Central Remote Controller
3-2. Installeren
• Sluit geen communicatielijnen (beheerbedradingen tussen binnen- en buiteneenheden, centrale beheerbedradingen) of
binnen-/buitenbedradingen aan naast de bedrading van de stroomvoorziening, enz., en plaats ze niet in dezelfde metalen
buis. Dat kan tot storing leiden.
• Installeer de central remote controller uit de buurt van ruisbronnen.
■
Bij installatie op de besturingskaart (bedieningspaneel) of aan een muur
De dikte van de plank of wand moet 1,6 mm tot 10 mm zijn.
• Bereid de gaten voor de installatie van tevoren volgens het onderstaande schema (schema met afmetingen voor
paneelfrezen).
• Verwijder 1 bevestigingsschroef van het paneel en open het paneel.
• Bevestig de onderste behuizing met de vier meegeleverde bevestigingsschroeven.
• Sluit het paneel en bevestig het met 1 paneelbevestigingsschroef.
14
-NL
Bevestigingsschroef
Paneel
< Diagram paneelsnijddimensies >
VOORZICHTIG
Onderste behuizing
Paneelbevestigingsschroef
100
50
50
W:95 × H:84
Vierkant gat
47,5
47,5
95
Installatiehandleiding
Besturingskaart of een muur
Schroefgaten (4 plaatsen)