nl
NEDERLANDS
7 Draairichtingschakelaar
8 Vergrendelknop voor continu-inschakeling
9 Drukschakelaar
* afhankelijk van de uitvoering
6. Inbedrijfstelling
Controleer voordat de machine in gebruik
wordt genomen of de op het typeplaatje
aangegeven spanning overeenkomt met de
netspanning.
Om ervoor te zorgen, dat de boorhouder goed
blijft zitten: Na de eerste keer boren
(rechtsdraaiend) de borgschroef binnenin de
boorhouder (indien aanwezig / afhankelijk van
model) met een schroevendraaier stevig vaster
aandraaien. Let op linksschroefdraad!
(Zie hoofdstuk 8.7.)
6.1
Montage van de extra handgreep (2)
Om veiligheidsredenen altijd de
meegeleverde extra handgreep gebruiken.
Klemring openen door de extra handgreep (2) naar
links te draaien. De extra handgreep op de
spanhals van de machine schuiven. De extra
handgreep zo ver naar voren schuiven, dat hij
gedraaid kan worden. In de gewenste hoek weer
terugtrekken en stevig vastdraaien.
7. Gebruik
7.1
Draairichting, transportbeveiliging
(inschakelblokkering) instellen
Draairichtingschakelaar (7) alleen gebruiken
wanneer de motor stilstaat.
Zie pagina 2:
R = Rechtsloop ingesteld
L = Linksloop ingesteld
0 = Middenstand: transportbeveiliging
(inschakelblokkering) ingesteld
De boorhouder moet krachtig op de booras
geschroefd zijn en de borgschroef binnenin de
boorhouder (indien aanwezig / afhankelijk van
model) met een schroevendraaier stevig
vastgedraaid zijn.
(Let op linksschroefdraad!) Bij links draaien (b.v. bij
het schroeven) zou deze anders losgedraaid
kunnen worden.
7.2
Keuze van de trap
De gewenste trap kiezen door aan de
schakelknop (1) te draaien.
Omschakelen alleen bij uitlopende machine
(even in-/uitschakelen).
1e trap (laag toerental, hoog koppel)
bijv. voor schroeven, boren
2e trap (hoog toerental) bijv. voor boren
7.3
Toerental kiezen
Stel met het stelwiel (5) het maximale toerental in.
Aanbevolen toerentallen voor het boren, zie pag. 4.
16
7.4
In-/uitschakelen, toerental veranderen
Inschakelen, toerental: drukschakelaar (9)
indrukken.
Het toerental kan met de drukschakelaar
worden veranderd.
Door de elektronische softstartvoorziening
versnelt de machine voortdurend tot het
ingestelde toerental.
Om de machine uit te schakelen de
drukschakelaar loslaten.
Continu-inschakeling: Bij ingedrukte
drukschakelaar (9) de vergrendelknop (8)
indrukken en de drukschakelaar loslaten. Om
de machine uit te schakelen de drukschakelaar
(9) opnieuw indrukken en weer loslaten.
Bij continu-inschakeling loopt de machine
verder wanneer hij uit de hand wordt
getrokken. Daarom de machine altijd met beide
handen aan de hiervoor bestemde handgrepen
vasthouden, ervoor zorgen dat u stevig staat en
geconcentreerd werken.
7.5
Gereedschapwissel
snelspanboorhouder Plus (4)
Zie afbeeldingen A, pag. 2.
Boorhouder openen:
Borgring vasthouden en met de andere hand de
huls in de richting van pijl -1- draaien.
Het geratel dat eventueel hoorbaar is bij het openen
van de boorhouder (afhankelijk van het gebruik),
wordt verholpen door de huls in tegengestelde
richting te draaien.
Bij een zeer vast gesloten boorhouder: De stekker
uit het stopcontact halen. De boorhouder met een
steeksleutel aan de boorhouderkop vasthouden en
de huls met kracht in de richting van pijl -1- draaien.
Inzetgereedschap spannen:
- Inzetgereedschap -2- zo diep mogelijk inbrengen.
- Borgring vasthouden en met de andere hand de
huls in de richting van pijl -3- draaien totdat er
geen merkbare mechanische weerstand meer is.
- Let op! Het gereedschap is nu nog niet
gespannen! Met kracht verder draaien (hierbij
moet een "klik" hoorbaar zijn), tot verder
draaien niet meer mogelijk is - pas dan is het
gereedschap veilig gespannen.
Bij een zachte gereedschapschacht moet
eventueel na een korte boortijd worden
nagespannen.
7.6
Gereedschapswissel
tandkransboorhouder (3)
Zie afbeeldingen B, pag. 2.
Boorhouder openen: Tandkransboorhouder met
boorhoudersleutel openen -1-.
Inzetgereedschap spannen: Inzetgereedschap -
2-zo diep mogelijk inbrengen en met de
boorhoudersleutel gelijkmatig in alle 3 boringen
vastspannen -3-.