4.5. Plaats van opstelling
• Houd uw notebook en alle aangesloten apparaten uit de
buurt van vocht en vermijd stof, hitte en direct zonlicht. Wan-
neer deze instructies niet in acht worden genomen, kan dit
leiden tot storingen of tot beschadiging van het notebook.
• Gebruik uw notebook niet in de open lucht, omdat externe
invloeden zoals regen, sneeuw etc. schade aan het notebook
kunnen toebrengen.
• Plaats en gebruik alle onderdelen op een stabiele, vlakke en
trillingvrije ondergrond zodat het notebook niet kan vallen.
• Gebruik het notebook of de voedingsadapter niet gedurende
langere tijd op uw schoot of een ander lichaamsdeel omdat
door de warmte-afvoer aan de onderzijde onaangename hit-
te kan ontstaan.
• Dit toestel is niet geschikt als monitor in een kantooromgeving.
4.6. Omgevingsomstandigheden
• Het notebook kan worden gebruikt bij een omgevingstempe-
ratuur van +5 °C tot +30 °C en een relatieve luchtvochtigheid
van 20 % - 80 % (niet condenserend).
• In uitgeschakelde toestand kan het notebook worden opgesla-
gen bij een temperatuur van 0 °C tot 60 °C.
• Neem tijdens onweer de netstekker uit het stopcontact. Wij ad-
viseren u in verband met de extra veiligheid, om gebruik te
maken van een overspanningsbeveiliging om uw notebook
te beschermen tegen beschadiging door spanningspieken of
blikseminslag op het elektriciteitsnet.
• Wacht na het transport van het notebook met de ingebruikna-
me tot het notebook zich heeft kunnen aanpassen aan de om-
gevingstemperatuur. Bij grote schommelingen in temperatuur
of luchtvochtigheid kan er door condensatie vocht in het note-
book ontstaan wat aanleiding kan geven toto kortsluiting.
8