Central Remote Controller
■
Aansluiting op externe apparatuur
Aansluiten op externe apparatuur (digitale I/O-signaalkabel)
* Functies kunnen worden toegewezen aan ingangen 1 tot 3 met „De externe ingangsfunctie wijzigen (Externe ingang instellingen) (P.27)".
I/O
Naam
Item
Staat
uitgang
Digitaal
I/O-
aansluiting
Regeling
singang
* Sluit de kabels zodanig aan dat de gebruiker de voeding niet rechtstreeks aanraakt.
* Gebruik aan de kant van de apparatuur een in principe geïsoleerd stroomcircuit en plaats het op een plaats waar de gebruiker
het niet kan aanraken.
OPMERKING
• Sluit het apparaat niet rechtstreeks aan op de primaire zijde van de voeding.
Zorg ervoor dat u een stroomonderbreker of all-pole-scheidingsschakelaar (met een contactbreekafstand van minstens
3 mm) aan de primaire zijde van de voeding installeert.
• Draai de schroeven vast aan de aansluiting met een aanhaalmoment van 0,5 N•M.
12
-NL
algemeen
Regelingsingang
Deze unitzijde
I/O-omstandigheden
Uitgang alarm
Uitgang uitvoeren
Output van transistor
open collector
Toegestane voltage/
spanning tussen
klem en algemene
DC24 V/35 mA of
minder
—
Ingang
COM
COM
DO2
Ingang 3
DI3
DO1
Ingang 2
DI2
U3
Ingang 1
DI1
U4
Circuit
Aansluitingsnaam
Alarm
In werking
Uitgang algemeen
5 V
Ingang 1
5 V
Ingang 2
5 V
Ingang 3
Ingang algemeen
COM
Installatiehandleiding
Uitgang
algemeen
Staat uitgang
Uitgang uitvoeren
Uitgang alarm
Apparatuurzijde
Circuitvoorbeeld
I/O-omstandigheden
* Raadpleeg P.13
Digitale
wanneer u een relais
ingang
gebruikt.
Lengte van bedrading:
Binnen 100 m
(Puls of statisch)
Pulsbreedte:
300 ms of meer
(Puls of statisch)
Spanningsloos
contact A/B
Puls of statisch
(Puls of statisch)
Contact zonder
voltage compatibel
met een zeer kleine
spanning (3 mA of
minder)
DC5 V