Rookgassysteem Veiligheidsinrichtingen Bedrijf van een pelletketel met een bestaande ketel Gevaaraanwijzingen en veiligheidsvoorschriften Fundamentele veiligheidsvoorschriften Gevaaraanduidingen Wat te doen in noodsituaties 6 De Easypell Binnenbrengen van het ketellichaam Leveringstoestand Plaatsingsinstructies Bekledingselementen Demontage van de bekledingselementen 7.4.1 Demontage van de branderafdekking en de brander 7.4.2...
1 Geachte klant! Geachte klant! Deze handleiding helpt u het apparaat veilig, vakkundig en rendabel te bedienen. • • Lees de handleiding helemaal door en neem de veiligheidsvoorschriften in acht. Bewaar alle documentatie die bij dit apparaat wordt geleverd, zodat u de infor- •...
De verwarmingsinstallatie voldoet aan alle voor dit type apparaat relevante richtlijnen, verordeningen en normen in het kader van de conformiteitverklaring van de CE-mar- kering. De Easypell voldoet aan alle voor dit type apparaat relevante richtlijnen, verorde- ningen en normen in het kader van de conformiteitverklaring van de CE-markering. EU-richtlijnen...
3 Opbouw van de veiligheidsinstructies Opbouw van de veiligheidsinstructies De veiligheidsvoorschriften worden aangeduid met symbolen en signaalwoorden. Opbouw van de veiligheidsinstructies Letselrisico Gevolgen van het gevaar Vermijden van het gevaar GEVAAR Gevaar — geeft een situatie aan die fataal of levensbedreigend letsel tot gevolg kan hebben.
4 Voorwaarden voor het opstellen van een pelletketel Voorwaarden voor het opstellen van een pelletketel Voor het gebruik van een volautomatische pelletketel moet aan de volgende voor- waarden worden voldaan. Richtlijnen en normen om een pelletketel op te stellen Overzicht van de relevante normen en richtlijnen bij de opstelling van een pelletke- tel.
4 Voorwaarden voor het opstellen van een pelletketel Verwarmingsruimte De verwarmingsruimte is de opstellingsruimte van de pelletketel. Veiligheidsvoorschriften voor de verwarmingsruimte GEVAAR Brandgevaar Sla geen brandbare materialen of vloeistoffen op in de buurt van de pelletketel. Laat uitsluitend bevoegde personen toe tot de verwarmingsruimte; houd kinderen ver verwijderd.
ÖNORM EN 13384-1 wor- den gebouwd. De rookgasafvoer moet worden geïsoleerd, en moet naar de schoor- steen stijgen en zo kort mogelijk zijn. Rozmiar kotła Easypell 16 Easypell 20 Easypell 25 Easypell 32 Średnica rury odprowadzania...
4 Voorwaarden voor het opstellen van een pelletketel Veiligheidsinrichtingen De volgende veiligheidsinrichtingen zijn voorwaarde voor een veilig bedrijf van uw installatie. Noodstopknop Iedere verwarmingsinstallatie moet uitschakelbaar zijn met een NOODSTOP-knop. De NOODSTOP-knop moet zich buiten de verwarmingsruimte bevinden. Veiligheidsklep De hydraulische installatie moet voorzien zijn van een veiligheidsklep. Wanneer de drukin de verwarmingsinstallatie hoger wordt dan maximaal 3 bar, opent de klep.
5 Gevaaraanwijzingen en veiligheidsvoorschriften Gevaaraanwijzingen en veiligheidsvoorschriften Het in acht nemen van de instructies is voorwaarde voor een veilige bediening van de verwarmingsinstallatie. Fundamentele veiligheidsvoorschriften • Breng uzelf nooit in gevaar. Uw eigen gezondheid staat bovenaan. Houd kinderen verwijderd van de verwarmings- en opslagruimte. •...
Pagina 13
EN 14961-2 klasse A1. LET OP Materiële schade Laat de verwarmingsinstallatie niet draaien wanneer deze of delen ervan in contact zijn gekomen met water. Laat de verwarmingsinstallatie bij waterschade controleren door een Eco Engineering-servicemonteur en vervang beschadigde onderdelen. Montagehandleiding...
5 Gevaaraanwijzingen en veiligheidsvoorschriften Wat te doen in noodsituaties Wat te doen bij brand Schakel de verwarmingsinstallatie uit. • Bel de brandweer. • Gebruik een goedgekeurde brandblusser (brandklasse ABC). • Wat te doen bij een rookgasgeur Schakel de verwarmingsinstallatie uit. •...
6 De Easypell De Easypell BlueBurn vermogenswaarden en types Stroomop biedt de BlueBurn met de volgende vermogens aan: 16, 20, 25 en 32kW. Het vermogen van de BlueBurn leest u op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan de achterkant van de BlueBurn.
Bekledingselementen 4. Demontage van de bekledingselementen Leveringstoestand Eco Engineering levert de pelletketel (Easypell) op een pallet. De Easypell is aansluit- gereed gemonteerd. Het bedieningsgedeelte van de ketelregeling is in het bedieningspaneel geïntegreerd. Kan een ketel niet gelijkvloers naar binnen worden gebracht, verwijdert u de panelen, de brander en de regelunit.
Pagina 18
7 Binnenbrengen van het ketellichaam Ketelafmetingen 90 mm Afmetingen in mm Easypell 16 Easypell 20 Easypell 25 Easypell 32 A: Voorloop & Terugloop 1120 1310 B: Breedte pelletketel totaal 1145 1145 C: Breedte ketelbekleding D: Aansluithoogte rookgaspijp 1155 1350 E: Diameter rookgaspijp...
Pagina 19
7 Binnenbrengen van het ketellichaam Noodzakelijke minimumafstanden Voor een correct, economisch bedrijf en onderhoud van de verwarmingsinstallatie moet u bij het opstellen van de ketel de hieronder vermelde minimumafstanden tot omliggende constructies in acht nemen. Neem bij het opstellen tevens de voor uw land verplichte minimumafstanden tot de rookgaspijp in acht.
7 Binnenbrengen van het ketellichaam Bekledingselementen De bekledingselementen omhullen de ketel. Deze voorkomen het contact met hete, bewegende en stroomvoerende onderdelen. Ze geven de Stroomop -pelletketel zijn onmiskenbare uitstraling. Paneeldeksel pelletreservoir Keteldeur Paneeldeksel ketel Complete pelletvoorraad Zijpaneel ketel Deksel pelletvoorraad Ketelfrontpaneel Paneel pelletreservoir Demontage van de bekledingselementen...
8 Vermogensaanpassing Vermogensaanpassing Bij pelletketels van ÖkoFEN kan het warmtewisselaaroppervlak in een pelletketel wor- den veranderd. Dat gebeurt door het openen of sluiten van de warmtewisselaarbui- zen. Daardoor is het nominale vermogen van de pelletketel overeenkomstig aan te passen. ÖkoFEN levert de pelletketel met het formaat met het hieronder vermelde nominale vermogen.
Pagina 26
8 Vermogensaanpassing Aantal te verwijderen of toe te voegen reinigingsveren (wirbulatoren): Ketelvermogens Ketelvermogen af volgens typepla- fabriek 16 kW 16 kW Geen aanpassing nodig 20 kW 16 kW Voeg 4 wirbulatoren toe 25 kW 25 kW Geen aanpassing nodig 32 kW 25 kW Voeg 4 wirbulatoren toe Enkel de instelling van de installatie door een geautoriseerd vakman kan een optimaal...
9 Hydraulische aansluiting Hydraulische aansluiting De hydraulische aansluitingen bevinden zich aan de bovenzijde van de ketel. GEVAAR Explosiegevaar U mag de pelletketel alleen aansluiten wanneer een erkende installateur de hydrauli- sche installatie volledig voorzien heeft van alle veiligheidsinrichtingen. LET OP Waterschade, schade aan de pelletketel De hydraulische aansluiting van de pelletketel mag uitsluitend door een erkende installateur worden uitgevoerd.
Pagina 28
9 Hydraulische aansluiting Aanvoer Retour Aftapaansluiting Veiligheidsklep Expansievat Beide T-stukken bevinden zich in de aslade en moeten bij de opstelling direct aan de hydraulische aansluitingen gemonteerd worden. Montagehandleiding...
10 Zekeringen - ketelregeling Zekeringen - ketelregeling De ketelregeling bevindt zich op de Easypell pelletketel zelf, achter het voorste ketel- paneel. De sturing regelt de verbrandingsprocedure en de brandstoftoevoer. De ketelsturing is door middel van een busleiding verbonden met het bediendeel.
10 Zekeringen - ketelregeling Type zekering Afgezekerde aansluitingen F1: Zekering T 3,15A LUFT, ES, ZUEND 2 F2: Zekering T 3,15A UW, RM, SZ 3 F3: Zekering T 315mA interne voeding 4 F5: Zekering T 1A Z28, Z30 LET OP Materiële schade Let op de verschillende sterktes van zekering bij het wisselen.
Pagina 31
10 Zekeringen - ketelregeling Aanduiding Nummer Stroom- Naam van de voeler, motor of pomp spanning Z25 (BSK) 1 2 3 4 5 6 24 Volt Brandbeveiligingsklep (Belimo) Z16 (UW) 13 PE N 230 Volt Pomp verwarmingskring + thermostaat Warmwaterpomp/bufferlaadpomp (actief als warmwater- Z17 (HK) N PE 14 230 Volt...
10 Zekeringen - ketelregeling 10.2 Kabelaanleg Herstellen van de kabelaanleg na de demontage van bekledings- of constructieon- derdelen. GEVAAR Elektrische schokken Maak voor aanvang van de werkzaamheden de ketel stroomloos. Om een veilige kabelaanleg te kunnen garanderen, dient u de volgende instructies in acht te nemen: Kabels mogen niet: over bewegende onderdelen,...
10 Zekeringen - ketelregeling 10.3 Aansluitschema's Op de aansluitschema's van de ketelregeling vindt u de gedetailleerde, technische informatie voor de elektromonteur. GEVAAR Elektrische schokken Uitsluitend een bevoegde vakman mag de elektrische aansluiting van de pelletketel uitvoeren. Schakel de gehele verwarmingsinstallatie stroomloos voordat u werkzaam- heden verricht aan de pelletketel.
Pagina 34
10 Zekeringen - ketelregeling Montagehandleiding...
Pagina 35
10 Zekeringen - ketelregeling Montagehandleiding...
11 Inbedrijfname Inbedrijfname Na het plaatsen van de ketel, het voltooien van de hydraulische installatie en de elek- trotechnische installatie vindt de ingebruikneming plaats. LET OP Dichtheid van de brandkamer Om zeker te zijn van een storingsvrije werking moet de dichtheid van de brandkamer verzekerd zijn.
12 Starten van de pelletketel Starten van de pelletketel De navigatie-iconen Icoonweer- Beschrijving gave Met de pijl omhoog gaat u naar de vorige menuweergave. Met de pijl omlaag gaat u naar de volgende menuweergave. Als dit symbool wordt getoond, kan de ingestelde waarde worden gewijzigd.
Pagina 38
12 Starten van de pelletketel Weergave systeemstatus Icoonweer- Beschrijving gave Naloop Onderdrukingang onderbroken Buffer Buffervoeler voelerbreuk Ketel Warmwater Warmwatervoeler voelerbreuk Reiniging Neem in acht: Deze melding verschijnt als het reservoirdeksel langer dan 20 seconden openstaat. Waarschuwing Vermogensbrand Veiligheidstemperatuurbegrenzer is geactiveerd Deksel voorraad open Ontsteking Ketelvoeler voelerbreuk...
Pagina 39
12 Starten van de pelletketel Icoonweer- Beschrijving gave Brandercontact gesloten Pomp actief Temperatuur te laag De buitentemperatuurregeling is actief Montagehandleiding...
13 Regeling voor verwarming en warm water Regeling voor verwarming en warm water Er staan 5 variantes ter beschikking: Variante A: Brandervraag via contact Z26, pomp uitgang Z16, geen warmwater. Variante B: Verwarmingskring direct via thermostaat, warmwaterregeling. Variante C: Verwarmings- en warmwaterregeling. Variante D: Buffer-, verwarming- en warmwaterregeling voor friswaterstation of doorstromer.
13 Regeling voor verwarming en warm water 13.2 Regelingsvariante A Door het brandercontact wordt de ketel gestart. De pompen aan de uitgang Z38 (UW) worden vanaf een keteltemperatuur van 60°C actief Externe Verwarmingsrege- laar. Bij het gebruik van een externe verwarmingsregeling wordt ingang Z26 als brander- contact gebruikt.
Pagina 42
13 Regeling voor verwarming en warm water Aansluitschema regelingsvariante A: De totale leidingslengte van de verwarmingspompen mag niet langer zijn dan 100m! Montagehandleiding...
13 Regeling voor verwarming en warm water 13.2.1 Ingebruikname bij regelingsvariante A Na ingave code: Weergave van de actuele keteltemperatuur. Instelling van de gewenste keteltemperatuur. De temperatuur kan ingesteld worden tussen 70° C en 90° C als een hoger temperatuur of een groter modulatiebereik nodig is.
Pagina 44
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling tijdsprogramma van de ketel. verschijnen de start- en de stoptijd. Actieveer de tijden met Tijdens de geactiveerde tijd brandt de ketel altijd tot de uitschakeltemperatuur zonder rekening te houden met contact Z26. Buiten de tijd, contact Z26 activeert de ketel.
Pagina 45
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling temperatuurseenheid ° Celsius • ° Fahrenheit • Instelling modus brandervraag Keuze tussen constant aan/uit of impulsmodus.Bij impulsmodus brandt de ketel na de start tot hij de afschakeltemperatuur bereikt. Instelling bedrijfsmodus Montagehandleiding...
Pagina 47
13 Regeling voor verwarming en warm water Verlengde invoer. Bij activering van deze actie worden de pellets bij de volgende keer stoken gedurende maximaal drie cycli langer ingevoerd dan standaard. Deze functie wordt na eenmalige activering auto- matisch teruggesteld, en dient voor sneller aanste- ken bij lege brandervijzel.
Pagina 48
13 Regeling voor verwarming en warm water Aanduiding van de ketelstatus Werkelijke keteltemperatuurr Gewenste keteltemperatuur Montagehandleiding...
13 Regeling voor verwarming en warm water 13.3 Regelingsvariante B De verwarmingskringen kunnen door een ruimtethermostaat in de pompschakeling de brandervraag starten. Zodra de ketel 60°C bereikt, wordt een signaal op Z17(HK) actief. Nadat de thermostaat de pomp onderbreekt, loopt de ketel nog verder tot de uitschakeltemperatuur bereikt is.
Pagina 50
13 Regeling voor verwarming en warm water Aansluitschema regelingsvariante B: De totale leidingslengte van de verwarmingspompen mag niet langer zijn dan 100m! Montagehandleiding...
13 Regeling voor verwarming en warm water 13.3.1 Ingebruikname bij regelingsvariante B Na ingave code: Weergave van de actuele keteltemperatuur. Instelling van de gewenste keteltemperatuur. De temperatuur kan ingesteld worden tussen 70° C en 90° C als een hoger temperatuur of een groter modulatiebereik nodig is.
Pagina 52
13 Regeling voor verwarming en warm water Aanduiding van de werkelijke warmwatertempera- tuur. Instelling van de gewenste warmwatertemperatuur. De gewenste temperatuur kan tussen 30° C en 75° C ingesteld worden. Instelling warmwatervoorrang. Hierbij worden tijdens de warmwatertijden de ver- warmingskringen slechts ingeschakeld als het warmwater op temperatuur is.
Pagina 53
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling van tijdsprogramma voor warmwater. verschijnen de start- en de stoptijd Actieveer de tijden met Tijdens de geactiveerde tijd regelt de boiler zich naar de waarden die door de warmwatersensor worden aangegeven. De warmwaterregeling wordt buiten de ingestelde tijden niet geactiveerd! Instelling van de buitentemperatuurregeling Hier kan u de temperaturen voor het maximale en mini-...
Pagina 54
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling pomptype: Z16/38 A-klasse pomp 230V met of zonder PWM 1- • Signaal PWM verwarming • Asynchrone pomp – signaal 230VAC – getakt! A-klasse pomp PWM 2 – Signaal PWM zon • Instelling temperatuurseenheid °...
Pagina 56
13 Regeling voor verwarming en warm water Verlengde invoer. Bij activering van deze actie worden de pellets bij de volgende keer stoken gedurende maximaal drie cycli langer ingevoerd dan standaard. Deze functie wordt na eenmalige activering auto- matisch teruggesteld, en dient voor sneller aanste- ken bij lege brandervijzel.
Pagina 57
13 Regeling voor verwarming en warm water Aanduiding van de ketelstatus Werkelijke keteltemperatuurr Gewenste keteltemperatuur Werkelijke warmwatertemperatuur 4. Gewenste warmwatertemperatuur Montagehandleiding...
13 Regeling voor verwarming en warm water 13.4 Regelingsvariante C Tot drie verwarmingskringen kunnen via een ruimtethermostaat of tijdsprogramma’s aangesloten worden. Via de ingangen X26, X27 en X28 kan een ruimtethermostaat (ON/OFF) aangesloten worden. De 230V voeding van de pomp gebeurt via de uit- gang Z17 (HK) wanneer de keteltemperatuur >60°C is.
Pagina 59
13 Regeling voor verwarming en warm water Aansluitschema regelingsvariante C: De totale leidingslengte van de verwarmingspompen mag niet langer zijn dan 100m! Montagehandleiding...
13 Regeling voor verwarming en warm water 13.4.1 Ingebruikname bij regelingsvariante C Na ingave code: Weergave van de actuele keteltemperatuur. Instelling van de gewenste keteltemperatuur. De temperatuur kan ingesteld worden tussen 70° C en 90° C als een hoger temperatuur of een groter modulatiebereik nodig is.
Pagina 61
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling tijdsprogramma Verwarmingskring 1. verschijnen de start- en de stoptijd. Actieveer de tijden met OK. Tijdens de geactiveerde tijd brandt de ketel altijd tot de uitschakeltemperatuur zonder rekening te houden met contact Z26. Buiten de tijd, contact Z26 activeert de ketel.
Pagina 62
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling vermogen verwarmingspom 2. Het vermogensbereik kan tussen 30 -100% inge- steld worden. Voor normaal gebruik kan een instel- ling van 30 - 70% gekozen worden. Bij hogere instelling kan geluid optreden. Instelling tijdsprogramma Verwarmingskring 3. verschijnen de start- en de stoptijd.
Pagina 63
13 Regeling voor verwarming en warm water Aanduiding van de werkelijke warmwatertempera- tuur. Instelling van de gewenste warmwatertemperatuur. De gewenste temperatuur kan tussen 30° C en 75° C ingesteld worden. Instelling warmwatervoorrang. Hierbij worden tijdens de warmwatertijden de ver- warmingskringen slechts ingeschakeld als het warmwater op temperatuur is.
Pagina 64
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling tijdsprogramma Warmwater. verschijnen de start- en de stoptijd. Activeer de tijden met Tijdens de geactiveerde tijd regelt de boiler zich naar de waarden die door de warmwatersensor worden aangegeven. De warmwaterregeling wordt buiten de ingestelde tijden niet geactiveerd! Instelling van de buitentemperatuurregeling Hier kan u de temperaturen voor het maximale en mini-...
Pagina 65
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling temperatuurseenheid ° Celsius • • ° Fahrenheit Instelling bedrijfsmodus Montagehandleiding...
Pagina 67
13 Regeling voor verwarming en warm water Verlengde invoer. Bij activering van deze actie worden de pellets bij de volgende keer stoken gedurende maximaal drie cycli langer ingevoerd dan standaard. Deze functie wordt na eenmalige activering auto- matisch teruggesteld, en dient voor sneller aanste- ken bij lege brandervijzel.
Pagina 68
13 Regeling voor verwarming en warm water Aanduiding van de ketelstatus Verwarmingskring 1 Verwarmingskring 2 Verwarmingskring 3 4. Werkelijke keteltemperatuurr Gewenste keteltemperatuur Werkelijke warmwatertemperatuur Gewenste warmwatertemperatuur Montagehandleiding...
13 Regeling voor verwarming en warm water 13.5 Regelingsvariante D Op de ingang Z27 en Z28 kan een ruimtethermostaat aangesloten worden. Deze stuurt via de pompuitgang Z17 (HK) en de uitgangen X39 en X40 de beide ver- warmingspompen aan. Het warmwater wordt door een verswaterstation of een doorstromer in het buffervat geregeld.
Pagina 70
13 Regeling voor verwarming en warm water Aansluitschema regelingsvariante D: De totale leidingslengte van de verwarmingspompen mag niet langer zijn dan 100m! Montagehandleiding...
13 Regeling voor verwarming en warm water 13.5.1 Ingebruikname bij regelingsvariante D Na ingave code: Weergave van de actuele keteltemperatuur. Instelling van de gewenste keteltemperatuur. De temperatuur kan ingesteld worden tussen 70° C en 90° C als een hoger temperatuur of een groter modulatiebereik nodig is.
Pagina 72
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling tijdsprogramma Verwarmingskring 1. verschijnen de start- en de stoptijd. Actieveer de tijden met OK. Tijdens de geactiveerde tijd brandt de ketel altijd tot de uitschakeltemperatuur zonder rekening te houden met contact Z27. Buiten de tijd, contact Z27 activeert de ketel.
Pagina 73
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling vermogen verwarmingspom 2. Het vermogensbereik kan tussen 30 -100% inge- steld worden. Voor normaal gebruik kan een instel- ling van 30 - 70% gekozen worden. Bij hogere instelling kan geluid optreden. Aanduiding van de werkelijke warmwatertempera- tuur.
Pagina 74
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling warmwatervoorrang. Hierbij worden tijdens de warmwatertijden de ver- warmingskringen slechts ingeschakeld als het warmwater op temperatuur is. Instelling hysterese warmwater. Instelbereik tussen 5 en 20K. Instelling tijdsprogramma Warmwater. verschijnen de start- en de stoptijd. Activeer de tijden met Tijdens de geactiveerde tijd regelt de boiler zich naar de waarden die door de warmwatersensor...
Pagina 75
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling gewenste buffertemperatuur. De temperatuur kan tussen 30° C en 75° C inge- steld worden. Instelling hysterese gewenste buffertemperatuur. De hysterese kan ingesteld worden tussen 5K en 20K. Is het verschil met de gewenste temperatuur groter dan ingesteld, dan start de ketel.
Pagina 76
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling van de buitentemperatuurregeling Hier kan u de temperaturen voor het maximale en mini- male ketelvermogen instellen. Instelbereik maximum vermogen : -10° C tot + 6° C Instelbereik minimum vermogen : +7° C tot + 25° C Instelling van het nominale ketelvermogen.
Pagina 77
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling bedrijfsmodus Montagehandleiding...
Pagina 79
13 Regeling voor verwarming en warm water Verlengde invoer. Bij activering van deze actie worden de pellets bij de volgende keer stoken gedurende maximaal drie cycli langer ingevoerd dan standaard. Deze functie wordt na eenmalige activering auto- matisch teruggesteld, en dient voor sneller aanste- ken bij lege brandervijzel.
Pagina 80
13 Regeling voor verwarming en warm water Aanduiding van de ketelstatus Verwarmingskring 1 Verwarmingskring 2 warmwater 4. Buffer werkelijke temperatuur actuele, nodige buffertemperatuur (afhankelijk van de actuele situatie) ingestelde gewenste buffertemperatuur Verwarmingskring-Pomp vrijgavetemperatuur (Buffermodus) Werkelijke keteltemperatuurr Gewenste keteltemperatuur 10. Werkelijke warmwatertemperatuur 11.
13 Regeling voor verwarming en warm water 13.6 Regelingsvariante E De buffervoeler wordt aan klem Z37 aangesloten. De ingestelde buffertemperatuur regelt de ketelvraag. De pompuitgang X16 (UW) en X38(PWM) worden voor de bufferlaadpomp gebruikt. Onder de 60°C wordt niets aangestuurd. Op de ingang Z27 en Z28 kan een ruimtethermostaat aangesloten worden.
Pagina 82
13 Regeling voor verwarming en warm water Aansluitschema regelingsvariante E: De totale leidingslengte van de verwarmingspompen mag niet langer zijn dan 100m! Montagehandleiding...
13 Regeling voor verwarming en warm water 13.6.1 Ingebruikname bij regelingsvariante E Na ingave code: Weergave van de actuele keteltemperatuur. Instelling van de gewenste keteltemperatuur. De temperatuur kan ingesteld worden tussen 70° C en 90° C als een hoger temperatuur of een groter modulatiebereik nodig is.
Pagina 84
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling tijdsprogramma Verwarmingskring 1. verschijnen de start- en de stoptijd. Actieveer de tijden met OK. Tijdens de geactiveerde tijd brandt de ketel altijd tot de uitschakeltemperatuur zonder rekening te houden met contact Z27. Buiten de tijd, contact Z27 activeert de ketel.
Pagina 85
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling warmwatervoorrang. Hierbij worden tijdens de warmwatertijden de ver- warmingskringen slechts ingeschakeld als het warmwater op temperatuur is. Instelling hysterese warmwater. Instelbereik tussen 5 en 20K. Instelling tijdsprogramma Warmwater. verschijnen de start- en de stoptijd. Activeer de tijden met Tijdens de geactiveerde tijd regelt de boiler zich naar de waarden die door de warmwatersensor...
Pagina 86
13 Regeling voor verwarming en warm water Aanduiding actuele buffertemperatuur. Instelling gewenste buffertemperatuur. De temperatuur kan tussen 30° C en 75° C inge- steld worden. Instelling hysterese gewenste buffertemperatuur. De hysterese kan ingesteld worden tussen 5K en 20K. Is het verschil met de gewenste temperatuur groter dan ingesteld, dan start de ketel.
Pagina 87
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling van de buitentemperatuurregeling Hier kan u de temperaturen voor het maximale en mini- male ketelvermogen instellen. Instelbereik maximum vermogen : -10° C tot + 6° C Instelbereik minimum vermogen : +7° C tot + 25° C Instelling van het nominale ketelvermogen.
Pagina 88
13 Regeling voor verwarming en warm water Instelling temperatuurseenheid ° Celsius • • ° Fahrenheit Instelling bedrijfsmodus Montagehandleiding...
Pagina 90
13 Regeling voor verwarming en warm water Verlengde invoer. Bij activering van deze actie worden de pellets bij de volgende keer stoken gedurende maximaal drie cycli langer ingevoerd dan standaard. Deze functie wordt na eenmalige activering auto- matisch teruggesteld, en dient voor sneller aanste- ken bij lege brandervijzel.
Pagina 91
13 Regeling voor verwarming en warm water Aanduiding van de ketelstatus Verwarmingskring 1 warmwater Buffer werkelijke temperatuur 4. actuele, nodige buffertemperatuur (afhankelijk van de actuele situatie) ingestelde gewenste buffertemperatuur Verwarmingskring-Pomp vrijgavetemperatuur (Buffermodus) Werkelijke keteltemperatuurr Gewenste keteltemperatuur Werkelijke warmwatertemperatuur 10. Gewenste warmwatertemperatuur Montagehandleiding...
13 Regeling voor verwarming en warm water 13.7 Instelling van het tijdprogramma • Verwarmingstijd 1 Verwarmingstijd 2 • Met de bevestigingstoets een wijziging opvragen, daarna met de pijltoets naar de gewenste waarde gaan en deze selecteren met de bevestigingstoets. De waarde kan worden ingesteld door op de toet- sen te drukken.
14 Fabrieksinstelling ketelsturing Fabrieksinstelling ketelsturing Fabrieksinstelling ketel- Minimum Maximum sturing Pomptype bufferlaadpomp A-klasse verwarming Regeltemperatuur ketel 70 °C 70 °C 90 °C Afschakeltemperatuur 76 °C 76 °C 95 °C Buitenvoeler min. vermogen 8 °C 7 °C 25 °C Buitenvoeler max. vermogen 2 °C -10 °C 6 °C...
Technische gegevens Gegevens volgens de EU-verordening inzake ecologisch ontwerp 2015/1187 en 2015/1189 Typeaanduiding van het model Easypell Fabrikant en contactgegevens Eco Engineering 2050 GmbH Mühlgasse 9, 4132 Lembach, Austria Stookmodus Automatisch Ketel met rookgascondensor geen Verwarmingsketels voor vaste brandstoffen met...
Pagina 97
16 Technische gegevens Typeaanduiding van het model Easypell Seizoensgebonden emissies bij ruimteverwarming < 40 PM [mg/m < 20 OGC [mg/m < 500 CO [mg/m < 200 NOx [mg/m Aanvullende elektriciteitsverbruik Aanvullende elektriciteitsverbruik bij nominale warmteafgifte el Anvullende elektriciteitsverbruik bij 30 % van nominale...