Tips voor deze handleiding Houd deze handleiding steeds binnen handbereik in de buurt van uw Notebook. Bewaar deze gebruikshandleiding zorgvuldig om ze in geval van doorverkoop aan de nieuwe eigenaar te kunnen doorgeven. Wij hebben dit document zo opgebouwd, zodat u altijd via de inhoudsopgave de benodigde informatie thematisch na kunt lezen.
Veiligheidsvoorschriften Gelieve dit hoofdstuk aandachtig te lezen en alle vermelde voorschriften in acht te nemen. Zo garandeert u een betrouwbare werking en een lange levensduur van uw notebook. Laat kinderen niet zonder toezicht met elektrische toestellen spelen. Kinderen kunnen mogelijke gevaren niet altijd juist herkennen. ...
Schakel de notebook onmiddellijk uit of schakel hem zelfs niet in, trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met het servicecenter-wanneer... ... de netadapter of de daaraan aangebrachte netkabel- of stekker eventjes gesmoord of beschadigd is. Vervang de defecte netkabel/voedingseenheid door originele onderdelen.
Omgevingsvoorwaarden Het Notebook kan worden gebruikt bij een omgevings-temperatuur van 5°C tot 35°C en bij een relatieve luchtvochtigheid van 20% - 80% (niet condenserend). In uitgeschakelde modus kan het Notebook over een kortere tijd worden opgeslagen bij 0°C tot 60°C. ...
Comfortabel werken Langdurig in dezelfde houding zitten is op den duur niet prettig. Een goede houding verkleint de kans op lichamelijke aandoeningen of letsel. Rug - Als u aan uw bureau zit, moet uw rug gesteund worden door de rugleuning van de stoel, terwijl uw rug recht is of iets naar achteren gebogen.
Aansluiten Let op de volgende tips om uw Notebook volgens de voorschriften aan te sluiten: Stroomvoorziening Open de behuizing van de netstroomadapter niet. Bij geopende behuizing bestaat levensgevaar door elektrische schokken. Het bevat geen te onderhouden onderdelen. Het stopcontact moet zich in de buurt van het Notebook bevinden en gemakkelijk bereikbaar zijn.
Bekabeling Leg de kabel zo dat niemand erop kan gaan staan of erover kan vallen. Zet geen voorwerpen op de kabel, omdat deze anders kunnen worden beschadigd. Zorg ervoor dat, bijvoorbeeld van opzij, geen zware druk wordt uitgeoefend op stopcontacten.
Hierbij verklaart MEDION AG dat deze apparaten conform zijn aan de fundamentele vereisten en aan de overige desbetreffende bepalingen van de richtlijn 1999/5/EG.
Accuwerking Om de levensduur en het prestatievermogen van uw accu te verlengen, alsook om een goede werking te waarborgen moet op het volgende worden gelet: Stel de accu nooit bloot aan langdurige, rechtstreekse zonnestralen of warmte. Werp de accu niet in een vlam. ...
Leveringsomvang Gelieve de volledigheid van de levering te controleren binnen 14 dagen na aankoop contact op te nemen met het servicecenter, indien de levering niet compleet is. Gelieve hierbij zeker het serienummer op te geven. Met het product dat u verworven heeft, heeft u gekregen: ...
Status leds Het systeem toont via LED´s stroomverzorging en gebruikstoestand aan. De functie LED´s branden bij de desbetreffende activiteit van het Notebook: LED stroomvoorziening Als het systeem ingeschakeld is, licht de indicator blauw op. Accu opladen Deze led licht op tijdens het opladen. ...
Ingebruikneming Om uw Notebook met de nodige zorgvuldigheid te gebruiken en een lange levensduur ervan te garanderen moet u het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften Blz. 1 aan het begin van dit handboek hebben gelezen. Het Notebook is van tevoren reeds volledig geïnstalleerd, zodat u geen stuurprogramma´s meer hoeft te installeren en u meteen kunt starten.
Pagina 24
Sluit de meegeleverde netadapter op het notebook (12) aan. Verbind vervolgens de netkabel met de adapter en vervolgens met het stopcontact. Zet de schakelaar op de netadapter (optioneel) op stand I om de notebook van stroom te voorzien en de accu op te laden.
Stroomvoorziening Aan-/Uitschakelaar Met de aan-/uitschakelaar wordt de Notebook in- of uitgeschakeld. Het statuslampje informeert u over de huidige energietoestand. Opgelet! Schakel uw Notebook niet uit, terwijl de harde schijf of het optische station actief zijn en de toegangslampjes branden. Anders kunnen er gegevens verloren gaan.
Stroomvoorziening Uw Notebook wordt met een universele adapter voor wisselstroom uitgeleverd, die zich automatisch instelt op de aangeboden stroombron. De volgende waarden worden ondersteund: AC 100-240V~/ 50-60 Hz. Let op de veiligheidsvoorschriften voor de stroomvoorziening op blz. 7 e.v. De adapter wordt via een elektrische kabel aangesloten aan een stopcontact met wisselstroom.
Accuwerking Opmerking Gelieve de nieuwe accu drie keer na elkaar volledig op te laden en te ontladen zodat de accu zijn vol vermogen bereikt! Accu´s slaan in hun cellen elektrische energie op en geven die indien nodig weer af. De levensduur en het vermogen van uw accu worden bepaald door een zorgvuldig gebruik.
Verwijderen van de Accu Om de batterij te verwijderen, schuift u de veiligheidsgrendel ( en ) in de stand „unlock“,zodat u de accu uit het vak () kunt halen. Opgelet! Verwijder de accu niet, wanneer het LED batterijlampje brandt, omdat hierdoor gegevens kunnen verloren gaan en het notebook beschadigd kan worden.
Accu opladen De accu wordt via de stroomvorziening opgeladen. Als de stekker is aangesloten, wordt de accu automatisch opgeladen, onafhankelijk van het feit of het Notebook wel of niet is ingeschakeld. Het duurt voor het volledig opladen van de accu enkele uren, als het Notebook is uitgeschakeld.
Het beeldscherm Openen en sluiten van het beeldscherm Het display wordt dankzij de speciale constructie van de display-scharnieren gesloten zodat een bijkomende vergrendeling niet noodzakelijk is. Om te openen klapt u het display met duim en wijsvinger open tot in de gewenste positie. Opgelet! Het scherm niet verder dan 120 graden open klappen.
Externe monitor aansluiten Het Notebook beschikt over een Display Port (14) voor een externe monitor. 1. Sluit uw notebook af zoals voorgeschreven. 2. Sluit de signaalstekker van een externe monitor aan op de Display Port van de computer (14) of gebruik een optioneel beschikbare adapter (Display Port naar VGA).
Muisveld (Touchpad) De muispijl volgt de richting die op het touchpad wordt aangegeven door uw vinger of duim in die richting te bewegen. Opgelet! Gebruik geen balpen of andere voorwerpen, omdat dit tot een defect van het touchpad kan leiden. Onder het touchpad bevindt zich de linker en rechter muisknop, die als bij een gewone muis kunnen worden gebruikt.
De harde schijf De harde schijf is uw hoofdopslagmedium met grote opslagcapaciteit en snelle gegevensoverdracht ineen. Een tweede harde schijf plaatsen (optioneel) Opmerking Bij de levering is de houder voor de tweede harde schijf leeg. Lees voordat u de harde schijf plaatst de veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing alsook de richtlijnen betreffende de tweede harde schijf.
Pagina 37
5. Bevestig de harde schijf en de houder met behulp van de schroef die zich in het klepje (1) van de hardeschijfhouder bevindt. 6. Schroef het klepje van de hardeschijfhouder opnieuw vast. Opgelet! Plaats steeds het klepje op de hardeschijfhouder voordat u de notebook gebruikt.
Het optische station CD/DVD invoeren Anders dan bij CD-ROMs in een notebook gebruikt de Notebook een klem om de CD vast te houden. Als u een CD invoert, moet u erop letten dat deze precies op de klem wordt gedrukt. Opmerking Kleef geen beschermfolies of andere etiketten op de disc.
Pagina 39
1. Druk op de ejecttoets (24) aan het CD- station om de lade te openen. 2. Trek de lade er voorzichtig helemaal uit. 3. Neem de CD uit zijn hoes, indien mogelijk zonder de onbedrukte zijde aan te raken (gegevens). 4.
Handmatig verwijderen van een geblokkeerde disc Als de lade niet automatisch meer kan worden geopend, kan ze manueel worden geopend, voor zover uw toestel een “nooduitgang” (22) heeft. 1. Schakel de computer uit. 2. Steek een lang en scherp voorwerp (bvb. een opengebogen paperclip) zover in de nooduitgang tot u een weerstand voelt.
Netwerkgebruik Wat is een Netwerk? Men spreekt over een netwerk, als meerdere notebooks met elkaar zijn verbonden. Op deze manier kunnen de notebook- gebruikers informatie en Bestanden van notebook tot notebook oversturen en onderling hun lokale bronnen (printer en stations) delen. Hier een paar voorbeelden uit de praktijk: ...
De multimedia kaartlezer Geheugenkaarten zijn media, die bijv. bij de digitale fotografie worden gebruikt en meer en meer het medium diskette vervangen. De vorm en capaciteit van een geheugenkaart kan per producent verschillen. Uw kaartlezer ondersteunt de volgende formaten: MMC (MultiMediaCard) ...
Express kaart Uw notebook ondersteunt de Express card standaard. In de vakhandel zijn er zogenaamde ExpressCard/34 en ExpressCard/54 apparaten te verkrijgen. Express kaart installeren Opmerking Gelieve voordat u met de installatie begint in elk geval de handleiding van het product door te nemen. Verwijder vóór de installatie de dummy kaart uit de opening.
De Webcam (optioneel) De ingebouwde webcam laat het gebruik van verschillende diensten. Universal Serial Bus-Aansluiting De Universal Serial Bus (USB 1.1 en USB 2.0) is een standaard om invoertoestellen, scanners en ander randapparatuur aan te sluiten. Op de USB kunnen tot 127 toestellen via één enkele kabel worden aangesloten.
BIOS-setupprogramma In het BIOS-setup (basisconfiguratie van uw systeem-hardware) heeft u veel instelmogelijkheden voor het gebruik van uw Notebook. Zo kan u bijvoorbeeld de functie van de aansluitingen, de beveiligingskenmerken of het beheer van de stroomvoorziening wijzigen. Het Notebook is reeds in de fabriek zo ingesteld dat een optimaal functioneren wordt gegarandeerd.
Klantenservice Eerste Hulp bij fout functioneren Een fout functioneren kan soms banale oorzaken hebben maar vaak ook te wijten zijn aan defecte componenten. We willen u hier een leidraad geven om het probleem op te lossen. Als de hier vermelde maatregelen geen succes hebben, helpen wij u graag verder. Bel ons dan gerust op! Lokaliseren van de oorzaak Begin met het zorgvuldig nakijken van alle kabelverbindingen.
Welke eventuele meldingen verschijnen op het beeldscherm? Welke software gebruikte u, toen de fout opdook? Welke stappen heeft u reeds ondernomen om het probleem op te lossen? Driver -ondersteuning Gedetailleerde informatie vind u op volgende Internetpagina: http://www.medion.com Klantenservice...
Transport Neem de volgende tips in acht, als u het Notebook wil transporteren: Wacht na het transporteren van het Notebook zolang met de ingebruikneming tot het toestel de omgevingstemperatuur heeft aangenomen. Bij grote temperatuur of vochtigheidschommelingen kan condensatie door vorming van vochtigheid ontstaan binnen in het Notebook, wat een elektrische kortsluiting kan veroorzaken.
Onderhoud Opgelet! Er zijn geen te onderhouden of te reinigen onderdelen in de behuizing van het Notebook. De levensduur van het Notebook kan u door de volgende maatregelen verlengen: Trek alvorens te reinigen steeds de stekkers van alle verbindingskabels uit het stopcontact en verwijder de accu.
Montage, uitrusting en herstellingen Laat de montage of uitrusting van uw Notebook uitsluitend door gekwalificeerd vakpersoneel uitvoeren. Mocht u niet over de nodige kwalificatie beschikken, gelieve dan een geschikte onderhoudstechnicus te raadplegen. Gelieve contact op te nemen met ons service center, als u technische problemen heeft met uw Notebook.
Recycling en afvalverwerking Apparaat Behandel het apparaat op het eind van de levensduur in geen geval als gewoon huisvuil. Informeer naar de mogelijkheden om het milieuvriendelijk als afval te verwijderen. Batterijen Lege batterijen horen niet bij het huisvuil! Ze moeten bij een verzamelpunt voor lege batterijen worden ingeleverd.
In het verleden kenden we verschillende aanleidingen om het toegelaten aantal pixelfouten te definiëren. Meestal waren die zeer moeilijk en sterk producent-afhankelijk en bijgevolg ook compleet verschillend. Bijgevolg volgt MEDION voor alle TFT-Display producten bij de garantievoorwaarden de strenge en duidelijke voorschriften van de ISO 13406-2, Klasse II norm die hieronder kort worden gebundeld.
Pagina 57
Pixelfouten -Type: Type 1: voortdurend oplichtende pixels (heldere, witte punt), maar niet aangestuurd. Een witte pixel ontstaat door het oplichten van alle drie de sub-pixels. Type 2: niet oplichtende pixel (donkere, zwarte punt), hoewel aangestuurd. Type 3: abnormale of defecte sub-pixel van rode, groene of blauwe kleur. (bvb. voortdurend oplichten aan halve helderheid, niet oplichten van een kleur, flikkerend of knipperend, maar niet van het type 1 of 2) Vervollediging: cluster van type 3 ( = het uitvallen van twee of meer sub-pixels in een blok...