NL
■
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt
met een elektrische voorziening die voldoet
aan de vereisten vermeld in DIN/VDE 0100,
deel 737, 738 en 702. Om veiligheidsredenen
moet een contactverbreker 10 A worden ge-
installeerd.
■
Gebruik alleen verlengkabels die voor het ge-
bruik in de buitenlucht zijn bestemd – mini-
male doorsnede 3 x 1,5 mm
H07RN-F volgens DIN 57282/57245 met
spatwaterdichte aansluiting. Rol een kabel-
trommel altijd helemaal af.
■
Controleer telkens vóór ingebruikname de
toestand van uw verlengkabel.
5 MONTAGE
5.1
Drukleiding monteren (01)
OPMERKING De combinatiefitting kan wor-
den afgesneden naargelang de gekozen slan-
gaansluiting. Gebruik een zo groot mogelijke
slangdiameter.
1. Schroef de combinatiefitting (01/7) met de af-
dichtingsring in de pompuitgang (01/1).
2. Bevestig de slang op de combinatiefitting.
3. Bevestig de voedingskabel (01/6) met kabel-
binders aan de drukleiding.
4. Rol de voedingskabel helemaal af.
5. Steek de stekker in het stopcontact.
5.2
Aparte aanzuigleiding aansluiten (03/04)
LET OP! Gevaar voor schade aan het appa-
raat! De pomp zal niet goed functioneren wan-
neer het aftappunt zich 18 m hoger dan de pomp
bevindt.
■
Let erop dat het aftappunt niet hoger dan
18 m boven het waterniveau ligt.
LET OP! Gevaar voor schade aan het appa-
raat! De pomp kan niet ontluchten wanneer de
aparte aanzuigslang niet met water is gevuld.
■
Vul de aparte aanzuigslang met water om
een correct functioneren te waarborgen.
De aansluiting (03/1) voor een aparte aanzuiglei-
ding, bijvoorbeeld voor de "vlottende onttrekking"
van water uit het bovenste deel van een put
(04/1) bevindt zich aan de onderkant van de
pomp. Bij het pompen via de aparte aanzuiglei-
ding wordt het aanzuigen via de inlaatzeef ver-
hinderd. Het water wordt alleen via de extra ge-
monteerde aanzuigslang (04/3) weggepompt.
Daarnaast kan aan de aanzuigslang ook een
vlotter (04/2) worden bevestigd. Op deze manier
22
2
, kwaliteit
wordt het water aan het oppervlak van de put
weggepompt.
■
DIVE 6500/34: De pomp schakelt via de vlot-
terschakelaar afhankelijk van de waterstand
in en uit.
■
DIVE 5600/44: De pomp wordt via de geïnte-
greerde drukschakelaar automatisch in- en
uitgeschakeld.
1. Open het deksel aan de onderkant van de
pomp (03/a). Gebruik hier indien nodig ge-
reedschap voor.
2. Vul de pomp met water tot deze overloopt.
3. Monteer de afdichting en het deksel met
schroefdraad (03/b).
4. Sluit de aanzuigleiding aan (03/c).
5. Vul de aanzuigslang aan de aanzuigzijde met
water.
6. Leg de pomp (04/4) in de put.
6 INGEBRUIKNAME
LET OP! Gevaar voor overstroming! Bij sto-
ringen aan de pomp kan er water vrijkomen en
gevolgschade door overstroming veroorzaken.
■
Voorkom door geschikte maatregelen dat bij
een storing aan de pomp gevolgschade door
overstroming zou kunnen optreden.
LET OP! Gevaar voor schade aan het appa-
raat! Als de drukleidingen niet geheel leeg zijn,
ontlucht de pomp niet vanzelf en er kan schade
aan de pomp optreden.
■
Bij het onieuw in bedrijf stellen na het opha-
len uit de put moet erop gelet worden dat de
drukleiding geheel leeg is.
■
Gebruik de pomp aan een touw hangend
(01/8) of let op een veilige positie van de
pomp (staand of horizontaal liggend).
■
Gebruik de pomp uitsluitend wanneer deze
helemaal is ondergedompeld.
■
Houd voldoende afstand tot de ondergrond.
■
Laat de pomp nooit draaien terwijl de druklei-
ding is afgesloten.
■
Let bij gebruik in mijnputten altijd op voldoen-
de dimensionering.
■
Zorg dat de mijnput voor lopende mensen en
dieren steeds veilig is afgedekt.
OPMERKING De pomp (DIVE 5600-44) be-
schikt over een terugslagklep op de pompuit-
gang. Deze voorkomt dat de drukleiding bij stil-
stand van de pomp telkens zou leeglopen.
DIVE 5600/44 | DIVE 6500/34
Montage