Inhoudsopgave
Advertenties
4.2. Installeren
4.2.1. Plaatsbepaling
ä
Let op!
• Plaats de Solior FL150 zo op het dak dat de transparante
koepel zo goed mogelijk op het zuiden (zie pijl) gericht
is. Enige afwijking is acceptabel (een richting tussen
zuidwest en zuidoost).
• De plaats dient weinig schaduw te hebben van
(bijvoorbeeld) andere gebouwen of bomen gedurende
de gehele dag en over het gehele jaar (denk aan de lage
stand van de zon in de winter).
• Wanneer een dakdoorvoer toegepast wordt, is het
ook belangrijk om de beste plek te bepalen waar het
leiding werk het huis binnenkomt, omdat de dakdoor-
voer direct onder de leidingaansluitingen geplaatst
moet worden.
• Het systeem dient geplaatst te worden in de
midden zone van het dak en niet direct aan de dakrand,
vanwege een lagere windbelasting.
• Itho Daalderop adviseert om voor het leidingwerk
tussen de Solior en de beveiligingsset fittingen van
ontzinkingsvrij (DZR) messing CW602N toe te passen.
Tip
• Het leidingwerk tussen de Solior FL150 en de naver-
warmer dient zo kort mogelijk te zijn. Hoe korter het
leidingwerk des te hoger de opbrengst.
• De krat is speciaal ontworpen om de Solior op een
eenvoudige en veilige manier te kunnen transporteren.
Houd de Solior in de krat tot aan de plaats van installatie.
•
Bepaal de beste plaats voor de Solior FL150
(minimale beschaduwing, oriëntatie op het Zuiden).
De figuur geeft de afmetingen van de begrenzing van
de voeten van het Solior systeem, gemeten vanaf de
leiding aansluitingen (maten in mm).
•
De geleverde constructie is niet voorbereid op
bovendaks verslepen van de aansluitleidingen en dit
dient vermeden te worden in verband met schade
door vorst.
•
De sensor van de meegeleverde vorstbeveiliging is
nabij de Solior tank aangebracht en extra bovendaks
leidingwerk dient dus separaat tegen vorst
beschermd te worden (vogelpikbestendige isolatie,
verwarmingslint met thermostaat).
1405
642,5
1285
120
642,5
|
12
Advertenties
Inhoudsopgave
