Menupunt
Regelbereik: functiebeschrijving
Config. HK1 aan
[Geen cv1 op warmtebron]: op de warmteproducent
WP
is geen cv-circuit aangesloten.
[Geen eigen cv-pomp]: cv-circuit 1 is direct op de
warmtepomp/binnenunit aangesloten zonder cv-
pomp.
[Via pomp PC1]: cv-circuit 1 is direct op de warmte-
pomp/binnenunit aangesloten en uitgerust met een
cv-pomp.
Voorrang cv-
Kies [Ja], wanneer cv-circuit 1 de warmtetoevoer
groep 1
naar andere cv-circuits begrenst. Kies anders [Nee]
en bevestig dit.
Menger cv-groep
[Ja] | [Nee]: instelling, of cv-circuit 1 een gemengd
1
cv-circuit is.
Verwar-
0 ... 600 s: instelling van de duur die de mengklep in
mingsysteem cv
cv-circuit 1 nodig heeft, om van één aanslag tot de
1
andere te draaien.
Vewarmingssy-
[Radiator] | [Convector] | [Vloerverw]: instellen van
steem cv 1
het soort warmteafgifte in het gekozen cv-circuit.
Regeltype cv-
[Buitentemperatuur geregeld]: de weersafhankelijk
groep 1
geregelde aanvoertemperatuur wordt overeenkom-
stig de waarden van de buitentemperatuursensor ge-
regeld.
[Buitentemperatuur met voetpunt]: weersafhanke-
lijke regeling met inachtneming van een voetpunt.
Afstandsbed.
[Geen] | [RC100] | [RC100H]: keuze van de bij het
cv-groep 1
cv-circuit behorende kamerthermostaat. [TC100] is
niet in gebruik.
[Verwarmingsgroep 2 ... 4]: zie [CV-groep 1 geïnstall.], echter kan al-
leen het eerste cv-circuit direct op de warmteproducent worden aange-
sloten. Alle volgende cv-circuits moeten via regelkleppen worden
aangesloten.
Warmwater in-
[Nee]: geen warmwatersysteem geactiveerd.
stall.
[Wrmtep]: een warmwatersysteem is geactiveerd en
direct aangesloten op de warmtepomp via de geïnte-
greerde boiler of extern, via een 3-wegklep.
[Vrs.wat]: er is een verswaterstation aangesloten.
Circ. pomp geïn-
[Nee] | [Ja ]: instelling of in het warmwatersysteem
stalleerd
een circulatiepomp is geïnstalleerd die wordt gere-
geld door de bedieningseenheid. Dit menu wordt
niet getoond wanneer geen verswaterstation is geïn-
stalleerd.
Grootte verswa-
[15/20 l/min] | [27 l/min] | [40 l/min]: instelling die
terstation
de grootte van het verswaterstation specificeert.
Verswaterstati-
[Nee]: geen ander verswaterstation is aangesloten.
on 2...Verswa-
[MS100]: een uitbreidingsverswaterstation is aan-
terstation 4
gesloten.
Verswaterconfi-
Instelling die de configuratie van de verswaterinstal-
guratie verande-
latie specificeert. Controleer en bevestig dat dit
ren
overeenkomt met het geïnstalleerde systeem.
Ventilatie geïn-
[Nee] | [Ja ]: instelling of een ventilatiesysteem is ge-
stalleerd
ïnstalleerd die wordt geregeld door de bediening-
seenheid.
Zonne-energie-
[Nee] | [Ja ]: instelling of een solarsysteem is geïn-
syst. geïnst.
stalleerd die wordt geregeld door de bedieningseen-
heid.
Zonne-uitbrei-
[Nee] | [MS100 ]: instelling of een solar-uitbrei-
dingsmodule
dingsmodule is geïnstalleerd die wordt geregeld
door de bedieningseenheid.
HMC 310 – 6721824115 (2023/02)
Menupunt
Regelbereik: functiebeschrijving
Zwembassin-
0 ... 600 s: indien een mengklep voor een zwembad
mengventiel
is geïnstalleerd en wordt geregeld via de bedienings-
eenheid, wordt hier de tijd ingesteld die de klep no-
dig heeft, om van één aanslag tot de andere te draai-
en.
Elektr. anode in
[Nee] | [Ja]: instelling of in de boiler een elektrische
boiler
anode (toebehoren) is geïnstalleerd.
Zekeringgrootte [16A] | [20A] | [25A] | [32A]: stel de hoofdzekering
in van de behuizing die hoort bij de warmteprodu-
cent. Wordt alleen getoond wanneer een vermo-
genscontrole is geïnstalleerd.
Configuratie bevestigen
[Bevestigen: wanneer alle instellingen passen bij het
geïnstalleerde systeem.
[Terug]: wanneer veranderingen nodig zijn.
Tabel 1 Inbedrijfstelling met de configuratieassistent
3.3
Bijkomende instellingen bij de inbedrijfstelling
Wanneer bepaalde functies niet zijn geactiveerd en modules, bouwgroe-
pen of componenten niet zijn geïnstalleerd, worden niet benodigde
menupunten bij de verdere instelling onderdrukt.
Vergeet niet alle instellingen op te slaan nadat de inbedrijfstelling is uit-
gevoerd door Alle instellingen opslaan te bevestigen in het serviceme-
nu.
3.3.1
Belangrijke instellingen voor de verwarming
Controleer altijd de instellingen in het verwarmingsmenu bij de inbedrijf-
stelling en pas deze eventueel aan. Alleen zo wordt de goede werking van
de cv-installatie gewaarborgd. Het is zinvol alle getoonde instellingen te
controleren.
▶ Controleer de instellingen in het menu installatiegegevens.
▶ Controleer de instellingen in het menu cv-circuit 1 ... 4.
– Stooklijn instellen conform de installatievoorwaarden.
3.3.2
Belangrijke instellingen voor het warmwatersysteem
Controleer de instellingen in het menu warm water bij de inbedrijfstelling
en pas deze eventueel aan. Alleen zo wordt de goede werking van de
warmwaterbereiding gewaarborgd. Niet van toepassing voor hybride sy-
stemen met een cv-toestel.
3.3.3
Belangrijke instellingen voor andere installaties of toestel-
len
Wanneer er in de installatie andere systemen of toestellen geïnstalleerd
zijn, zijn er aanvullende menupunten beschikbaar. Dit betekent dat sy-
stemen en apparaten beschikbaar zijn, bijvoorbeeld:
• Thermische solarinstallatie
• Hybride systeem
• Externe elektrische bijverwarming
• Zwembad
• Ventilatie
Neem de betreffende technische documentatie van de module, het sys-
teem of het toestel in acht om de goede werking te garanderen.
3.4
Functietesten uitvoeren
Benader de functietesten via het menu Diagnose. De ter beschikking
staande menupunten zijn direct afhankelijk van de geïnstalleerde instal-
latie. Mogelijke testen via dit menu, bijvoorbeeld: Circulatiepomp: Aan/
Uit.
3.5
Controleren bewaakte waarden
Benader de bewaakte waarden via het Diagnose menu.
3
Inbedrijfstelling
5