NEDERLANDS
Een verwarmingsfunctie instellen
1. Draai aan de knop van de
verwarmingsfuncties om een
verwarmingsfunctie te selecteren.
2. Draai aan de regelknop om de
temperatuur te kiezen. Druk op
om te bevestigen.
Het lampje gaat aan wanneer de oven in
werking is.
3. Om de oven uit te schakelen, draait u
de knop voor de verwarmingsfuncties
naar de uitstand.
Draai de bedieningsknop om tijdens
bereiding de temperatuur te wijzigen.
Draai aan de verwarmingsfunctieknop om
tijdens bereiding een verwarmingsfunctie te
wijzigen en druk op
Instellen van de functie:Directe Stoom
Deze functie verhoogt de vochtigheid
tijdens het koken.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brandwonden en schade aan het
apparaat.
Vrijgekomen vocht kan brandwonden
veroorzaken. Open de ovendeur niet
wanneer deze functie in werking is. Nadat
de functie gestopt is, dient u de deur
voorzichtig te openen.
1. Vul de uitsparing in de ovenruimte met
kraanwater.
om te bevestigen.
De maximumcapaciteit van de
uitsparing in de ovenruimte is 250 ml.
Vul uitsluitend de uitsparing van de
ovenruimte met water als de oven koud
is.
Let op! Vul de uitsparing in
de ovenruimte niet bij tijdens
de bereiding of als de oven
heet is.
2. Plaats voedsel in de oven en sluit de
ovendeur.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en
tips'.
3. Stel de functie in: Directe Stoom
4. Draai aan de regelknop om de
temperatuur in te stellen. Druk op
om te bevestigen.
5. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-stand
om de oven uit te schakelen.
6. Verwijder het water uit de uitsparing
van de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Controleer of de oven is
afgekoeld voordat u het
resterende water uit de
ovenuitsparing verwijdert.
Indicatielampje bij voorverwarmen
Wanneer de ovenfunctie actief is,
verschijnen de balkjes in het display
voor één wanneer de temperatuur in de
oven stijgt en verdwijnen ze wanneer de
temperatuur daalt.
47
.
één