Bediening
7 BEDIENING
7.1
Pomp inschakelen
LET OP! Gevaar voor schade aan het appa-
raat! De pomp mag geen vaste bestanddelen
aanzuigen. Door zand en andere schurende be-
standdelen in de verpompte vloeistof raakt de
pomp defect.
■
Let erop dat er geen vaste voorwerpen in het
te pompen medium terecht kunnen komen.
OPMERKING Gebruik bij een modderige,
zandige of steenachtige ondergrond een geschik-
te plaat om de pomp stabiel te plaatsen of sluit
een aparte aanzuigleiding aan.
1. Alleen DIVE 5600/44: Open alle in de druklei-
ding aanwezige afsluiters (klep, sproeier, wa-
terkraan).
2. Rol de voedingskabel (01/6) helemaal af.
3. Controleer of elektrische aansluitpunten veilig
zijn aangebracht en niet nat kunnen worden.
4. Alleen DIVE 6500/34: In- en uitschakelhoogte
instellen (zie Hoofdstuk 7.2 "In- en uitscha-
kelhoogte instellen (DIVE 6500/34)", pagi-
na 23).
5. Dompel de pomp langzaam in de te pompen
vloeistof. Houd de pomp hierbij iets schuin,
zodat eventueel ingesloten lucht kan ont-
snappen.
6. Steek de stekker in het stopcontact.
7.2
In- en uitschakelhoogte instellen (DIVE
6500/34)
De kabel van de vlotterschakelaar (01/9) is vast-
geklemd aan het pomphuis (01/5). Door de posi-
tie van de klem aan te passen, kunnen de scha-
kelpunten van de vlotterschakelaar individueel
worden ingesteld. Aanbevolen kabellengte van
de vlotterschakelaar ca. 100 mm.
LET OP! Gevaar voor schade aan het appa-
raat! Bij het afpompen is er kans dat de pomp
droogloopt en er daardoor schade aan het appa-
raat optreedt.
■
Bij het afpompen tot restwaterhoogte moet
de pomp voortdurend worden gecontroleerd
om te voorkomen dat de pomp droog loopt.
■
Zet de pomp bij het bereiken van de restwa-
terhoogte door loshalen van de lichtnetstek-
ker buiten bedrijf.
477275_h
OPMERKING Zodra het waterniveau onder
de restwaterhoogte komt, zal de pomp lucht gaan
aanzuigen. In dat geval moet de pomp bij stijgen-
de waterstand en alvorens in te schakelen eerst
worden ontlucht.
7.3
Pomp uitschakelen
1. Trek de lichtnetstekker uit het stopcontact.
8 ONDERHOUD EN VERZORGING
GEVAAR! Gevaar voor elektrische
schok! Bij werkzaamheden aan de pomp is er
gevaar voor een elektrische schok.
■
Haal bij werkzaamheden voor het verhelpen
van storingen altijd eerst de stekker los.
■
Laat een storing in de elektrische installatie
verhelpen door een deskundig elektrotechni-
cus.
8.1
Reinigen van de pomp
OPMERKING Na het verpompen van
chloorhoudend zwembadwater of vloeistoffen die
resten achterlaten, moet de pomp met schoon
water worden doorgespoeld.
1. Reinig de inlaatzeef (01/4) indien nodig met
schoon water.
9 HULP BIJ STORINGEN
GEVAAR! Gevaar voor elektrische
schok! Bij werkzaamheden aan de pomp is er
gevaar voor een elektrische schok.
■
Haal bij werkzaamheden voor het verhelpen
van storingen altijd eerst de stekker los.
■
Laat een storing in de elektrische installatie
verhelpen door een deskundig elektrotechni-
cus.
OPMERKING Neem contact op met onze
deskundige klantenservice wanneer storingen
niet kunnen worden verholpen.
23