Richtlijnen voor het installeren van vaste schijven
Quiet Drive-opties kiezen
✎
✎
✎
B–8
Quiet Drive is een optionele voorziening op bepaalde modellen
(alleen bij UATA-drives).
Als uw computer beschikt over een Quiet Drive of als u een Quiet
Drive installeert, kunt u deze zo configureren dat deze werkt in
Quiet-stand of Performance-stand (de standaardinstelling). Wanneer
de eenheid niet wordt gebruikt, produceert een Quiet Drive ongeveer
4 decibel (dB) minder geluid dan een standaardeenheid. Als de
eenheid is ingesteld om in de Quiet-stand te werken, produceert de
Quiet Drive ongeveer 7 dB minder geluid bij het lezen en schrijven
van gegevens dan een standaardeenheid.
De eenheid levert geen optimale prestaties als deze is ingesteld
op Quiet-stand. Optimale prestaties worden geleverd in de
Performance-stand.
U kunt als volgt controleren of de computer beschikt over een Quiet
Drive en de Quiet-stand activeren:
1. Zet de computer aan of start de computer opnieuw op. Klik
hiervoor in Windows op Start > Afsluiten > De computer
opnieuw opstarten.
2. Druk op
zodra het bericht F10 = Setup rechtsonder in het
F10
scherm wordt weergegeven.
Als u niet op
drukt voordat het bericht is verdwenen, start u de
F10
computer opnieuw op en probeert u opnieuw toegang te krijgen tot
het hulpprogramma.
3. Selecteer de gewenste taal in de lijst en druk op
4. U ziet een keuzelijst met vijf onderwerpen in het menu van
Computer Setup (Computerinstellingen): Gebruik de pijltoetsen
of de Tab-toets om Storage (Opslag) > Device Configuration
(Apparaatconfiguratie) te selecteren.
.
Enter
Handleiding voor de hardware