Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Overdracht Van De Installatie; Buitenbedrijfstelling/Uitschakelen; Snelstart Van De Warmtepomp; Servicemenu - Bosch HMC 310 Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4

Servicemenu

3.6

Overdracht van de installatie

▶ Voer de contactgegevens van de installateur in het menu Diagnose >
Onderhoud > Contactadres in, bijvoorbeeld bedrijfsnaam, tele-
foonnummer en adres of e-mailadres.
▶ Leg de klant de werking en de bediening van de bedieningseenheid
en de toebehoren uit.
▶ Informeer de klant over de gekozen instellingen.
3.7

Buitenbedrijfstelling/uitschakelen

De bedieningseenheid wordt via de BUS-verbinding met spanning ge-
voed en blijft normaal gesproken continu ingeschakeld. De installatie
wordt alleen bijvoorbeeld bij onderhoudswerkzaamheden uitgescha-
keld. De gehele installatie wordt uitgeschakeld en er is geen vorstbevei-
liging tijdens een buitenbedrijfstelling.
▶ Om de installatie tijdelijk uit te schakelen:
– Houd de keuzeknop ingedrukt, tot een pop-upmenu wordt ge-
toond.
– Kies Ja in menu In rustmodus schakelen?
▶ Om de installatie in te schakelen:
– Houd de keuzeknop ingedrukt, tot een pop-upmenu wordt ge-
toond.
– Kies Ja in menu Van rustmodus naar normaal bedr. schakelen?
▶ Permanente buitenbedrijfstelling: schakel de gehele installatie en
alle BUS-deelnemers spanningsloos.
Na langere stroomuitval of langer uitschakelen moeten eventueel de da-
tum en de tijd weer opnieuw worden ingesteld. Alle andere instellingen
blijven permanent behouden.
3.8

Snelstart van de warmtepomp

▶ Servicemenu openen.
▶ Menu- en info-toets gelijktijdig indrukken, tot in het display een pop-
up-venster wordt getoond.
De snelstartfunctie verhoogt de warmtevraag, zodat de warmtepomp
zo snel mogelijk start.
4
Servicemenu
Overzicht servicemenu  pagina 20.
▶ Druk de toets menu in als de standaardweergave actief is en houd
deze gedurende circa drie seconden ingedrukt, tot het menu Servic-
emenu wordt getoond.
▶ Verdraai de keuzetoets om een menupunt te kiezen.
▶ Druk op de keuzetoets om het gekozen menupunt te openen, het in-
voerveld voor een instelling te activeren of een instelling te bevesti-
gen.
▶ Druk de toets d in om de actuele instelling te annuleren of het actu-
ele menupunt te verlaten.
De fabrieksinstellingen zijn geaccentueerd weergegeven.
6
4.1

Instellingen voor de warmtepomp

4.1.1

Menu: Warmtepomp

In dit menu worden de warmtepompspecifieke instellingen uitgevoerd.
Deze instellingen zijn alleen beschikbaar, wanneer de installatie overeen-
komstig is opgebouwd en geconfigureerd en wanneer het gebruikte toe-
steltype de betreffende instellingen ondersteunt.
Menupunt
Regelbereik: functiebeschrijving
Aan/uit-hysterese
De warmtepomp wisselt tussen [aan] en [uit] overeen-
alleen beschikbaar
komstig de ingestelde hysterese. De hysterese geeft aan,
voor bepaalde AW
met hoeveel graden en hoe lang de werkelijke waarde over
Split warmtepom-
of onder de grenswaarde moet liggen, tot de omschakeling
pen.
plaatsvindt. Het bereik en de vooringestelde waarden zijn
verschillend afhankelijk van het model warmtepomp.
[Aan/uit-hysteresis in verw. bedrijf instellen.]:
50...1500 K x min
De warmtepomp start wanneer de aanvoertemperatuur tot
onder de ingestelde aanvoertemperatuur afneemt met de
ingestelde waarde. De warmtepomp stopt wanneer de
aanvoertemperatuur tot boven de ingestelde aanvoertem-
peratuur toeneemt met de ingestelde waarde.
[Aan/uit-hysteresis in koelbedrijf instellen.]: 50...1500 K
x min
De warmtepomp stopt wanneer de aanvoertemperatuur
onder de ingestelde aanvoertemperatuur afneemt met de
ingestelde waarde. De warmtepomp start wanneer de aan-
voertemperatuur boven de ingestelde aanvoertempera-
tuur toeneemt met de ingestelde waarde.
[Aan/uit-hysteresis in zwembadbedrijf instellen.]:
50...1500 K x min
De warmtepomp stopt wanneer de aanvoertemperatuur
onder de ingestelde aanvoertemperatuur afneemt met de
ingestelde waarde. De warmtepomp start wanneer de aan-
voertemperatuur boven de ingestelde aanvoertempera-
tuur toeneemt met de ingestelde waarde.
Standalone bedrijf
[Ja]: geen warmtepomp geïnstalleerd. Verwarming en
Dit menu wordt al-
warmwaterbereiding worden uitsluitend door de bijver-
leen getoond, wan-
warming/binnenunit verzorgt.
neer er geen CAN-
[Nee]: normaal bedrijf. Verwarming en warmwaterberei-
BUS verbinding is
ding worden uitsluitend door de warmtepomp en de bijver-
met de buitenunit.
warming/binnenunit verzorgt.
Pompen
Voer in dit menu de pompinstellingen uit ( hoofdstuk
4.1.2).
Externe aansluitin-
Voer, indien aanwezig, in dit menu de instellingen voor ex-
gen
terne aansluitingen uit ( hoofdstuk 4.1.3).
Zekeringgrootte
Stel, wanneer na de inbedrijfstelling veranderingen nodig
zijn, de grootte van de hoofdzekering in.
Handmatig ont-
[Ja]: de warmtepomp gaat geforceerd de verdamper ont-
dooien
dooien.
Smart grid
Voer, indien aanwezig, hier de Smart Grid-instellingen uit
( hoofdstuk 4.1.4).
Fotovoltaïsche in-
Voer, indien geactiveerd in [Externe aansluitingen], de in-
stallatie
stellingen voor het fotovoltaïsch systeem uit ( hoofdstuk
4.1.5).
Constante temp.
Gebruik deze instelling, wanneer een buffervat met geïnte-
greerde warmwaterbereiding is geïnstalleerd. De warmte-
pomp verwarmt het boilerwater onafhankelijk van de
buitentemperatuur tot een vastgestelde temperatuur. Alle
cv-circuits moeten via mengkleppen worden geregeld.
Algemene storings-
[Alle storingen en meldingen]: alle aanwezige storingen en
melding
meldingen worden getoond.
[Alleen stor.]: alleen aanwezige storingen worden ge-
toond.
HMC 310 – 6721824115 (2023/02)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave