en zet het toestel aan.
Reinigen van de behuizing
Schakel voor het reinigen het toestel uit en trek
de stekker uit het stopcontact. Reinig de behui-
NL
zing van de Airfresh Clean Connect 500 met een
licht vochtige doek.
10. Vervangen van het filter
Het combifilter moet na ca. 4320 bedrijfsuren
worden vervangen door een nieuw exemplaar.
Na ca. 4320 bedrijfsuren gaat de indicatie voor
filter vervangen automatisch knipperen op de
bedieningsconsole (REPLACE FILTER) van het
toestel. Gebruik uitsluitend het originele Soehn-
le-filter!
Vervanging van het filter gaat als volgt:
1. Zet het toestel uit en trek de stekker uit het
stopcontact.
2. Open het apparaat, zoals hiervoor beschreven
in hoofdstuk 9 en haal de combifilter eruit
(2.4). "
3. Plaats een nieuw combifilter in de behuizing.
Stel vast dat de nieuwe filtereenheid goed
geplaatst is.
4. Sluit het toestel en draai de schroefsluiting
vast. Zet het toestel weer rechtop en plaats
het op een stabiele ondergrond.
5. Sluit de stroomkabel weer aan op een con-
tactdoos en zet het toestel aan.
6. Druk op de rode "Resetknop" om de be-
drijfsurenteller op nul te zetten. De knop zit
achter de drie ingangssleuven aan de zijkant
van het toestel (1.1). Gebruik een dun voor-
werp om de knop in te drukken (bijv. een pa-
perclip). Een geluidsignaal klinkt en het con-
trolelampje ter indicatie van het filter vervan-
gen dooft. De bedrijfsurenteller is nu weer
gereset.
38
11. Transport en opslag
Transport
WAARSCHUWING!
Het toestel altijd uitschakelen voor transport.
Trek altijd de netstekker uit het stopcontact.
Opslag
Wij adviseren dat uw Airfresh Clean Connect 500
zorgvuldig wordt gereinigd voordat het toestel
wordt opgeborgen. Let erop dat alle onderdelen
schoon en droog zijn voordat het toestel wordt
opgeborgen. De Airfresh Clean Connect 500 op-
bergen op een koele droge plaats.
12. Probleemoplossen
Voordat volgende controles worden uitgevoerd,
eerst het toestel uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken.
Probleem: Het toestel werkt niet
• Stel vast dat de Airfresh Clean Connect 500
op een stroombron is aangesloten.
• Stel vast dat filter goed is geplaatst.
• Stel vast dat de onderkant correct zit en met
de schroefsluiting goed is vastgedraaid.
Probleem: Onvoldoende luchtstoom
• Stel vast dat het filter schoon is. Maak het
schoon indien dit verontreinigd is.
• Stel vast dat de lucht in- en uitlaten niet zijn
verstopt of door obstakels worden geblokkeerd.
Probleem: Overmatige geluidsproductie
• Stel vast dat er geen vuildeeltjes in de venti-
lator zitten en verwijder deze zo nodig.
• Stel vast dat het filter schoon is. Maak het
schoon indien dit verontreinigd is.
• Stel vast dat filter goed is geplaatst.
• Stel vast dat het toestel stabiel en recht op
een stevige ondergrond staat.