Fouten opsporen
11. Fouten opsporen
Fout
Het apparaat is ingeschakeld, maar de indicator
brandt niet en er is geen laserstraal zichtbaar
Het apparaat schakelt na het inschakelen
direct weer uit
Het apparaat is ingeschakeld, statusindicator
functiemodus brandt, maar er is geen
laserstraal zichtbaar
Apparaat is ingeschakeld, statusindicator
functiemodus brandt, maar afzonderlijke
laserstralen zijn niet zichtbaar
Mogelijke oorzaak
∙
Batterij of accu leeg
∙
Batterij of accu foutief geplaatst
∙
Apparaat of de schakelaar defect
∙
Batterij of accu leeg
∙
Omgevingstemperatuur te hoog / laag
∙
Laserdiodes of laserbesturing defect
∙
Laserdiodes of laserbesturing defect
Oplossing
∙
Vervang de batterij
∙
De accu opladen of vervangen
∙
Batterij of accu juist geplaatst
∙
Contact opnemen met de leverancier
en het apparaat laten repareren
∙
Vervang de batterij
∙
Laad de accu op
∙
Laat het apparaat acclimatiseren
∙
Contact opnemen met de leverancier
en het apparaat laten repareren
∙
Contact opnemen met de leverancier
en het apparaat laten repareren
NL
22