24
Basisbediening
als de informatie een adres betreft,
dan zijn er in de lijst alleen adresty‐
pen beschikbaar.
Voltooi de invoer en selecteer
Opslaan om de contactgegevens op
te slaan.
Voeg toe aan bestaand contact
De contactenlijst van het voertuig
wordt getoond. Kies het gewenste
contact.
Het scherm contactgegevens wordt
getoond met de nieuwe informatie
rechts op het scherm.
Selecteer de betreffende datacatego‐
rie voor de informatie die u wilt op‐
slaan, bijv. werkadres of mobiele te‐
lefoon.
Kiest u een bestaande gegevensca‐
tegorie, dan wordt de bestaande in‐
formatie overschreven.
Selecteer Opslaan om de nieuwe in‐
formatie op te slaan.
Contacten bewerken
Open de contactenlijst van het voer‐
tuig om een contactpersoon te bewer‐
ken. Selecteer de gewenste contact‐
persoon in de contactenlijst van het
voertuig.
Selecteer Contact bewerken aan de
rechterzijde van het scherm.
Het bewerkingsscherm wordt weer‐
gegeven.
Informatie wijzigen
Selecteer het veld dat u wilt aanpas‐
sen. Afhankelijk van het geselec‐
teerde veld, verschijnt er een toet‐
senbord of toetsenblok.
Voer de wijzigingen in 3 16.
Selecteer Opslaan op het scherm
contactdetails om uw wijzigingen te
bewaren.
Informatie toevoegen
Selecteer het veld waaraan u extra
informatie wilt toevoegen.
Wilt u een nieuw veld voor een al be‐
staande gegevenscategorie aanma‐
ken, bijv. voor een tweede mobiele
telefoonnummer, selecteer dan w in
het betreffende gegevensveld.
Let op
De schermtoets w wordt alleen
weergegeven als het mogelijk is om
meer informatie aan de datacatego‐
rie toe te voegen.
Afhankelijk van het geselecteerde
veld, verschijnt er een toetsenbord of
toetsenblok 3 16.
Voer de nieuwe gegevens in en se‐
lecteer de schermtoets vóór het ge‐
wenste invoerveld.
Selecteer Opslaan op het scherm
contactdetails om uw wijzigingen te
bewaren.