17
|
Installatie van de leidingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
64
▪
Flareverbindingen. Sluit de koelmiddelleiding met flareverbindingen aan op de
unit.
▪
Isolatie. Isoleer de koelmiddelleiding op de binnenunit als volgt:
B
A
A Gasleiding
B Vloeistofleiding
a Isolatiemateriaal (lokaal te voorzien)
b Kabelbinder (accessoire)
c Isolatiedelen: Groot (gasleiding), klein (vloeistofleiding) (accessoires)
d Flaremoer (bevestigd op de unit)
e Aansluiting koelmiddelleiding (bevestigd op de unit)
f Unit
g Afdichtingskussens: Middelgroot 1 (gasleiding), middelgroot 2 (vloeistofleiding)
(accessoires)
1 Draai de naden van de isolatiedelen naar boven.
2 Bevestig ze aan de basis van de unit.
3 Maak de kabelbinders vast rond de isolatiedelen.
4 Draai het afdichtingskussen van de basis van de unit tot de bovenkant van de
flaremoer rond de koelmiddelleiding.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de hele koelmiddelleiding is geïsoleerd. Blote leidingen kunnen
condensatie veroorzaken.
A
a
b
c
d
b
e f
a
b
3
2
1
1
g
4
B
c
d
b
e f
3
2
g
4
FXFA20~125A2VEB
VRV-systeemairconditioner
4P599624-1D – 2022.02