2 Veiligheid
3 Fabrieksgarantie
2.1.3 Veranderingen aan of in de nabijheid van
het toestel
Aan de navolgende zaken mogen beslist geen
veranderingen worden aangebracht:
• Het toestel
• De leidingen voor gas, (condens)water, elektriciteit,
verbrandingslucht en verbrandingsgas
• Het veiligheidsoverstortventiel en het expansievat;
• Ook bouwkundige aanpassingen die de
bedrijfszekerheid van het toestel nadelig kunnen
beïnvloeden mogen niet worden toegepast
2.1.4 Explosieve en lichtontvlambare stoffen
Gebruik of bewaar geen explosieve of lichtontvlambare
stoffen zoals benzine, verf en papier in de opstellings-
ruimte van het toestel.
2.1.5 Inbouw in kasten en dergelijke
Voor inbouw in kasten of nissen en dergelijke gelden
aanvullende installatievoorschriften. Vraag uw
installateur om advies alvorens uw toestel te omkasten.
2.2 Waarschuwing
2.2.1 Bescherming tegen corrosie
Gebruik geen spuitbussen, chloorhoudende reinigings-
middelen, oplosmiddelen, verf, lijm, enz. in de omgeving
van uw toestel. Deze stoffen kunnen in ongunstige
omstandigheden tot een verhoogd risico op corrosie van
uw toestel en leidingen leiden.
2.2.2 Waterdruk controleren
Controleer regelmatig de waterdruk van de cv-installatie,
deze moet minimaal 100 kPa (1 bar) zijn. Het bijvullen
van de cv-installatie is afhankelijk van de situatie ter
plaatse. Vraag uw installateur om advies.
Afb. S.2: Waterstopkraan sluiten
2.2.3 Noodstroomaggregaat
Bij de installatie is uw toestel met het elektriciteitsnet
van de woning verbonden. In het geval dat u, bij uitval
van de openbare elektriciteitsvoorziening, het toestel in
bedrijf wilt houden met behulp van een noodstroom-
4
4
aggregaat, moet deze voldoen aan dezelfde eisen voor
frequentie, spanning en aarding als de openbare
elektriciteitsvoorziening. De capaciteit van het
noodstroomaggregaat moet minimaal overeenstemmen
met het vermogen dat het toestel opneemt. Vraag uw
installateur om advies.
2.2.4 Lekkage (VHR...C combitoestel)
Bij lekkage van de warmwaterleiding, die is verbonden
tussen het toestel en het tappunt, dient u onmiddellijk
de waterstopkraan (2) van het toestel te sluiten.
Waarschuw uw installateur om de lekkage te verhelpen.
3 Fabrieksgarantie
Vaillant BV staat namens de fabriek in voor de goede
kwaliteit van fabricage en materiaal. Bedoelde garantie
beperkt zich tot materiaal- en fabricagefouten.
De garantie heeft een looptijd van twee jaar na feitelijke
werkende installatie van het toestel. In deze periode
worden de noodzakelijke onderdelen kosteloos ter
beschikking gesteld. Elke verdere aanspraak op garantie,
schadevergoeding, gevolgschade, is nadrukkelijk
uitgesloten.
Bovengenoemde fabrieksgarantie geldt uitsluitend en
alleen onder de volgende voorwaarden:
– Het toestel moet door een deskundige zijn geïnstal-
leerd volgens de voorwaarden en normen van de com-
petente instanties.
– Het toestel moet van een Nederlands toelatingsnum-
mer zijn voorzien, en toegelaten voor gebruik op de
Nederlandse markt. Eventuele aanpassingen van niet
voor de Nederlandse markt toegelaten toestellen,
kunnen en mogen alleen door Vaillant of door een door
Vaillant aangewezen installateur uitgevoerd worden.
Elke aanspraak op garantie vervalt bij het uitvoeren van
reparaties, wijzigingen of aanpassingen en/of monteren
van niet Vaillant onderdelen zonder voorafgaande
toestemming van Vaillant Nederland. Daarnaast vervalt
elke aanspraak op garantie bij montage in afwijking van
de landelijke en plaatselijk geldende voorschriften.
De bij de garantiekaart behorende kaart dient ingevuld
en binnen acht dagen na installatiedatum ondertekend,
en voorzien van een stempel van de installerende
installateur, aan ons te worden verzonden.
De garantie geldt bij normaal huishoudelijk gebruik in
overeenstemming met de installatievoorschriften.
Uitdrukkelijk van garantie uitgesloten is gebruik voor
andere doeleinden dan in de gebruiksaanwijzing
vermeld. Ook toestellen die defect geraakt zijn door
overbelasting, bevriezing en verwaarlozing en
onderdelen die vallen onder de normale gebruiksslijtage,
zijn uitgesloten van garantie.
Aanspraken tijdens de garantieperiode hebben geen
verlenging van de garantieperiode tot gevolg.
Elke aanspraak op garantie vervalt indien het toestel
niet overeenkomstig de strekkende voorschriften wordt
onderhouden.
Bedieningshandleiding HR Gaswandketel hrEXCLUSIEF