20
|
Configuratie
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
• M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
• SW: Nummer instelling
• —: Waardenummer
•
: Standaard
(2)
Ventilatorsnelheid:
• LL: Lage ventilatorsnelheid (ingesteld bij thermostaat UIT)
• L: Lage ventilatorsnelheid (ingesteld door gebruikersinterface)
• H: Hoge ventilatorsnelheid
• Instelvolume: De ventilatorsnelheid komt overeen met de door de gebruiker met de ventilatorsnelheidsknop op de
gebruikersinterface ingestelde snelheid (laag, middelmatig, hoog).
• Monitoring 1, 2, 3: De ventilator staat UIT, maar draait om de 6 minuten even met LL (Monitoring 1), L (Monitoring 2) of H (Monitoring
3) om de kamertemperatuur te detecteren.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
74
Als het ... sierpaneel is gebruikt
Standaard of zelfreinigend
Design
Instelling: Bereik uitblaasrichting
Deze instelling moet overeenstemmen met de behoeften van de gebruiker.
Als u het bereik van de uitblaasrichting wil
instellen op...
Bovenste
Midden
Onderste
Instelling: Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling
Deze instelling moet overeenstemmen met de behoeften van de gebruiker. Zij
bepaalt de ventilatorsnelheid van de binnenunit bij thermostaat UIT.
1 Als u de ventilatoren op werking hebt ingesteld, stel dan ook de
luchtvolumesnelheid in:
Als u wilt...
Thermostaat UIT
tijdens koelen
Thermostaat UIT
tijdens verwarmen
(2)
L
(2)
Instelvolume
(a)
UIT
(2)
Monitoring 1
(2)
Monitoring 2
(2)
Monitoring 3
(2)
H
(2)
L
(2)
Instelvolume
(a)
UIT
(2)
Monitoring 1
(2)
Monitoring 2
(2)
Monitoring 3
(2)
H
(1)
Dan
M
SW
13 (23)
15
(1)
Dan
M
SW
13 (23)
4
(1)
Dan
M
SW
12 (22)
6
12 (22)
3
FXFA20~125A2VEB
VRV-systeemairconditioner
4P599624-1D – 2022.02
—
01
02
—
01
02
03
—
01
02
03
04
05
06
07
01
02
03
04
05
06
07