Selecteren van de opnamemodus
De functie schakelen door de functieknop
te draaien.
•
Draai de instelknop langzaam maar zeker op elke
functie.
Lijst van Opnamefuncties
∫
Intelligent Auto modus
¦
De onderwerpen worden opgenomen met behulp van instellingen die automatisch
gebruikt worden door het toestel.
Programma AE-modus
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen.
Handmatige Belichtingsmodus
De belichting wordt aangepast aan de sluitertijd en de openingswaarde die u
handmatig hebt ingesteld.
Panorama Shot-modus
Met deze modus kunt u panoramafoto's maken.
Scènemodus
Û
Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
Landschappenmodus
Hiermee kunt u opnamen maken van een volledig landschap.
Portretmodus
Wanneer u overdag beelden maakt van personen buiten, biedt deze functie de
mogelijkheid deze personen er beter uit te laten zien en hun huid een gezonder
uiterlijk te geven.
Creative Control modus
Opnemen terwijl het beeldeffect gecontroleerd wordt.
•
Als u aan de modusknop blijft draaien, kan het zijn dat langzamer tussen de schermen geschakeld
wordt.
Basiskennis
(P26)
(P30)
(P58)
(P59)
(P62)
(P67)
(P67)
(P68)
Lijn een gewenste functie uit met deel A.
- 25 -