Central Remote Controller
4
Central Remote Controller proefdraaien
• Stel voor gebruik in volgens de volgende procedure.
Hierdoor kan de unit de airconditioners monitoren en bedienen.
(Menu)-knop
1
Zet alle aangesloten apparatuur aan
• Binnenunit, buitenunit, lucht/lucht-warmtewisselaar, algemene besturingsinterface voor apparatuur, enz.
2
Schakel de Central Remote Controller in
• Een Centrale controle-adressen moet worden toegewezen aan de te besturen binnenunits.
<Voorbereiding voor Centrale controle-adressen instellingen>
• Een Central Remote Controller of bekabelde controller is nodig om het Centrale controle-adressen in te stellen.
• Stel het Centrale controle-adressen in na afloop van het proefdraaien van de binnenunit.
* Als u de instellingen met de Central Remote Controller wilt configureren, moet u eerst de eerste communicatie met alle
aangesloten binnenunits en buitenunits voltooien. Wacht ten minste 10 minuten na het inschakelen van de stroom naar
de airconditioner alvorens de instellingen te configureren.
OPMERKING
• Als u de instellingen van het Centrale controle-adressen configureert voordat de eerste communicatie met de buitenunits
volledig is voltooid, is het mogelijk dat het adres voor sommige units niet is ingesteld.
• Voer voor het TCC-LINK-model de volgende instellingen uit.
Sluit de U3- en U4-aansluitingen in de buitenunit (middenunit) aan op de relaisaansluitingen.
Voorbeeld van het scherm Alles
(Bevest.)-knop
(Retour)-knop
Uitvoeringslampje
Controlelampje
AAN-knop
UIT-knop
(Regeling)-knop
-Knop
Installatiehandleiding
15
-NL