Download Print deze pagina

ST. SpA MP2 504 Series Gebruikershandleiding pagina 271

Advertenties

6.4
HET WERKEN
BELANGRIJK Behoud tijdens het werk steeds de
veiligheidsafstand ten opzichte van de snij-inrichting,
die overeenstemt met de lengte van de steel.
6.4.1
Het gras maaien
1.
Start de voortbeweging en het maaien 
van de met gras bedekte zone.
2.
Pas de snelheid en de maaihoogte aan (par. 
5.7) aan de condities van het gazon (hoogte, 
dichtheid en vochtigheid van het gras) en 
aan de hoeveelheid gemaaid gras.
3.
Het gazon zal er beter uitzien als het steeds
op dezelfde hoogte en afwisselend in de 
twee richtingen gemaaid wordt (afb.19.0).
In geval van "mulching" of aflaat
van het gras achteraan:
• Vermijd steeds grote hoeveelheden gras af te 
snijden. Maai nooit meer dan een derde van de totale 
hoogte van het gras in een enkele beurt (afb.18.0).
• Houd het chassis steeds goed schoon (par. 7.4.2).
In geval van zijdelingse aflaat: het is raadzaam 
een baan te volgen waarbij het gemaaide 
gras niet op het deel van het veld dat nog
gemaaid moet worden, afgelaten wordt
6.4.2
Tips om altijd een mooi gazon te hebben
• Voor een mooi, groen en zacht gazon is het nodig dat 
het gras regelmatig gemaaid wordt. Het gazon kan 
van verschillende soorten gras zijn. Bij regelmatige 
maaibeurten, groeit het gras sneller, waardoor meer 
wortelgroei ontstaat en een mooi dicht gazon bekomen 
wordt; indien minder vaak gemaaid wordt, wordt ook 
de groei van hoog en wild gras bevorderd (klaver, 
margrieten, enz.) De maaifrequentie wordt bepaald 
aan de hand van de groei van het gras, waarbij 
vermeden moet worden dat het gras te hoog wordt.
• De optimale hoogte van het gras van een goed verzorgd 
gazon bedraagt ongeveer 4-5 cm en met een enkele 
maaibeurt wordt best niet meer dan een derde van 
de volledig lengte gemaaid. Als het gras erg hoog is, 
raden wij aan om het gazon, met tussenpoos van één 
dag, in twee keer te maaien, de eerste keer met de 
snij-inrichtingen in de hoogste stand en de tweede 
keer met de snij-inrichtingen in de gewenste stand.
• Een te laag maainiveau veroorzaakt scheuren en 
leegtes in het grasveld, en een "gevlekt" aspect.
• In de warmste en droogste tijden van het jaar 
is het beter om het gras iets hoger te laten 
worden zodat het gazon niet uitdroogt.
• Het is beter het gras te maaien als het gazon goed 
droog is. Maai het gras niet wanneer het nat is; 
dit zou de werkzaamheid van de snij-inrichting 
verminderen omwille van het gras dat eraan vastkleeft 
en zou scheuren in het grasveld veroorzaken.
• De snij-inrichtingen mogen geen gebreken vertonen en 
moeten goed scherp zijn, zodat het gras op de juiste 
manier wordt afgesneden zonder uitgerukt te worden. 
Dit kan namelijk tot vergeling van de punten leiden.
6.4.3
Lediging van de opvangzak
Wanneer de opvangzak (afb.1.H) te vol wordt, 
wordt het gras niet meer efficiënt opgevangen 
en verandert het geluid van de grasmaaier.
In geval van opvangzak met
signaalinrichting van de inhoud:
Omhoog = leeg.
Omlaag = vol.
Tijdens het werk, wanneer de snij-inrichting in beweging 
is, blijft de signaalinrichting omhoog zolang de 
opvangzak in staat is het gemaaide gras te ontvangen; 
wanneer de inrichting omlaag gaat, betekent dit dat de 
opvangzak vol is en dat hij geledigd moet worden.
Om de opvangzak te verwijderen en te ledigen:
1.
De hendel rem motor / snij-
inrichting loslaten (afb.20.A).
2.
Wachten tot de snij-inrichting stilvalt.
3.
Alleen met zak type "II"
• Til de achterste aflaatbeveiliging op (afb.11.B).
4.
De handgreep vastnemen en de opvangzak 
verwijderen; de opvangzak rechtop .
6.5
STOPPEN
Om de machine te stoppen:
1.
De hendel rem motor / snij-
inrichting loslaten (afb.20.A).
2.
Wachten tot de snij-inrichting stilvalt.
Na de machine stopgezet te hebben, moet men
enkele seconden wachten vooraleer de snij-inrichting
tot stilstand komt.
Onmiddellijk na het uitschakelen kan de motor
zeer warm zijn. Niet aanraken. Gevaar op brandwonden.
BELANGRIJK De machine steeds stoppen:
• Tijdens verplaatsingen tussen werkzones.
• Bij het oversteken van oppervlaktes zonder gras.
• Elke keer wanneer men een hindernis moet overkomen.
• Vooraleer de snijhoogte af te stellen.
• Elke keer wanneer u de opvangzak
verwijdert of opnieuw monteert.
• Elke keer wanneer u de achterste aflaatdeflector
verwijdert of opnieuw monteert (indien voorzien).
• Elke keer wanneer men de zijdelingse aflaatdeflector
verwijdert of opnieuw monteert (indien voorzien).
6.6
NA HET GEBRUIK
Stop de machine (par. 6.5).
1.
2.
Haal de kap van de bougie (afb.24.A).
3.
Duw op het lipje (afb.24.B) en verwijder de 
consensussleutel (afb.24.C) (modellen met 
elektrisch startcommando met toets).
4.
Laat de motor eerst afkoelen vóór de machine 
in elke willekeurige ruimte op te bergen.
5.
Reinig de machine (par. 7.4).
NL - 9

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Mp2 554 seriesMp2 504 roller seriesMp2 554 roller series