4.2.4. Installatie van het leidingwerk tussen het
beveiligingssysteem en de Solior FL 150
ä
Let op!
• Itho Daalderop adviseert om voor het leidingwerk tussen
de Solior en de beveiligingsset fittingen van ontzinkingsvrij
(DZR) messing CW602N toe te passen.
• De onderdakse leidingen tussen Solior en beveiligingsset
en de beveiligingsset zelf moeten niet geisoleerd worden.
a) Bepaal de benodigde leidingdiameters. Het maximale
debiet in combinatie met de leidinglengtes bepaalt
de diameters. De leidingen dienen geschikt te zijn voor
drinkwatersystemen tot een temperatuur van 105 °C.
Onderstaand worden de stromingsweerstand van
de Solior FL150 tank en de stromingsweerstand van
standaard 15x13 mm leiding gepresenteerd. In het
algemeen kan tot een leidinglengte van 10 meter
(5 meter aanvoer en 5 meter retour) een leiding met
een diameter van 15x13 mm toegepast worden voor een
eengezinswoning. Om de leidingweerstand bij hoge
debieten en/of lange leidingen te reduceren kan de
diameter van de inlaatleiding groter gekozen worden
(bijvoorbeeld 22 mm). Dit kan echter leiden tot langere
wachttijden en meer leidingverlies.
2.50
2.00
1.50
1.00
0.50
0.00
0
5
10
Debiet [liter/minuut]
Stromingsweerstand FL150 tank.
1.00
0.80
0.60
0.40
0.20
0.00
0
5
10
Debiet [liter/minuut]
Stromingsweerstand 15x13 mm leiding (per meter leidinglengte).
15
20
25
30
15
20
25
30
b) Installeer de leidingen tussen het beveiligingssysteem
(W3 en W4) en de zonneboiler op het dak. Alle leidingen
dienen behoorlijk afgesteund te worden.
4.2.5. Installatie van het leidingwerk
tussen hetbeveiligingssysteem en de
naverwarmer
ä
Waarschuwing!
De naverwarmer (elektrische doorstroom verwarmer,
elektrische boiler, gas doorstroom verwarmer of gasboi-
ler) moet bestand zijn tegen 65 °C aan zijn inlaat. Voor de
naverwarmer is een verklaring vereist dat deze geschikt is
als naverwarmer in serie met een zonne boiler (gaskeur NZ).
ä
Let op!
• Er is al een overdrukbeveiliging in de inlaatcombinatie van
het beveiligingssysteem van de Solior FL150 opgenomen,
dus is het niet noodzakelijk om een extra expansie klep
te plaatsen voor de naverwarmer tenzij:
- Plaatselijke verordeningen anders voorschrijven.
- Er een extra handafsluiter geplaatst wordt tussen
het beveiligingssysteem en de naverwarmer.
- De afstand tussen Solior en naverwarmen meer dan
2,5 meter is of gescheiden zij gescheiden zijn door
muur, wand of anderszins (Vewin werkblad 4.4.B).
a) Sluit de warmwater uitlaat (W1) van het beveiligings
systeem aan op de koud water inlaat van de
naverwarmer.
b) Sluit de koudwater inlaat (W2) aan op het koud
waternet.
c) Sluit de uitlaat van de overdrukbeveiliging aan
op het riool.
|
18