Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

max. AWG 12), met veerkracht aansluiting max.
1,5 mm
2
(min. AWG 24, max. AWG 12).
➔ De leidingen van het apparaat niet met samen
met bedrading van frequentieregelaars en
andere sterk stralende bedrading in dezelfde
kabelgoot leggen.
➔ De keuze van de stuurleidingen moet volgens
de plaatselijke/landelijke voorschriften worden
gemaakt.
➔ Elektrische invloeden van buitenaf voorkomen.
Ionisatie-, uv-kabel
➔ Is er geen sprake van EMC-beïnvloeding, dan
zijn kabellengtes van 100 m mogelijk.
➔ Door EMC-invloeden wordt het vlamsignaal
gestoord.
➔ Bedrading afzonderlijk (capaciteitsarm) en bij
voorkeur niet in een metalen buis installeren.

6 BedRaden

➔ Fase L1 en nul N niet onderling verwisselen.
➔ Op de ingangen niet de verschillende fasen van
een draaistroomnet aansluiten.
➔ Op de uitgangen geen spanning aansluiten.
➔ Een kortsluiting aan de uitgangen stelt een van
de uitwisselbare zekeringen in werking.
➔ Op de 24 V=-voedingsspanning (klem 61, 62)
een laagspanningsbeveiliging met 24 V= ± 10%
aansluiten.
➔ Afstandsontgrendeling niet cyclisch (automa-
tisch) aansturen.
➔ De veiligheidsstroomcircuit-ingangen alleen via
contacten (relaiscontacten) bedraden.
➔ De begrenzers in het voorwaardencircuit (bijv.
veiligheidstemperatuurbegrenzer, noodstop)
moeten klem 46 en indien overeenkomstig
geparametriseerd de optionele veiligheidsrele-
vante ingangen op de klemmen 65 tot en met 68
spanningsvrij schakelen. Als het voorwaarden-
circuit onderbroken is, knippert op het display 51
als waarschuwingsmelding en alle stuuruitgan-
gen van de BCU zijn spanningsvrij geschakeld.
➔ Aangesloten aandrijvingen met beschermende
bedrading overeenkomstig de opgave van de
fabrikant uitvoeren. De beschermende bedrading
voorkomt hoge spanningspieken die een storing
van de BCU veroorzaken kunnen.
➔ Ervoor zorgen dat er een zuivere sinusvormi-
ge spanning op de BCU wordt gegeven om
netspanningsfouten door onregelmatigheden in
de netspanning te vermijden.
➔ Bij de ontstekingstransformator de maximale in-
schakelduur in acht nemen (zie de informatie van
de fabrikant). Zo nodig de minimale pauzetijd t
(parameter 62) aanpassen.
➔ Functies op klemmen 51, 65, 66, 67 en 68 zijn
afhankelijk van parameterwaarden:
Klem
51
65
66
67
68
1 Installatie spanningsvrij maken.
2 Voor het bedraden ervoor zorgen, dat de gele
parameter-chip-card zich in de BCU bevindt.
➔ Voor de BCU zijn schroefklemmen of veerkracht-
klemmen leverbaar:
schroefklem, bestelnr.: 74923998,
veerkrachtklem, bestelnr.: 74924000.
3 Bedraden volgens het aansluitschema – zie
pagina 5 (7 Aansluitschema).
➔ Goede aardleiding op de BCU en op de bran-
ders aansluiten.
➔ Voor het beveiligen van de veiligheidsstroom-in-
gangen (klemmen 45 tot 52 en 65 tot 68) de
zekering zo aanbrengen, dat de sensor met het
kleinste schakelvermogen beveiligd is.
BP
NL-4
afhankelijk van parameter
69
70
71
72
73

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Bcu 560Bcu 565Bcu 580

Inhoudsopgave