Foutcode
Oorzaak
Probleem
met rege-
ling van de
29A
gasklep,
geen vlam
tijdens de
ontsteking
Lage
elektrische
33F
spanning
gasklep
Te lage
34F
elektrische
spanning
Probleem
met de
35F
elektrische
driver
Gasklep be-
50F
kabelings-
probleem
Wegvallen
van het
51A
ionisatiesig-
naal tijdens
branden.
33
Oplossing
1. Controleer of de gaskraan open staat.
2. Meet de gasdruk bij de inlaatzijde van de gasklep.
Deze moet > 20 mbar of bij G30 (B/P) > 40 mbar zijn.
3. Meet de branderdruk op de meetnippel achter de
gasklep.
4. Controleer de bedrading en aansluitingen van de
gasklep.
5. Wijzig instelling van de gasklep, parameter TP01 of
TP02.
6. Controleer/vervang de gasklep.
Vervang branderautomaat
1. Meet netspanning (> 220VAC)
2. Meet de uitgaande spanningen 24 VDC en 12 VDC
van de transformators.
3. Als de uigangsspanning lager is dan 20 VDC of 10 VDC,
vervang de transformator.
4. Als de uitgansspanning correct is, controleer de
bekabeling op kortsluiting.
Vervang branderautomaat
Controleer de bedrading en aansluitingen van de
stekkerverbindingen.
Repareer indien nodig.
1. Controleer in de haard of de ionisatiepen helemaal vrij
ligt.
2. Controleer of de vlam mooi in de ionisatiepen blijft.
Indien de vlam transparant wordt dan is er sprake van
recirculatie.
3. Controleer de kanaalconfiguratie.