3A INSTALLATIE GLIJSCHOENEN ONDERKANT
De glijschoenen aan de onderkant kunnen aan de wand (of aan
de vaste vleugel), of aan de vloer worden bevestigd.
Zet de glijschoenen in elkaar volgens de waarden in figuur 24 en
25
Bevestiging aan de wand (of aan de vaste vleugel):
•
Bevestig de glijschoenen met geschikte schroeven zoals
aangegeven in fig. 26 ref a.
Bevestiging op de vloer
•
Bevestig de glijschoenen met geschikte schroeven en pluggen
rechtstreeks op de vloer, zoals aangegeven in fig. 26 ref. b.
b
a
4A AFSTELLEN VAN DE VLEUGELS
Monteer de vleugels, zodra ze gereed zijn, op het steunprofiel.
De loopwagens zijn voorzien van twee normale wieltjes (fig. 28
ref. a) en een geleidewiel (fig.28 rif. b).
Daarnaast zitten er op het onderstel van de loopwagens twee
gaten, waarmee de diepte van de vleugel kan worden afgesteld
(fig. 28 ref. c).
4.1A IN DE HOOGTE AFSTELLEN VAN DE VLEUGELS
Met de loopwagens kunnen de vleugels ± 7,5 mm in de
hoogte worden afgesteld. Handel als volgt om de hoogte af
te stellen:
•
Draai de twee M6 fig. 28 ref. d iets losser.
•
Draai de schroef (fig.27 ref.
om de vleugels op te lichten, en tegen de wijzers van de klok in
om ze te laten zakken.
•
Zet de twee eerder M6 losgedraaide weer vast.
4.2A IN DE DIEPTE AFSTELLEN VAN DE VLEUGELS
Draai, om de vleugels in de diepte af te stellen, de 2 bouten los
zoals aangegeven in fig. 29 ref.c.
Zet de vleugel op het gat van de loopwagens op de gewenste
plaats, en draai 2 bouten vast.
Controleer of de vleugels evenwijdig lopen aan het
steunprofiel.
a
b
c
fig. 25
e
) met de wijzers van de klok mee
c
d
c
fig. 28
b
a
c
a
b
e
c
fig. 24
fig. 26
fig. 27
fig. 29