Inhoudsopgave
Advertenties
Luchtleiding
WAARSCHUWING
Uw systeem moet voorzien zijn van een drukontlastende
luchtkraan (B), om lucht te laten ontsnappen die is
blijven zitten tussen de kraan en de pomp. Zie A
en met A
. 7. Door opgesloten lucht kan de pomp
FB
onverwachts gaan draaien en dat kan leiden tot ernstige
verwondingen, onder meer door materiaal dat in de
ogen of op de huid spat, verwondingen door bewegende
delen of verontreiniging door gevaarlijk materiaal.
OPGELET
De lucht die uit de pomp stroomt, kan
verontreinigingen bevatten. Voer de lucht af naar een
afgelegen plaats als de verontreiniging de
materiaalaanvoer kan beïnvloeden. Zie
Luchtuitlaatventilatie op pagina 10.
1. Installeer de toebehoren voor de luchtleiding zoals
afgebeeld in A
. 4 tot en met A
FB
toebehoren aan de muur of aan een muurconsole.
Let erop dat de luchtleiding die de toebehoren
voedt geaard is.
a. Er zijn twee manieren om de vloeistofdruk te
regelen. Met een luchtregelaar (H) kunt u de druk
aan de luchtzijde regelen. De andere manier is
een materiaalregelaar (M) te gebruiken die zich
dicht bij de materiaaluitlaat van de pomp bevindt
(zie A
. 5).
FB
b. Plaats één zelfontlastende hoofdluchtklep (B) dicht
bij de pomp en gebruik deze om opgesloten lucht
te laten ontsnappen. Zie de WAARSCHUWING
hierboven. Plaats de andere zelfontlastende
hoofdluchtklep (E) stroomopwaarts van alle
toebehoren voor de luchtleidingen en gebruik
die om de toebehoren af te sluiten tijdens
schoonmaak- en reparatiewerkzaamheden.
c. Het luchtleidingsfilter (F) verwijdert schadelijk
vuil en vocht uit de aangevoerde perslucht.
2. Breng tussen de toebehoren en de 1/4 npt(f)
luchtinlaat van de pomp een elektrisch geleidende,
soepele luchtslang (C) aan (zie A
een luchtslang met een binnendiameter van minstens
6,3 mm (1/4 inch). Schroef een snelkoppeling (D)
op het eind van de luchtslang (C), en schroef de
bijpassende nippel goed op de luchtinlaat van de
pomp. Plaats de koppeling (D) nog niet op de nippel.
6
3A3605ZAH
Installatie
. 4 tot
FB
. 7. Monteer deze
FB
. 2). Gebruik
FB
Aanzuigleiding voor materiaal
•
Gebruik voor alle pompen een flexibele
materiaalslang.
•
Gebruik geleidende slangen bij een geleidende pomp
(van acetaal). Als u een niet-geleidende
(polypropyleen) pomp gebruikt, aard dan het
materiaalsysteem. Zie Aarding op pagina 5.
•
De materiaalinlaat op de pomp is 3/8 npt(f). Zie A
Schroef de materiaalfitting goed in de inlaat van de
pomp. Gebruik geschikte vloeibare schroefdraadpakking
of PTFE-tape op de aansluitingen om te voorkomen
dat er lucht in de materiaalleiding komt.
•
Bij een materiaalinlaatdruk van meer dan 0,1 MPa
(1 bar) neemt de levensduur van de membranen af.
•
Zie de Technische gegevens op pagina 32 en 33
voor de maximale aanzuighoogte en beperking van
de stroomsnelheid bij verschillende opvoerhoogten.
Uitlaatleiding voor materiaal
WAARSCHUWING
Er moet een aftapkraan voor het materiaal (J) in uw
systeem zijn aangebracht om de druk te ontlasten als de
slang dicht is. Zie A
aftapkraan vermindert het risico van ernstig letsel, onder
meer door opspattend materiaal in de ogen of op de
huid, of verontreiniging met gevaarlijk materiaal bij het
ontlasten van de druk. Plaats de kraan dicht bij de
materiaaluitlaat van de pomp.
•
Gebruik flexibele, elektrisch geleidende
materiaalslangen (N). De materiaaluitlaat van de pomp
is 3/8 npt(f). Zie A
FB
goed in de pompuitlaat.
•
Installeer waar nodig een materiaalregelaar (M) bij de
materiaaluitlaat van de pomp voor het regelen van de
materiaaldruk (zie A
voor een andere regelmethode voor de druk.
•
Installeer een aftapkraan voor het materiaal (J) dicht
bij de materiaaluitlaat. Zie de WAARSCHUWING
hierboven.
. 4 tot en met A
FB
FB
. 2. Schroef de materiaalfitting
. 5). Zie Luchtleiding, stap 1a,
FB
. 2.
FB
. 7. De
Advertenties
Inhoudsopgave
