te voorkomen en b) de eindkrater bij aluminium te vullen Eenheid Bereik...
  • Pagina 235 EN_t_I_boost voor het instellen van de duur van de boostfase (hoelang de richtwaarde stroom in de boostfase actief is) Eenheid [ms] Bereik 0,00 - 99,98 EN_tau_boostdown voor het instellen van de lineaire stroomafnamesnelheid in aansluiting op de boostfase bij CMT-karakteristieken Eenheid [ms] Bereik...
  • Pagina 236 Filtertijd-doorstroombeveiliging voor het voorinstellen van de tijd tussen het aanspreken van de filterdoorstroombeveili- ging en uitgave van de servicecode "no | H2O” Eenheid Bereik 5 - 25 Firewall IP voor het verstrekken van toegangsrechten voor een bepaalde stroombron voor alle computers in een lokaal netwerk Eenheid Bereik 0 - 255 (per positie)
  • Pagina 237 Eenheid Bereik min. - max. Hoofdstroom hoofdlasstroom bij TIG-lassen Eenheid Bereik 3 - max. HotStart-booglengte Arc-Length Start - voor het instellen van een grotere booglengte voor de lasstart bij MIG/MAG synergisch lassen, standaard laspro- ces. Eenheid Bereik 0 - 100 HotStart-pulscycli voor het instellen van de HotStart pulscycli bij de CMT-karakteristiek C0875 Eenheid...
  • Pagina 238: Invoersnelheid

    Bereik 5,0 - 600,0 I_drop_melt stroomrichtwaarde voor kogelvorming bij het laseinde bij CMT-karakteristieken Eenheid Bereik 3,0 - 500,0 I_ignition richtwaarde voor de ontstekingsstroom die bij de lasstart wordt in- gesteld (CMT-karakteristiek en CMT / Puls-karakteristiek) Eenheid Bereik 5,0 - 500,0 I_p1_ stroomrichtwaarde in de grondstroomfase bij CMT / Puls- en CMT / Puls Advanced ka- rakteristieken...
  • Pagina 239 Jobdocumentatie voor het activeren / deactiveren van de documentatiefunctie voor een geselecteerde Eenheid Bereik Aan / Uit / per job Jobnummer (Job) ter onderscheiding van afzonderlijke jobs worden deze met een nummer opgeslagen Eenheid Bereik 0 - 999 Jobslope (JSL) definieert de tijd tussen de actuele, geselecteerde job en de eerst- volgende Eenheid...
  • Pagina 240: Karakteristiekhelling

    Bereik Constante stroom / 0,1 - 20.0 / constant vermogen Karakteristiekhelling weerstandswaarde, waarmee een dalende of neutrale karakteristiek kan worden inge- steld. Eenheid [μOhm] Bereik 0 - 32767 Koelapparaat (C-C) voor voorinstelling, of een koelapparaat uit- of inschakelt of auto- matisch moet worden aangestuurd Eenheid Bereik...
  • Pagina 241 Maximale tijd van de spanningsafwijking voor het instellen, hoe lang een spanningsafwijking maximaal mag duren Eenheid Bereik Uit / 0,1 - 9,9 Maximale tijd van de stroomafwijking voor het instellen, hoe lang een stroomafwijking maximaal mag duren Eenheid Bereik Uit / 0,1 - 9,9 Maximale tijd van de stroomoverschrijding voor het instellen, hoe lang een stroomoverschrijding maximaal mag duren Eenheid...
  • Pagina 242 Bereik 0 - -5 0 - -195 Onderste spanningsgrens voor het instellen van de onderste spanningsgrens afhankelijk van de richtwaarde Eenheid Bereik 0 - -10 Onderste stroomgrens voor het instellen van de onderste stroomgrens afhankelijk van de richtwaarde Eenheid Bereik 0 - -100 Ontstekingsstroom voor het instellen van de ontstekingsstroom...
  • Pagina 243: Pulscorrectie

    Eenheid Bereik 0 - 500 Pulscorrectie (dYn) voor het corrigeren van het pulsbereik bij pulsbogen Eenheid Bereik -5 - +5 Pulsfrequency karakteristiek-parameter bij CMT / Puls Advanced karakteristieken voor het instellen van de frequentie van de pulsboog Eenheid [Hz] Bereik 1,2 - 500 Pulsfrequentie karakteristiek paramater voor het instellen van de frequentie van de pulslichtboog...
  • Pagina 244 Bereik Slope 1 Sl1 (SL) voor het instellen van de tijd, waarin de startstroom tot de lasstroom wordt gereduceerd Eenheid Bereik 0,1 - 9,9 Slope 2 Sl2 (SL) voor het instellen van de tijd, waarin de lasstroom tot de eindkrater- stroom (eindstroom) wordt gereduceerd Eenheid Bereik...
  • Pagina 245 Startstroom Is (I-S) voor het instellen van de startstroom bij MIG/MAG lassen (bijv. bij lasstart aluminium) Eenheid Bereik 0 - 200 Starttijd ts (t-S) voor het instellen van de tijd, hoelang de startstroom actief is Eenheid Bereik Uit / 0,1 - 9,9 Streefwaarde stroom a) referentiestroomwaarde voor Q-Master-waarden b) streefwaarde stroom voor de werking van de stroombron met constante lasstroom in...
  • Pagina 246 Bereik 0 - 5 Subnetmasker netwerk specifieke parameter van een lokaal netwerk; overdracht geschiedt via een bevoegde lokale netwerktechnicus Eenheid Bereik 0 - 255 (per positie) Summary_weldstart_cycles Totaal aantal lasstartcycli Eenheid Bereik t_base voor het instellen van de duur, hoelang de richtwaarde stroom in de grondstroomfase bij CMT / Puls-karakteristieken actief is Eenheid [ms]...
  • Pagina 247: Terugbrandcorrectie

    Eenheid Bereik Deutsch / English / Francais / Italiano / Espanol / Cesky / Svenska / Por- tugues tau_boostdown voor het instellen van de niet lineaire stroomafnamesnelheid in aansluiting op de boostfase bij CMT-karakteristieken Eenheid [ms] Bereik tau_boostup voor het instellen van de niet lineaire stroomtoenamesnelheid aan het begin van de boostfase bij CMT-karakteristieken Eenheid [ms]...
  • Pagina 248 Eenheid Bereik 0 - max. Terugbrandpulstijd Duur hoe lang de bij de lasstop ingestelde stroompuls actief is. Eenheid [ms] Bereik 0 - 50 Terugbrandtijd (bbc) karakteristiek parameter voor het instellen van de terugbrandtijd (= tijd tussen draadaanvoerstop en stroomstop bij laseinde) Eenheid Bereik 0 - 0,4...
  • Pagina 249: Verhoging

    Vd_ignition voor het instellen van de draadsnelheid voor het lasbegin bij CMT-karakteristieken Eenheid [m/min] [ipm] Bereik -30,00 - +30,00 -1.180 - +1.180 Vd_pulscycle voor het instellen van de draadsnelheid tijdens de pulscyclusduur bij CMT / Puls karak- teristieken Eenheid [m/min] [ipm] Bereik 0,00 - 45,00...
  • Pagina 252 SPAREPARTS ONLINE Fronius International GmbH Froniusstraße 1 4643 Pettenbach Austria contact@fronius.com www.fronius.com Under www.fronius.com/contact you will find the adresses of all Fronius Sales & Service Partners and locations.

Inhoudsopgave