Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Lenovo ThinkPad P15v Gen 3 Gebruikershandleiding pagina 49

Verberg thumbnails Zie ook voor ThinkPad P15v Gen 3:
Inhoudsopgave

Advertenties

• Create Array: een array maken.
• Manage Array Properties: bevestig de gegevens van de gemaakte arrays. Als arrays niet mogelijk
zijn, is deze optie niet beschikbaar.
• Delete Array: een array verwijderen. Als arrays niet mogelijk zijn, is deze optie niet beschikbaar.
3. Selecteer een optie met de cursortoetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag. Druk op Enter om naar het menu
voor de geselecteerde optie te gaan.
4. Druk op Esc om Array Management af te sluiten.
Arrays maken
Attentie: Alle gegevens die op de geselecteerde stations zijn opgeslagen, worden gewist als de array wordt
gemaakt.
1. RAIDXpert2 Configuration Utility openen.
2. Array Management openen.
3. Selecteer Create Array en druk op Enter om het venster Create Array te openen.
4. Selecteer en configureer de opties een voor een.
a. Select RAID Level: druk op Enter om de RAID te wijzigen van RAID 0 (Stripe) naar RAID 1 (Mirror).
b. Select Physical Disks: en druk op Enter om het venster Select Physical Disks te openen. Selecteer
het type media en de fysieke schijf. Klik Check ALL om alle fysieke schijven te selecteren. Klik
Uncheck ALL om de selectie van alle fysieke schijven op te heffen. Klik daarna op Apply Changes.
c. Configure Array Parameters: arrayparameters een voor een selecteren en bevestigen.
d. Create Array: druk op Enter om configuraties van de vorige opties te voltooien en een array te
maken.
5. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Array-eigenschappen beheren
1. RAIDXpert2 Configuration Utility openen.
2. Array Management openen.
3. Selecteer Manage Array Properties en druk op Enter om het venster Manage Array Properties te
openen.
4. Selecteer en configureer de opties een voor een.
a. Select Array: druk op Enter om de array te wijzigen. Bevestig hierna de gegevens van de gemaakte
arrays.
b. View Associated Physical Disks: druk op Enter om het venster View Associated Physical Disks te
openen. Bevestig vervolgens de gegevens van de bijbehorende fysieke schijven.
5. Druk op Esc om af te sluiten.
Arrays verwijderen
Attentie: Alle bestaande gegevens die op de geselecteerde stations zijn opgeslagen, worden gewist als de
worden verwijderd.
1. RAIDXpert2 Configuration Utility openen.
2. Array Management openen.
3. Selecteer de array die moet worden verwijderd. Klik Check ALL om alle arrays te selecteren. Klik
Uncheck ALL om de selectie van alle fysieke schijven op te heffen.
4. Selecteer Delete Array(s) en druk op Enter om het venster Warning te openen.
.
Hoofdstuk 5
Geavanceerde instellingen configureren
43

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Thinkpad t15p gen 3

Inhoudsopgave