MAC-adres
De meeste netwerkapparatuur beschikt over een unieke hardware-identificatiecode waarmee het betreffende
netwerkapparaat kan worden onderscheiden van andere apparaten op het netwerk. Dit wordt het MAC-adres (Media
Access Control) genoemd. Een lijst met MAC-adressen kan worden ingesteld op een router zodat alleen apparaten
met de juiste MAC-adressen het netwerk kunnen gebruiken. Dit wordt filteren op MAC-adres genoemd. Als een klant
een MAC-filter heeft ingeschakeld in de router en een printer wil toevoegen aan het netwerk, moet het MAC-adres
van de printer zijn toegevoegd aan de MAC-filterlijst.
Netwerkconfiguratieprogramma afdrukken
Een netwerkconfiguratiepagina bevat uw configuratie-instellingen.
U drukt als volgt een netwerkconfiguratiepagina af:
1
Controleer of de printer is uitgeschakeld.
2
Houd
vijf seconden ingedrukt.
Er worden een testpagina en netwerkconfiguratiepagina afgedrukt.
De printer pingen
Als u wilt controleren of de computer correct kan communiceren met de printer op hetzelfde netwerk, voert u een
ping-opdracht uit.
Alleen voor gebruikers van Windows
1
Op de computer: Klik op Start
2
Typ de opdracht ping gevolgd door het IP-adres van het apparaat.
3
Druk op Enter.
•
Als de printer is verbonden met het netwerk en reageert op de ping, worden er verschillende regels
weergegeven die beginnen met Antwoord van.
•
Als de printer niet verbonden is met het netwerk of niet reageert, wordt na enkele seconden Time-out bij
opdracht. weergegeven.
Als de printer niet reageert:
a
Druk een configuratiepagina af.
b
Controleer of de printer een IP-adres heeft.
c
Controleer of bij Netwerkkaart de status Verbonden wordt vermeld.
d
Controleer of de computer een IP-adres heeft.
e
Raadpleeg het gedeelte 'Problemen met draadloze netwerken oplossen' van het hoofdstuk 'Problemen
oplossen' voor meer informatie.
Alleen voor gebruikers van Macintosh
1
Kies Bureaublad in de Finder en klik op de map Programma's.
2
Klik in de map Programma's op de map Hulpprogramma's.
3
Dubbelklik op het pictogram Netwerkhulpprogramma.
4
Geef op het tabblad Ping het IP-adres van de printer op in het veld voor het netwerkadres. Bijvoorbeeld:
10.168.0.100
5
Klik op Ping.
Programma's
Bureau-accessoires
20
Opdrachtprompt.