16.2 De binnenunit monteren
16.2.1 Richtlijnen bij de installatie van de binnenunit
FXFA20~125A2VEB
VRV-systeemairconditioner
4P599624-1D – 2022.02
INFORMATIE
Voor sommige opties kan extra serviceruimte vereist zijn. Raadpleeg de
montagehandleiding van de gebruikte optie vóór de installatie.
INFORMATIE
Optionele apparatuur. Lees ook de installatiehandleiding van de optionele
apparatuur bij de installatie hiervan. Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse,
kan het gemakkelijker zijn om eerst de optionele apparatuur te installeren.
▪
Sierpaneel. Installeer het sierpaneel altijd nadat u de unit hebt geïnstalleerd.
OPMERKING
Na de installatie van het sierpaneel:
▪
Controleer dat de unit en het sierpaneel goed aansluiten. Mogelijk gevolg:
Anders kan er lucht lekken en dauwvorming veroorzaken.
▪
Zorg ervoor dat er geen olie achterblijft op de plastic onderdelen van het
sierpaneel. Mogelijk gevolg: Aantasten en beschadigen van plastic onderdelen.
▪
Sterkte van het plafond. Controleer of het plafond sterk genoeg is om het
gewicht van de unit te kunnen dragen. Als er enig risico bestaat, versterk dan
eerst het plafond en installeer dan pas de unit.
-
Gebruik bij een bestaand plafond ankers.
-
Gebruik bij een nieuw plafond verzonken inzetstukken, verzonken ankers of
andere lokaal voorziene onderdelen.
A 50~100 mm: In het geval van installatie met standaard paneel
100~150 mm: In het geval van installatie met kit voor invoer van verse lucht of
design paneel
130~180 mm: In het geval van installatie met zelfreinigend sierpaneel
a Plafondtegel
b Anker
c Lange moer of koppelingsschroef
d Ophangbout
e Vals plafond
▪
Ophangbouten. Gebruik M8~M10 ophangbouten voor de montage. Bevestig de
ophangbeugel aan de ophangbout. Bevestig de bout goed met een moer en
vulring aan de boven- en onderzijde van de ophangbeugel.
16
Installatie van de unit
|
a
b
c
d
e
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
53