Afb. B.18: Toestel/cv-installatie vullen
Voor u gaat vullen, moet u weten waar het vul-/
aftappunt van de cv-installatie zich bevindt (vraag uw
installateur om advies).
Voor het vullen gaat u als volgt te werk:
• Open alle radiatorkranen.
• Bevestig de vul-/aftapslang aan het vul-/aftappunt van
de cv-installatie.
• Bevestig de andere zijde van de vulslang op een waterkraan
• Open de vul-/aftapkraan en waterkraan langzaam en
vul de cv-installatie tot de manometer op het toestel
de juiste druk aangeeft.
• Sluit de vul-/aftapkraan en waterkraan.
• Ontlucht alle radiatoren.
• Controleer nogmaals de druk die de manometer aan-
geeft, vul zonodig bij (omdat door het ontluchten de
druk weer lager is geworden).
• Sluit de vul-/aftapkraan en waterkraan en verwijder de
vulslang.
4.9 Toestel/cv-installatie aftappen
Voor u gaat aftappen, moet u weten waar het vul-/
aftappunt van de cv-installatie zich bevindt (vraag uw
installateur om advies).
Voor het aftappen gaat u als volgt te werk:
• Schakel het toestel uit door de hoofdschakelaar in
de stand „0" te zetten en neem de stekker uit de
wandcontactdoos.
• Open alle radiatorkranen.
• Bevestig de vul-/aftapslang aan het vul-/aftappunt van
de cv-installatie.
• Zorg er voor dat de andere zijde van de vulslang het
water op verantwoorde wijze kan afvoeren.
• Open de vul-/aftapkraan langzaam en tap de
cv-installatie af.
• Draai de radiatorontluchtingskraantjes open (begin
met de hoogst gelegen radiatoren) en wacht tot er
geen water meer uit de vul-/aftapslang loopt.
• Sluit de vul-/aftapkraan en de radiatorontluchtings-
kraantjes.
Bedieningshandleiding HR Gaswandketel hrEXCLUSIEF
4.10 Schoonmaken
Het schoonmaken beperkt zich voor u als gebruiker tot
de buitenzijde van het toestel. De mantel kunt u reinigen
met een vochtige doek met wat zeep. Gebruik geen
schurende of etsende reinigingsmiddelen die de lak of
het kunststof kunnen aantasten.
4.11 Inspectie/onderhoud
Het is aan te bevelen voor uw veiligheid en de
bedrijfzekerheid/levensduur van het toestel om jaarlijks
een inspectie te laten uitvoeren of onderhoud
noodzakelijk is.
U kunt hiervoor bij de meeste installatiebedrijven een
onderhoudscontract afsluiten.
Gevaar!
Probeer nooit zelf onderhouds- of reparatie-
werkzaamheden aan uw toestel uit te voeren.
Laat dit uitsluitend doen door een deskundige
installateur. Het achterwege laten van onder-
houd kan de bedrijfzekerheid nadelig
beïnvloeden en kan schade berokkenen aan
zaken of personen.
4.12 Vorstbeveiliging
Wees ervan overtuigd dat bij uw afwezigheid gedurende
een vorstperiode de cv-installatie in bedrijf kan blijven
door in alle kamers de radiatorkranen open te houden.
Uw toestel is voorzien van een vorstbeveiliging. Zakt de
cv-watertemperatuur in het toestel tot onder de 5° C,
dan komt het toestel in bedrijf en warmt zich op tot ca.
30° C.
Let op!
Het beveiligen van de totale cv-installatie
tegen bevriezing kan niet worden
gegarandeerd.
De vorstbeveiliging in het toestel is alleen
actief wanneer de hoofdschakelaar is
ingeschakeld en het toestel met het lichtnet is
verbonden. Het beveiligen tegen bevriezen door
middel van antivries is niet toegestaan.
Antivries veroorzaakt beschadiging van
pakkingen en membranen. Tevens kan een
verhoogd geluidsniveau een gevolg zijn van de
veranderde viscositeit van het cv-water.
Voor eventuele gevolgschade zijn wij nimmer
aansprakelijk.
Een alternatief om de cv-installatie en het toestel te
beschermen tegen bevriezing, is om de gehele installatie
af te tappen.
Bediening 4
13
13