Inhoudsopgave
Advertenties
LCO ETOOLS (Hulpmiddelen voor energiebesparing)
Menu LCO ETOOLS (Hulpmiddelen voor energiebesparing)
BRIGHTNESS (Helderheid)
CONTRAST (Contrast)
ECO MODE
(Energiebesparingsmodus)
OFF (Uit)
1
2
AUTO BRIGHTNESS
(Automatische helderheid)
OFF (Uit)
AAN (AMBIENT LIGHT
(Omgevingslicht))
BLACK LEVEL (Zwartniveau)
OFF MODE SETTING
(Instelling modus uit)
OFF (Uit)
ON (Aan)
SENSOR SETTING (OFF MODE
SETTING) (Sensorinstelling
(Instelling Modus uit))
START TIME (OFF MODE
SETTING) (Starttijd (Instelling
Modus uit))
*
1
: Raadpleeg
pagina 34
voor volledige informatie over "Auto Brightness" (Automatische helderheid).
Hiermee stelt u de algemene helderheid van het beeld en de achtergrond op het scherm in.
Als [ECO MODE] (Energiebesparingsmodus) is ingesteld op [1] of [2], wordt er een balk voor [CARBON
FOOTPRINT] (Koolstofvoetafdruk) weergegeven.
Hiermee stelt u de algemene helderheid van het beeld en de achtergrond op het scherm in voor het
niveau van het ingangssignaal.
OPMLRKIIG!:
Deze functie is uitgeschakeld als [L/B] (Gedempt blauw licht) is geselecteerd in het
Color Control System (Kleurenbeheersysteem).
Hiermee vermindert u het energieverbruik door het helderheidsniveau te verlagen.
OPMLRKIIG!:
Deze functie is uitgeschakeld wanneer [DV MODE] (DV-modus) (zie
ingesteld op [DYNAMIC] (Dynamisch).
Deze functie is uitgeschakeld wanneer het Color Control System (Kleurenbeheersysteem)
is ingesteld op [DICOM SIM.].
Werkt niet.
Stelt de helderheid in tussen 0% en 70%.
Met deze instelling wordt de helderheid aangepast naar een niveau waarbij het stroomverbruik met 10%
gereduceerd wordt ten opzichte van een instelling met maximale helderheid.
Stelt de helderheid in tussen 0% en 30%.
Met deze instelling kan de helderheid worden ingesteld op een bereik waarin het vermogen met 30 %
wordt verminderd ten opzichte van de maximale helderheidsinstelling.
Als deze functie is ingesteld op [ON] (Aan), wordt een balk voor [CARBON FOOTPRINT]
(Koolstofvoetafdruk) weergegeven naast de balk voor het aanpassen van de [BRIGHTNESS] (Helderheid).
Hiermee wordt de helderheid automatisch aangepast.
OPMLRKIIG!:
Deze functie is uitgeschakeld wanneer [DV MODE] (DV-modus) is ingesteld op [DYNAMIC]
(Dynamisch).
Deze functie is uitgeschakeld wanneer het Color Control System (Kleurenbeheersysteem)
is ingesteld op [DICOM SIM.].
Werkt niet.
Hiermee wordt de helderheid automatisch aangepast naar de optimale instelling door het
helderheidsniveau van de omgeving te registreren.*
Hiermee wordt de helderheid van zwart op het scherm aangepast.
Met Intelligent Power Manager (Intelligent stroombeheer) wordt de monitor op de energiebesparingsmodus
ingesteld als er een tijd geen activiteit heeft plaatsgevonden.
De monitor wordt automatisch op de energiebesparingsmodus ingesteld wanneer het ingangssignaal
wegvalt.
De monitor schakelt automatisch over naar de energiebesparingsmodus wanneer het omgevingslicht
onder het niveau komt dat door u is ingesteld. Dit niveau kan worden gewijzigd in de sensorinstelling
[OFF MODE] (Uit-modus).
In de energiebesparingsmodus brandt het lampje aan de voorkant van de monitor donkerblauw. Vanuit
de energiebesparingsmodus kunt u terugkeren naar de normale modus door een van de toetsen aan de
voorzijde aan te raken, met uitzondering van ⏻ en de toetsen voor INPUT (Invoer).
Wanneer het licht in de omgeving naar een normaal niveau terugkeert, schakelt de monitor weer over naar
de normale modus.
Hiermee kunt u de gevoeligheid instellen van de omgevingslichtsensor voor het detecteren van donkere
omstandigheden. Daarnaast wordt de huidige sensormeting weergegeven.
Hiermee kunt u de wachttijd voor het overschakelen naar een lager energieverbruik aanpassen wanneer
de omgevingssensor een omgeving met weinig licht detecteert.
Nederlands−38
1
pagina
39) is
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
