5. Ingebruikname
Om uw notebook met de nodige zorgvuldigheid te gebruiken en een lange
levensduur ervan te garanderen moet u het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften
aan het begin van dit handboek hebben gelezen. De notebook is van tevoren reeds
volledig geïnstalleerd, zodat u geen stuurprogramma´s meer hoeft te installeren en
u meteen kunt starten.
Plaats voor de ingebruikname de accu in het toestel door de accupack in het vak
te laten glijden . Vergrendel in ieder geval de accu om te vermijden dat hij er per
ongeluk uit zou vallen.
Sluit de meegeleverde netadapter op de notebook (16) aan. Verbind vervolgens
de netkabel met de adapter en vervolgens met het stopcontact. Zet de
schakelaar op de netadapter op stand I om de notebook van stroom te voorzien
en de accu op te laden. (Zet deze schakelaar op stand 0 om de stroomtoevoer te
onderbreken.).
Open de display met de duim en dan kan u de display met duim en wijsvinger
in de gewenste stand naar boven klappen. Het beeldscherm moet niet volledig,
nl. 120°, worden opengeklapt. Houd de display bij het openklappen en opstellen
steeds in het midden vast. Probeer het display niet met geweld te openen.
OPMERKING!
Verzeker u ervan dat bij het eerste gebruik van uw notebook de accu is
ingelegd en de netvoeding is aangesloten. Dit is nodig, zodat Windows®
8 de performance index correct kan berekenen.
Schakel de notebook in door middel van de in-/uitschakelaar (9). De notebook
start op en doorloopt nu verschillende fases.
NL
21 van 212