Technische gegevens
9.2
Bedrijfsbereik van de warmtepomp zonder bijver-
warming
De warmtepomp wordt bij circa – 20 °C respectievelijk +35 °C uitge-
schakeld. De verwarming en warmwatervoorziening worden dan door de
binnenunit of door een externe warmtebron overgenomen. De warmte-
pomp start weer als de buitentemperatuur hoger wordt dan circa –
17 °C of lager dan +32 °C. In de koelmodus wordt de warmtepomp bij
circa +45 °C uitgeschakeld en start weer bij circa +42 °C.
9.3
Koudemiddelcircuit
EL1
PL3
TA4
TT
Afb. 21 Koudemiddelcircuit
[EC1]
Warmtewisselaar (condensor)
[EL1]
Verdamper
[ER1]
Compressor
[JR0]
Lage-druk-voeler
[JR1]
Hoge-druk-voeler
[MR1]
Hogedrukschakelaar
[PL3]
Ventilator
[TA4]
Temperatuursensor opvangkuip
[TC3]
Temperatuursensor warmtedrageruitgang
[TL2]
Temperatuursensor luchtingang
[TR1]
Temperatuursensor compressor
[TR3]
Temperatuursensor condensorretour (vloeistof), cv-bedrijf
[TR4]
Temperatuursensor verdamperretour (vloeistof), koelmodus
20
TR1
TT
TR6
TT
ER1
TR5
TT
TL2
TT
VR1
TR4
M
TT
T0[°C]
1
60
55
50
45
35
30
25
20
15
10
-30
-20
-10
Afb. 20 Buitenunit zonder bijverwarming
[1]
Maximale aanvoertemperatuur (T0)
[2]
Buitentemperatuur (T1)
MR1
JR1
PS
PT
JR0
M
VR4
PT
VR0
M
[TR5]
Temperatuursensor zuiggas
[TR6]
Temperatuursensor stookgas
[VR0]
Elektronisch expansieventiel 2 (condensor)
[VR1]
Elektronisch expansieventiel 2 (verdamper)
[VR4]
4-wegklep
Compress 7400i AW – 6721840488 (2023/11)
0
10
20
30
40
2
TC3
EC1
TT
TR3
TT
T1[°C]