Koekjes
Enkele baktijden voor de meest gangbare gerechten.
Houd er rekening mee dat deze tijden bij benadering zijn en kunnen variëren afhankelijk van de hoeveelheid,
de kwaliteit en uw persoonlijke voorkeur. Wanneer er baktijden staan aangegeven op de verpakking van de
etenswaren, dan adviseren wij u om die aan te houden voor het beste resultaat.
WERKING - Bakken (zie afbeelding 3 op pagina 2)
1. Open de ovendeur (11).
2. Plaats de bakplaat (13) of het rooster (14) met de etenswaren op de gewenste hoogte (15 a,b of c) in de
sleuven in de oven.
3. Sluit de ovendeur.
4. Stel de gewenste temperatuur in met de temperatuurinstelling (5).
5. Draai de functie-instelling (6) naar de stand
6. Stel de gewenste baktijd in met de tijdinstelling (7). De bereidingstijd is afhankelijk van de soort
etenswaren en de hoeveelheid ervan. Het aan/uit-indicatielampje (8) gaat aan.
7. Bak de etenswaren totdat deze gaar zijn. Aan het einde van de baktijd is een geluidsignaal hoorbaar en
schakelt de oven automatisch uit. Het aan/uit-indicatielampje gaat uit.
8. Doe ovenhandschoenen aan.
9. Open de ovendeur. Voorzichtig! De deur is heet.
10. Neem de bakplaat met de uitneemgreep uit de oven.
11. Sluit de ovendeur.
12. Neem de etenswaren van de bakplaat (13) en plaats deze op een bord. Voorzichtig! De etenswaren zijn heet.
13. Draai als u klaar bent met bakken de functie-instelling naar de stand
stopcontact.
LET OP:
•
Als de etenswaren gaar zijn maar de baktijd nog niet verstreken is, kunt u de oven uitschakelen door de functie-
instelling naar de stand
WERKING - Grillen (zie afbeelding 4 op pagina 2)
Met de grillfunctie kunt u vlees, vis, gevogelte en ovenschotels van een goudbruin korstje voorzien.
1. Open de ovendeur. (11)
2. Plaats de bakplaat (13) of het rooster (14) in de onderste sleuven in de oven. De bakplaat
vangt eventuele sappen en vetten tijdens het grillen op en voorkomt dat deze op het onderste
verwarmingselement komen.
3. Plaats het rooster met de etenswaren in de middelste of bovenste sleuven in de oven.
4. Laat de ovendeur op een kier openstaan om de lucht te kunnen laten circuleren.
5. Stel de gewenste temperatuur in met de temperatuurinstelling (5).
6. Draai de functie-instelling naar de stand
7. Stel de gewenste grilltijd in met de tijdinstelling(7).De bereidingstijd is afhankelijk van de soort
etenswaren en de hoeveelheid ervan.Het aan/uit-indicatielampje (8) gaat aan.
8. Grill de etenswaren totdat deze gaar zijn. Aan het einde van de grilltijd is een geluidsignaal hoorbaar en
schakelt de oven automatisch uit. Het aan/uit-indicatielampje gaat uit.
9. Doe ovenhandschoenen aan.
10. Open de ovendeur. Voorzichtig! De deur is heet.
11. Neem het rooster met de etenswaren met de uitneemgreep uit de oven.
12. Neem de etenswaren van het rooster en plaats ze op een bord. Voorzichtig! De etenswaren zijn heet.
13. Neem de bakplaat met de uitneemgreep uit de oven. Voorzichtig! Eventuele sappen en vetten op de
bakplaat zijn heet!
14. Sluit de ovendeur.
15. Draai als u klaar bent met grillen de functie-instelling naar de stand
stopcontact.
LET OP:
•
Als de etenswaren gaar zijn maar de grilltijd nog niet verstreken is, kunt u de oven uitschakelen door
de functie-instelling naar de stand
niet meer.
Schaal op hoogte b
.
te draaien. De timer loopt dan nog wel door, maar de oven verwarmt niet meer.
(6).
te draaien. De timer loopt dan nog wel door, maar de oven verwarmt
170 graden
boven
en neem de stekker (3) uit het
en neem de stekker uit het
16
NL
20 min