U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen.
Selecteer [BIJSNIJD.] op het [AFSPELEN] functiemenu.
Druk op 2/1 om het beeld te kiezen en druk
vervolgens op [MENU/SET].
Gebruik de zoomhendel en
druk op 3/4/2/1 om de af
te werken delen te selecteren.
Zoomhendel (T): Vergroting
Zoomhendeltje (W): Reductie
3/4/2/1: Verplaatsen
Op [MENU/SET] drukken.
Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Op [
] drukken om terug te keren naar het
‚
menuscherm.
•
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
Aantekening
•
De beeldresolutie van het bijgewerkte beeld zou kleiner kunnen worden dan die van het
origineel afhankelijk van de snijgrootte.
•
De beeldkwaliteit van het bijgewerkte beeld zal slechter worden.
•
Opnamen die met andere apparatuur opgenomen zijn kunnen wellicht niet bijgewerkt worden.
•
Bewegende beelden, beelden met geluid en beelden die bestempeld zijn met [TEKST AFDR.]
kunnen niet van nieuwe grootte voorzien worden.
•
Informatie m.b.t. de gezichtdetectie in het originele beeld zal niet gekopieerd worden naar
beelden die [BIJSNIJD.] ondergaan hebben.
Gevorderd (Terugspelen)
[BIJSNIJD.]
Reductie
- 128 -
()
De positie verplaatsen
()
(P21)
Vergroting