Het zoomhendeltje op [Z] (T) zetten.
1k>2k>4k>8k>16k
•
Wanneer u de zoomhendel naar [L] (W) draait na het
uitvergroten van het beeld, wordt de vergroting lager.
•
Wanneer u de vergroting verandert, verschijnt de aanduiding
van de zoompositie A gedurende ongeveer 1 seconde en kan
de positie van de vergrootte sectie verwijderd worden door op
3/4/2/1 te drukken.
•
Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe slechter de kwaliteit
ervan wordt.
•
Wanneer u de af te beelden positie verplaatst, verschijnt de
aanduiding van de zoomstand gedurende ongeveer
1 seconde.
Aantekening
•
Dit toestel komt overeen met de DCF-standaard "Design rule for Camera File system"
opgericht door JEITA "Japan Electronics and Information Technology Industries Association"
en met Exif "Exchangeable Image File Format". Bestanden die niet overeenkomen met de
DCF-standaard kunnen niet afgespeeld worden.
•
De lenscilinder trekt zich ongeveer 15 seconden nadat u overschakelt van de [OPNAME]- naar
de [AFSPELEN]-functie terug.
•
Gebruik de bijwerkfunctie om het vergrote beeld op te slaan.
•
Het kan zijn dat de terugspeelzoom niet werkt als de opnamen met andere apparatuur zijn
gemaakt.
•
Terugspeelzoom kan niet gebruikt worden tijdens terugspelen van bewegend beeld of beelden
met terugspelen van geluid.
1
Druk op [MENU/SET] tijdens afspelen.
2
Op 1 drukken.
3
Op 3 /4 drukken om het onderdeel te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
[NORMAAL AFSP.]
Alle beelden worden afgespeeld.
[DIASHOW]
(P113)
De beelden worden teruggespeeld in opeenvolging.
[CATEGOR. AFSP.]
De in categorieën gegroepeerde beelden worden afgespeeld.
[REIS AFSPELEN]
De beelden die in de reisfunctie gemaakt zijn worden afgespeeld.
[FAVORIET AFSP.]
Uw favoriete beelden worden afgespeeld.
¢ [FAVORIET AFSP.] wordt niet afgebeeld wanneer [FAVORIETEN] niet ingesteld is.
Basiskennis
De terugspeelzoom gebruiken
Schakelen van de [AFSPELEN] functie
(P49)
(P116)
(P118)
¢
(P119)
(P128)
- 51 -
A