6 METEN
1. Hou de meter en de sensor in het gebied dat moet worden gemeten .
Als u een oppervlaktetemperatuur meet: hou de meter met de tip van de
sonde in contact met de te meten oppervlakte. Hou de meter loodrecht
tegenover de oppervlakte voor een goed contact.
2. Gebruik de pijlen
(lucht, oppervlakte, dauwpunt of ∆T).
De relatieve vochtigheid en de gewenste temperatuur worden op de display
weergegeven.
3. Druk op
HOLD
Zie volgend deel voor instructies betreffende het opslaan van metingen in het
geheugen van de meter.
7 HET GEHEUGEN VAN DE METER GEBRUIKEN
Het geheugen van uw Elcometer 319 Dauwpunt meter kan tot 99
gegevensgroepen opslaan. Iedere gegevensgroep bevat een set metingen:
•
relatieve vochtigheid
•
lucht temperatuur
•
oppervlakte temperatuur
•
dauwpunt temperatuur
∆T (delta T)
•
•
tijd en datum
De gegevens in het geheugen kunnen worden: bekeken op het scherm van de
meter, gedrukt via een infrarode verbinding of geëxporteerd naar een PC
dankzij een facultatieve interfacekabel.
Gegevensgroepen kunnen gewist worden wanneer noodzakelijk.
7.1 Het geheugen aanschakelen
Het geheugen van uw meter moet aangeschakeld worden om het te kunnen
gebruiken. Het geheugen is aangeschakeld wanneer het link symbool
de display zichtbaar is.
8
en
om de meting op het scherm te fixeren (display toont
om de gewenste parameter te selecteren
)
op