4
Servicemenu
Tabel 18 Instellingen in het menu warmwaterinstellingen verswaterstati-
on
4.5
Menu: Instellingen zwembad
In dit menu worden de instellingen voor de zwembadverwarming uitge-
voerd. Deze instellingen zijn alleen beschikbaar, wanneer de installatie
overeenkomstig is opgebouwd en geconfigureerd en wanneer het ge-
bruikte toesteltype de betreffende instellingen ondersteunt.
Menupunt
Regelbereik: functiebeschrijving
Zwembadmod.
[Ja] | [Nee]: instellen, wanneer een zwembadmodule is ge-
aanwezig?
ïnstalleerd.
Zwembassin-
[10...6000] s: looptijd voor het zwembadmengventiel in-
mengventiel
stellen.
Regels-
Instellen regelwaarde voor het regelen van het toerental
nelh.zwemb.-bedr.
van de compressor. Een hogere waarde resulteert in een
hoger toerental.
Vertr. bijv. pool-be-
[60...1200] K x min: stel de bijverwarming inschakelver-
dr.
traging in voor zwembadverwarming. De vertraging is af-
hankelijk van de duur en hoogte van de afwijking van een
gewenste aanvoertemperatuur.
Logica externe aan-
[Open contact]: open contact wordt als "aan" geïnterpre-
sluiting
teerd.
[Gesloten contact]: gesloten contact wordt als "aan" geïn-
terpreteerd.
Tabel 19 Instellingen in het menu Instellingen zwembad
4.6
Instellingen thermische solarinstallatie
Wanneer in de cv-installatie een thermische solarinstallatie via een mo-
dule is opgenomen, zijn de bijbehorende menu's en menupunten be-
schikbaar. De uitbreiding van de menu's door de thermische
solarinstallatie is in de bedieningshandleiding van de gebruikte module
beschreven.
In het menu Zonne-instellingen zijn de submenu's zoals genoemd in
Tab. 20 beschikbaar bij alle thermische solarsystemen.
OPMERKING
Schade aan de installatie!
▶ Solarinstallatie voor de inbedrijfname vullen en ontluchten.
Menupunt
Doel van het menu
Zonneconfiguratie
Grafische configuratie van de thermische solarinstallatie.
veranderen
Actuele zonnecon-
Grafische weergave van de geconfigureerde thermische
figuratie
solarinstallatie.
Zonneparameter
Instellingen voor de geïnstalleerde thermische solarinstal-
latie.
Zonne-energiesys.
Nadat alle benodigde parameters zijn ingesteld, kan de
start
thermische solarinstallatie in bedrijf worden genomen.
Tabel 20 Algemene instellingen voor de thermische solarinstallatie
4.7
Instellingen voor hybride systemen
In het menu Hybride systeem kan de energie-prijsverhouding worden
ingesteld. Meer informatie is opgenomen in de meegeleverde handlei-
dingen van de installatiedelen van het hybride systeem.
4.8
Alle instellingen opslaan
Bevestig na afronding van de inbedrijfstelling alle uitgevoerde instellin-
gen en sla deze op. Kies daarvoor in het servicemenu Inbedr. afgeslo-
ten. Na de inbedrijfstelling moeten de instellingen na elke uitgevoerde
verandering worden opgeslagen.
16
4.9
Diagnosemenu
Het servicemenu Diagnose bevat meerdere tools voor de diagnose.
Houd er rekening mee, dat de weergave van de afzonderlijke menupun-
ten afhankelijk van de installatie is.
4.9.1
Menu functietest
Met behulp van deze menu's kunnen de actieve componenten van de cv-
installatie afzonderlijk worden getest. Wanneer in dit menu Wer-
kingscontroles act. op Ja gezet wordt, wordt het normale cv-bedrijf in
de volledige installatie onderbroken. Alle instellingen blijven behouden.
De instellingen in dit menu zijn slechts tijdelijk en worden naar de desbe-
treffende basisinstelling gereset, zodra Werkingscontroles act. op Nee
gezet of het menu Functietest gesloten wordt. De beschikbare functies
en instelmogelijkheden zijn afhankelijk van het type cv-installatie.
De functietest wordt uitgevoerd, wanneer de instelwaarden van de ge-
noemde componenten overeenkomstig worden ingesteld. Of compres-
sor, mengventiel, circulatiepomp of 3-wegklep overeenkomstig
reageren, kan op de betreffende module worden gecontroleerd.
Zo kan bijvoorbeeld het Ontluchtingsbedr. worden geactiveerd:
• aan: het ontluchtingsbedrijf start.
• uit: het ontluchtingsbedrijf is uitgeschakeld.
4.9.2
Menu monitorwaarden
In dit menu worden instellingen en meetwaarden van de cv-installatie
weergegeven. Hier kan bijvoorbeeld de aanvoertemperatuur of de actu-
ele warmwatertemperatuur worden weergegeven.
Bovendien kan gedetailleerde informatie over de installatiedelen zoals
bijvoorbeeld de temperatuur van de warmteproducent worden opgeroe-
pen. Beschikbare informatie en waarden zijn daarbij afhankelijk van de
geïnstalleerde installatie. Respecteer de technische documentatie van
de warmteproducent, de module en andere installatiedelen.
4.9.3
Menu storingsmeldingen
In dit menu kunnen de actuele storingen en de historie worden opgeroe-
pen.
Menupunt
Omschrijving
Actuele storingen
Hier worden alle actueel in de installatie aanwezige storin-
gen, gesorteerd op ernst van de storing, weergegeven.
Historie systeem
Hier worden de laatste 20 storingen van de totale installa-
tie in chronologische volgorde weergegeven. De storing-
shistorie kan in menu Reset worden gewist ( hoofdstuk,
4.9.7).
Storingshist.
Hier worden de laatste 20 storingen van de warmtepomp
warmtepomp
in chronologische volgorde weergegeven. Bij iedere opge-
slagen storing is een snapshot aanwezig van de op het tijd-
stip van de storing in de installatie geregistreerde
gegevens . De storingshistorie kan in menu Reset worden
gewist ( hoofdstuk, 4.9.7).
Tabel 21 Informatie in het menu storingsmeldingen
4.9.4
Menu SnapShot (snapshot)
Via deze functie kan extra informatie over de installatiestatus bij het op-
treden van een storing worden opgeroepen.
▶ Menu openen: Servicemenu > Diagnose > Storingsmeldingen > Sto-
ringshistoriek warmtepomp
▶ Keuzeknop verdraaien, tot de gezochte storing verschijnt.
▶ Toets info ingedrukt houden, tot een datalijst wordt getoond.
▶ Keuzeknop draaien, om aanvullende gegevens in de lijst te zien.
4.9.5
Menu systeeminformatie
In dit menu kunnen de softwareversies van de in de installatie geïnstal-
leerde BUS-deelnemers worden opgeroepen.
HMC 310 – 6721824115 (2023/02)