10-1A AFSTELLEN RIEMSPANNING
Controleer of de riem niet te los of te strak gespannen is.
Handel als volgt om de riem goed te spannen:
•
Draai de moer los (fig. 37b ref. a).
•
Draai aan de moer en de bout (fig. 37b ref. b) om de riem
strakker of losser te zetten.
•
Draai na de riemspanning te hebben afgesteld de moer
vast (fig. 37b ref. a).
•
Zet het automatisch systeem in de gesloten stand.
•
Draai aan de twee paar schroeven (fig. 37 ref. a en b) van iedere loopwagen om hem
naar wens af te stellen.
•
Zet de schroeven vast (fig. 37 ref. a en b).
•
Controleer of de aanslag voor het sluiten tussen de twee vleugels op het middelpunt
van het steunprofiel zit, en of de vleugels helemaal open en dicht kunnen.
a
b
fig. 37b