58
13.4
Tot drie verwarmingskringen kunnen via een ruimtethermostaat of tijdsprogramma's
aangesloten worden. Via de ingangen X26, X27 en X28 kan een ruimtethermostaat
(ON/OFF) aangesloten worden. De 230V voeding van de pomp gebeurt via de uit-
gang Z17 (HK) wanneer de keteltemperatuur >60°C is. Via de klemmen Z38, Z39 en
Z40 wordt het PWM signaal gestuurd van de verwarmingspompen.
De werking van het PWM signaal kan ingesteld worden in het servicemenu. De warm-
waterboiler wordt geregeld via voeleringang Z20 (WW) en pompuitgang Z16 (UW).
De restwarmte wordt via Z16(UW) naar de warmwaterboiler afgeleid. Het pomptype
kan niet gekozen.
Hydraulisch schema regelingsvariante C:
Warmteafnemers zijn symbolisch voorgesteld en kunnen gewijzigd worden.
Er moet op worden gelet dat de verwarmingspomp pas inschakelt vanaf 60°C ketel-
temperatuur. Anders kan de ketel beschadigd raken.
Montagehandleiding
Regelingsvariante C
Z21
13 Regeling voor verwarming en warm water
Z26
Z27
TI
TI
TI
TI
Z40
Z39
Z38
Z17
Z17
Z17
TI
TI
Z28
TI
TI
TI
TI
Z16
55
50
Z20