Inhoudsopgave
Advertenties
13 Regeling voor verwarming en warm water
13.6
De buffervoeler wordt aan klem Z37 aangesloten.
De ingestelde buffertemperatuur regelt de ketelvraag. De pompuitgang X16 (UW) en
X38(PWM) worden voor de bufferlaadpomp gebruikt. Onder de 60°C wordt niets
aangestuurd.
Op de ingang Z27 en Z28 kan een ruimtethermostaat aangesloten worden. Deze
stuurt via de pompuitgang Z17 (HK) en de uitgangen X39 en X40 de beide verwar-
mingspompen aan. Het warmwater wordt door een verswaterstation of een doorstro-
mer in het buffervat geregeld. De warmwatervoeler (Z20) wordt in het buffervat aan-
gebracht en regelt de ketelvraag buiten de verwarmingstijden. De ketelrestwarmte
wordt in het buffervat afgegeven
Hydraulisch schema regelingsvariante E:
Warmteafnemers zijn symbolisch voorgesteld en kunnen gewijzigd worden.
Bij een verwarmingskring en warm warm water moet, om de aparte sturingen van de
pompen mogelijk te maken, gebruik gemaakt worden van PWM-pompen of de
externe relaisbox.
Regelingsvariante E
Z21
TI
Z16 Z38
Z37
Z27
TI
TI
TI
TI
Z20
Z39
Z40
Z17
Z17
55
50
Montagehandleiding
81
Advertenties
Inhoudsopgave
