Advertenties
9 Reiniging in de autoclaaf
Reiniging in de autoclaaf
Procedure alleen geldig voor:
seripettor®
De onderstaande delen kunnen niet in de autoclaaf:
doseerunit en bedieningseenheid
Het ventielblok, de zuigbuis, doseercanule en ventielen mogen bij 121°C en 2 bar en een wachttijd van
ten minste 15 minuten volgens DIN EN 285 in de autoclaaf worden gereinigd.
a.
Schroef de bedieningseenheid en doseerunit los en verwijder ze, zie De doseerunit vervan-
gen, pag. 604.
b.
Sluit het ventielblok losjes af met de dop (zie Toebehoren/reserveonderdelen, pag. 613).
c.
De in de autoclaaf te reinigen zuigbuis (zie Toebehoren/reserveonderdelen, pag. 613 met de af-
dichtring naar boven in het aanzuigventiel steken.
d.
Schroef het gesloten ventielblok met zuigbuis en doseercanule losjes op de gevulde fles.
e.
f.
997468
AANWIJZING
AANWIJZING
e.
Sluit de ventilatieopening af met een in de autoclaaf te
reinigen membraanfilter (0,2 µm).
f.
Open de doseercanule en draai de wartelmoer los.
g.
Reiniging in de autoclaaf
AANWIJZING
De delen na het reinigen in de autoclaaf langzaam laten
afkoelen
Laten afkoelen in de gesloten autoclaaf, om vervorming door
een te snelle afkoeling te voorkomen (afkoeltijd ca. 2 uur, uit-
zondering: seripettor® met Agar-kweekmedia tot 60°C).
Controleer alle onderdelen na elke reiniging in de autoclaaf
op vervorming of beschadiging en vervang ze indien nodig.
De doeltreffendheid van de reiniging in de autoclaaf moet
door de gebruiker zelf worden gecontroleerd.
9 Reiniging in de autoclaaf
607
Gebruiksaanwijzing
Advertenties
