4
Servicemenu
60
C
50
2
40
30
20
+20
+10
Afb. 2
Instelling van de stooklijn voor vloerverwarming
Stijging via ontwerptemperatuur T
ratuur T
1,min
60
C
4
50
1
40
30
20
+20
+10
Afb. 3
Instelling van de stooklijn voor vloerverwarming
Parallelle verschuiving via Offset ruimtetemperatuur of gewens-
te kamertemperatuur
T
Buitentemperatuur
1
T
Temperatuur aanvoer
0
[1]
Instelling: T
= 45 °C, T
0
1,min
T
= 48 °C
0,max
[2]
Instelling: T
= 40 °C, T
0
1,min
[3]
Instelling: T
= 35 °C, T
0
1,min
[4]
Parallelverschuiving van de basiscurve [1] door veranderen van
de offset met +3 of verhogen van de gewenste kamertempera-
tuur, begrenzing bij
T0,max
[5]
Parallelle verschuiving van de basiscurve [1] door veranderen
van de offset met -3 of verlagen van de gewenste kamertempera-
tuur
90
C
80
2
70
60
50
40
30
20
+20
+10
Afb. 4
Instelling van de stooklijn voor radiator
Stijging via dimensioneringstemperatuur T
tentemperatuur T
1,min
12
1
3
0
-10
-20
C
T
1
0010021106-001
en minimale buitentempe-
0
5
0
-10
-20
C
T
1
0010021108-001
= –10 °C (basiscurve), begrenzing bij
= –10 °C
= –20 °C
= 48 °C
1
3
0
-20
-10
T
C
1
0010021109-001
en minimale bui-
0
90
C
80
4
70
60
50
40
30
20
+20
+10
Afb. 5
Instelling van de stooklijn voor radiator
Parallelle verschuiving via Offset ruimtetemperatuur of gewens-
te kamertemperatuur
T
Buitentemperatuur
1
T
Temperatuur aanvoer
0
[1]
Instelling: T
= 75 °C, T
0
1,min
T
= 75 °C
0,max
[2]
Instelling: T
= 80 °C, T
0
1,min
80 °C
[3]
Instelling: T
= 70 °C, T
0
1,min
[4]
Parallelverschuiving van de basiscurve [1] door veranderen van
de offset met +3 of verhogen van de gewenste kamertempera-
tuur, begrenzing bij
T0,max
[5]
Parallelverschuiving van de basiscurve [1] door wijziging van de
offset met -3 of verlagen van de gewenste kamertemperatuur, be-
grenzing bij T
= 75 °C
0,max
Eenvoudige stooklijn
De eenvoudige stooklijn (Regeltype cv-groep 1: Buitentemperatuur
met voetpunt) wordt als rechte lijn weergegeven. Deze rechte lijn wordt
beschreven door twee punten: voetpunt (beginpunt van de stooklijn) en
eindpunt.
Minimale buitentemperatuur
T
1,min
Voetpunt
Eindpunt
Maximale temperatuur toe-
voerleiding T
0,max
Kamertemperatuur-offset
Tabel 15 Fabrieksinstellingen van de eenvoudige stooklijnen
Doorverwarmen onder een bepaalde buitentemperatuur
Om afkoelen van de verwarmingsinstallatie te voorkomen, vereist DIN-
EN 12831, dat voor het aanhouden van een aangename warmte verwar-
mingen en andere warmteproducenten voor een bepaalde capaciteit zijn
geconstrueerd. Bij het onderschrijden van de bij Doorverwarmen on-
der ingestelde gedempte buitentemperatuur wordt het actieve verlaagd
regime door het normale cv-bedrijf onderbroken.
Wanneer bijvoorbeeld de instellingen Verlagen: Centrale verwarming
uit : 5 °C en Doorverwarmen onder: -15 °C actief zijn, wordt het nacht-
bedrijf bij een gedempte buitentemperatuur tussen 5 °C en -15 °C en het
cv-bedrijf onder -15 °C geactiveerd. Daardoor kunnen kleinere verwar-
mingsoppervlakken worden gebruikt.
Vorstbeveiligingsgrenstemperatuur (buitentemperatuurdrempel)
Onder dit menupunt wordt de grenstemperatuur voor de vorstbeveili-
ging (buitentemperatuurdrempel) ingesteld. Deze werkt alleen, wanneer
HMC 310 – 6721824115 (2023/02)
1
5
0
-20
-10
C
T
1
0010021110-001
= –10 °C (basiscurve), begrenzing bij
= –10 °C, begrenzing bij T
0,max
= –20 °C
= 80 °C
Vloerverwarming
Radiatoren
– 10 °C
– 10 °C
25 °C
25 °C
45 °C
60 °C
48 °C
75 °C
0,0K
0,0K
=